De Tweede Ronde. Jaargang 26
(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |
Over liefde en lust
| |
[Latijn]1030[regelnummer]
Tum quibus aetatis freta primitus insinuatur
semen, ubi ipsa dies membris matura creavit,
conveniunt simulacra foris e corpore quoque,
nuntia praeclari vultus pulchrique coloris,
quae ciet irritans loca turgida semine multo,
ut quasi transactis saepe omnibu' rebu' profundant
fluminis ingentis fluctus vestemque cruentent.
[...]
Irritata tument loca semine, fitque voluntas
eicere id quo se contendit dira libido,
idque petit corpus, mens unde est saucia amore;
namque omnes plerumque cadunt in vulnus et illam
1050[regelnummer]
emicat in partem sanguis unde icimur ictu,
et si comminus est, hostem ruber occupat umor.
| |
[pagina 173]
| |
[Vervolg Nederlands]Dus als je wordt gewond door liefdespijlen,
Of nu een feminiene knaap je treft
Dan wel een vrouw wier lichaam liefde uitstraalt,
Eén wil je worden met wie jou zo kwetst,
Om lichaamsvocht te spuiten in dat lichaam,
Want stomme hitsigheid voorspelt genot.
Venus, Cupido: liefde en begeerte...
De zoetheid van de liefde druppelt eerst
1060[regelnummer]
Het hart in, daarna komt de kille zorg.
Want is je liefste weg, toch blijft haar beeld
Bestaan, haar zoete naam klinkt in je oren.
- Houd je toch verre van die fantasieën!
Verjaag wat liefde voedt: denk aan iets anders.
Spuit maar je zaad een willekeurig lijf in,
Spaar het niet op uit liefde voor die ene,
Want dat bezorgt je later zorg en leed.
Door liefdesvoedsel wordt zo'n zweer hardnekkig,
De gekte ettert door, 't verdriet verergert,
1070[regelnummer]
Tenzij je de oude wonden stoort met nieuwe
En latere snel geneest door losse scharrels,
Of op iets anders je gemoed kunt richten.
| |
[Vervolg Latijn]Sic igitur Veneris qui telis accipitur ictus,
sive puer membris muliebribus hunc iaculatur
seu mulier toto iactans e corpore amorem,
unde feritur, eo tendit gestitque coire
et iacere umorem in corpus de corpore ductum;
namque voluptatem praesagit muta cupido.
Haec Venus est nobis; hinc autem nomen amoris;
hinc illaec primum Veneris dulcedinis in cor
1060[regelnummer]
stillavit gutta, et successit frigida cura.
Nam si abest quod ames, praesto simulacra tamen sunt
illius, et nomen dulce observatur ad auris.
Sed fugitare decet simulacra et pabula amoris
absterrere sibi atque alio convertere mentem
et iacere umorem conlectum in corpora quaeque,
nec retinere, semel conversum unius amore,
et servare sibi curam certumque dolorem;
ulcus enim vivescit et inveterascit alendo,
inque dies gliscit furor atque aerumna gravescit,
1070[regelnummer]
si non prima novis conturbes vulnera plagis
vulgivagaque vagus Venere ante recentia cures
aut alio possis animi traducere motus.
| |
[pagina 174]
| |
[Vervolg Nederlands]Wie liefde mijdt, berooft zich niet van lust,
Maar smaakt genoegens waar geen straf op volgt,
Want puurder smaakt de lust als men gezond is,
Niet ziek van liefde. Zelfs bij vol bezit
Weifelen minnaars in hun wilde hartstocht
Wat oog of hand het eerst genieten zal.
Zij knellen stijf 't begeerde lijf, doen 't pijn
1080[regelnummer]
En bijten vaak in lippen, mond aan mond
Geklemd, omdat de lust niet zuiver is:
Zij voelen prikkels om juist dát te kwetsen,
Wat het ook zij, waaraan hun drift ontspruit.
Ietwat doorbreekt het liefdesspel die kwelling,
Wellustig strelen remt de beten af.
Hetzelfde lichaam dat het vuur ontstak,
Zal ook, zo hoopt men dan, de vlammen blussen.
Maar de natuur sluit dit volkomen uit,
want bij begeerte geldt (en daar alleen):
1090[regelnummer]
hoe meer men heeft, hoe brandender het hart.
Want drank en voedsel worden opgenomen
En vinden in het lijf hun vaste plaats,
Hetgeen vanzelf de dorst en honger stilt;
Maar uiterlijk en schoonheid worden slechts
Door 't lijf als ijle beeltenis genoten:
Povere hoop die op de wind verwaait.
| |
[Vervolg Latijn]Nec Veneris fructu caret is qui vitat amorem,
sed potius quae sunt sine poena commoda sumit;
nam certe purast sanis magis inde voluptas
quam miseris. Etenim potiundi tempore in ipso
fluctuat incertis erroribus ardor amantum,
nec constat quid primum oculis manibusque fruantur.
Quod petiere premunt arte faciuntque dolorem
1080[regelnummer]
corporis, et dentes inlidunt saepe labellis
osculaque adfligunt, quia non est pura voluptas
et stimuli subsunt qui instigant laedere id ipsum,
quodcumque est, rabies unde illaec germina surgunt.
Sed leviter poenas frangit Venus inter amorem,
blandaque refrenat morsus admixta voluptas;
namque in eo spes est, unde est ardoris origo,
restingui quoque posse ab eodem corpore flammam.
Quod fieri contra totum natura repugnat:
unaque res haec est, cuius quam plura habemus,
1090[regelnummer]
tam magis ardescit dira cuppedine pectus.
Nam cibus atque umor membris assumitur intus;
quae quoniam certas possunt obsidere partis,
hoc facile expletur laticum frugumque cupido.
Ex hominis vero facie pulchroque colore
nil datur in corpus praeter simulacra fruendum
tenvia; quae vento spes raptast saepe misella.
| |
[pagina 175]
| |
[Vervolg Nederlands]Zoals een dorstig iemand in zijn droom
Wil drinken, maar geen water blust zijn brand;
Hij zoekt het beeld ervan, maar zwoegt vergeefs
1100[regelnummer]
En dorst zelfs midden in een stroom, al drinkend,
Zo plaagt ook Venus minnaars met illusies:
Een lijf zien, zelfs vlakbij, bevredigt niet,
Van tere leden valt niets af te wrijven,
Al dwaalt hun hand onzeker heel dat lijf af.
En als zij dan, hun leden dicht verstrengeld,
Genieten van hun jeugdbloei, en hun lichaam
De vreugd voorvoelt dat Venus' veld bezaaid wordt,
Dan klemmen zij elkaar, mengen hun speeksel,
Ademen diep, bijten elkanders lippen...
1110[regelnummer]
- Vergeefs: je kunt een ander niets ontnemen
En ook niet in een ander lichaam opgaan:
Want dat, zo lijkt het, is waar zij naar streven,
Zo gretig blijven zij elkaar omhelzen,
Al zwijmelend en smeltend van genot.
Als eindelijk de opgekropte lust
Ontploft is, houdt de hartstocht even pauze.
Dan keert dezelfde waanzin weer, de drift
Zich toe te eigenen wat zij begeren.
Zij vinden geen remedie voor hun kwaal
1120[regelnummer]
En kwijnen weg aan hun geheime wond.
[...]
| |
[Vervolg Latijn]Ut bibere in somnis sitiens cum quaerit et umor
non datur, ardorem qui membris stinguere possit,
sed laticum simulacra petit frustraque laborat
1100[regelnummer]
in medioque sitit torrenti flumine potans,
sic in amore Venis simulacra ludit amantis,
nec satiare queunt spectando corpora coram,
nec manibus quicquam teneris abradere membris
possunt errantes incerti corpore toto.
Denique cum membris conlatis flore fruuntur
aetatis, iam cum praesagit gaudia corpus
atque in eost Venus ut muliebria conserat arva,
adfigunt avide corpus iunguntque salivas
oris et inspirant pressantes dentibus ora -
1110[regelnummer]
nequiquam, quoniam nil inde abradere possunt
nec penetrare et abire in corpus corpore toto;
nam facere interdum velle et certare videntur:
usque adeo cupide in Veneris compagibus haerent,
membra voluptatis dum vi labefacta liquescunt.
Tandem ubi se erupit nervis collecta cupido,
parva fit ardoris violenti pausa parumper.
Inde redit rabies eadem et furor ille revisit,
cum sibi quod cupiunt ipsi contingere quaerunt,
nec reperire malum id possunt quae machina vincat:
1120[regelnummer]
usque adeo incerti tabescunt vulnere caeco.
[...]
| |
[pagina 176]
| |
[Vervolg Nederlands]1192[regelnummer]
Niet altijd veinst de vrouw het hete hijgen
Wanneer zij lijf aan lijf een man omhelzend
Zich vastzuigt in een lange natte zoen.
Vaak doet zij dat van harte en om 't genot
Te delen drijft zij hem naar 't hoogtepunt.
Want anders lieten vogels, vee en wild
Zich ook niet door hun mannetjes bedwingen,
Waren zij zelf niet loops; zij rijden ritsig
1200[regelnummer]
De penis op van het bespringend beest.
Je ziet ook dat een paar dat samen klaarkomt
Vaak wordt gekweld door wat hen houdt geketend.
Want dikwijls trekken honden op een straathoek
Elk naar één kant: ze willen van elkaar,
Maar door de paring zijn ze vastgeklonken.
Dat zouden ze nooit doen, als het genot
Niet allebei bedrieglijk had gevangen.
Ik zeg dus nog eens: lust komt van twee kanten.
[...]
Voor de getrouwde vrouw is wulps gekronkel
Onnodig: het belemmert de conceptie
1270[regelnummer]
Wanneer haar billen geil 's mans lid opwrijven
En heel haar lenig lijf aan 't golven slaat.
Dan neemt de vore niet de juiste stand aan,
| |
[Vervolg Latijn]1192[regelnummer]
Nec mulier semper ficto suspirat amore
quae complexa viri corpus cum corpore iungit
et pecudes et equae maribus subsidere possent,
si non, ipsa quod illarum subat ardet abundans
1200[regelnummer]
natura et Venerem salientum laeta retractat.
Nonne vides etiam quos mutua saepe voluptas
vinxit, ut in vinclis communibus excrucientur?
In triviis cum saepe canes, discedere aventes,
divorsi cupide summis ex viribu’ tendunt.
cum interea validis Veneris compagibus haerent,
quod facerent numquam, nisi mutua gaudia nossent
quae lacere in fraudem possent vinctosque tenere.
Quare etiam atque etiam, ut dico, est communi' voluptas.
[...]
Nec molles opu' sunt motus uxoribus hilum;
nam mulier prohibet se concipere atque repugnat,
1270[regelnummer]
clunibus ipsa viri Venerem si laeta retractat
atque exossato ciet omni corpore fluctus;
eicit enim sulcum recta regione viaque
| |
[pagina 177]
| |
[Vervolg Nederlands]De ploegschaar zit ernaast, het zaad schiet mis.
Daarom bewegen hoeren zich zo wulps,
Om te voorkomen dat ze zwanger worden
En tegelijk om lekkerder te zijn
Dan onze eega's, die het nut niet inzien.
't Komt ook niet door een god of Venus' pijlen
Als soms een lelijk mokkeltje bemind wordt.
1280[regelnummer]
Een vrouw maakt soms door haar manier van doen,
Door volgzaamheid en lichaamshygiëne
Dat je gemakkelijk met haar leert leven.
Per slot brengt de gewoonte liefde voort,
Want een herhaalde tik, hoe licht dan ook,
Brengt iemand op de lange duur ten val.
Kijk maar: zelfs water dat op rotsen druppelt,
Zal op den duur dwars door die rotsen boren.
| |
[Vervolg Latijn]vomeris atque locis avertit seminis ictum.
Idque sua causa consuerunt scorta moveri,
ne complerentur crebro gravidaeque iacerent,
et simul ipsa viris Venus ut concinnior esset;
coniugibus quod nil nostris opus esse videtur.
Nec divinitus interdum Venerisque sagittis
deteriore fit ut forma muliercula ametur;
1280[regelnummer]
nam facit ipsa suis interdum femina factis
morigerisque modis et munde corpore culto,
ut facile insuescat te secum degere vitam.
Quod superest, consuetudo concinnat amorem;
nam leviter quamvis quod crebro tunditur ictu,
vincitur in longo spatio tarnen atque labascit.
Nonne vides etiam guttas in saxa cadentis
umoris longo in spatio pertundere saxa?
|
|