Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdalfabetEtym: Gr. alpha bèta = de eerste twee letters van het Griekse alfabet. Opsomming in vaste (alfabetische) volgorde van de letters van een schrift. Het Nederlandse alfabet is gebaseerd op het Romeinse alfabet, dat op zijn beurt weer teruggaat op het Griekse alfabet, waarvan het aan de eerste letters de naam ontleent (alpha, bèta). Het Hebreeuwse alfabet (met beginletters aleph, beth) ging weer vooraf aan het Grieks. Het middeleeuwse alfabet telde geen 26, maar 23 letters: de ‘i’ en de ‘j’ waren één en dezelfde, evenals de ‘u’ en de ‘v’, terwijl de ‘w’ geen letter maar een grafeem was, een schrijfwijze voor ‘uu’. Dit is belangrijk voor het doorzien van ‘geheimschrift’ of versleutelingen d.m.v. het verschuiven van één letter zoals in het explicit van Der vrouwen heimlicheid (ed. Blommaert, 1846): EXPLKCKT SFCRFTXM MXLKFRXM (explicit secretum mulierum). Daarnaast worden aan het slot van een alfabet of een op het alfabet geïnspireerd gedicht (abecedarium-1) abbreviaturen (abbreviatuur) toegevoegd, soms twee, soms vier. Zie ook alfabetisch schrift. Lit: D. Diringer, The story of the aleph beth (1958) M. van Doorn & W. Kuiper, ‘Der vrouwen heimlicheid’ in Spektator 6 (1976-1977), p. 539-551 B. Engelhart & J.W. Klein, 50 Eeuwen schrift (1988) A. Robinson, Alfabet, hiëroglief, pictogram (2004) J. Flanders, A place for everything. The curious history of alphabetical order (2020).
|
|