Aards geluk
Christophe PlantinGa naar voetnoot*
(Vertaling Wiebe Hogendoorn)
Wie een mooi huis bezit, rijk aan gerieflijkheden,
Een tuin waar latwerk geurt, een kostelijke wijn,
Het personeel gering, het aantal kinderen klein,
Alleen een trouwe vrouw van onbesproken zeden;
Geen schulden, liefjes, twist en geen familieleden
Met wie men procedeert over het mijn en dijn;
Wie sober levend, niet afhankelijk hoeft te zijn
En zijn affaires steeds bestiert naar recht en reden;
Wie zonder eerzucht een zelfstandig leven leidt,
Zonder angstvalligheid zich aan de vroomheid wijdt
En wie door matiging zijn driften kan betomen,
Zijn denken vrij laat zijn, zijn geestkracht sterk en groot,
Een rozenhoedje bidt bij 't enten van zijn bomen,
Zo één wacht bij zich thuis heel vredig op de dood.
| |
Le bonheur de ce monde
Avoir une maison commode, propre et belle,
Un jardin tapissé d 'espaliers odorants,
Des fruits, d 'excellent vin, peu de train, peu d 'enfants,
Posseder seul, sans bruit, une femme fidèle;
N 'avoir dettes, amour, ni procès, ni querelle,
Ni de partage à faire avecque ses parents,
Se contenter de peu, n 'espérer rien des grands,
Régler tous ses desseins sur un juste modèle;
Vivre avecque franchise et sans ambition,
S 'adonner sans scrupule à la dévotion,
Dompter ses passions, les rendre obéissantes;
Conserver l 'esprit libre, et le jugement fort,
Dire son chapelet en cultivant ses entes,
C 'est attendre chez soi bien doucement la mort.
|
-
voetnoot*
-
De beroemde Franse, in Antwerpen gevestigde drukker, op z'n Nederlands Christoffel Plantijn (ca. 1520-1589), was ook de auteur van enkele gedichten, meest gelegenheidspoëzie. Dit sonnet, op een bekend thema, verscheen anoniem op een los blaadje: aldus is het nog steeds verkrijgbaar in het Plantijn-Moretusmuseum. Als muurgedicht siert het een gevel in Leiden (Kaasmarkt).
|