Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvado moriEtym: Lat. ik ga sterven. Thema uit de letterkunde van de (late) middeleeuwen dat zijn naam ontleent aan de beginregel van een Latijnse hymne. In de late middeleeuwen was de dood, al dan niet gepersonifieerd, een veel voorkomend thema in literatuur en beeldende kunst. Men baseerde zich daarbij op 12de- en 13de-eeuwse Latijnse hymnen, waaruit (tref)woorden werden gelicht. Zo ontstonden het vado mori-, het ubi sunt?- en het vanitas-thema. Het vado mori-thema komt al in de 12de eeuw voor en wordt opgebouwd volgens de orde van de standensatire, waarin vertegenwoordigers van alle standen per strofe sprekend worden opgevoerd. Iedere strofe begint en eindigt met ‘vado mori’ (ik ga sterven). Van dit type teksten bestaan Middelnederlandse vertalingen als Van stervene ende hoe elc mensce mach segghen, ic ga sterven. Lit: D.Th. Enklaar, De dodendans (1950) H. Pleij, Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen (19832; reprint 2009), p. 170-174 U. Wuttke, Im Desseits das Jernseits bereiten: Eschatologie, Laienbildung und Zeitkritik bei den mittelniederländischen Autoren Jan van Boendale, Lodewijk van Velthem und Jan van Leeuwen (2016).
|