De Tweede Ronde. Jaargang 26
(2005)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
Vertaalde poëzie | |
[pagina 155]
| |
Regels geschreven in het gastenboek te Elbingerode, in de HarzGa naar voetnoot*
| |
Lines Written in the Album at Elbingerode, in the Harz ForestI stood on Brocken's sovran hight, and saw
Woods crowding upon woocb, hilb over hill,
A surging scene, and only limited
By the blue distance. Heavily my way
Downward I dragged through fir groves evermore,
Where bright green moss heaves in sepulchral forms
Speckled with sunshine; and, but seldom heard,
The sweet bird's song became a hollow sound;
And the breeze, murmuring indivisibly,
Preserved its solemn murmur most distinct
From many a note of many a waterfall,
And the brook's chatter; 'mid whose islet-stones
The dingy kidling with its tinkling bell
Leaped frolicsome, or old romantic goat
Sat, his white beard slow waving. I moved on
In low and languid mood: for I had found
| |
[pagina 156]
| |
[Vervolg Nederlands]Dat hoge vormen hun subtieler invloed
Ontlenen aan het innerlijke Leven,
Of anders schone schijn zijn: schoon, maar zwak
Of lauw, waarin het hart geen profetie
En geen verleden vindt van vriend of kind
Of aardig meisje, onze eerste liefde,
Of vader, of de eerbiedwaardige naam
Van ons aanbeden land! O gij Vorstin,
Gij afgevaardigde Godheid der Aarde,
O dierbaar Engeland! Mijn gretig oog,
Westwaarts gekeerd, vormde in het wolkendek
Uw strand en witte klippen!
Vaderland!
Mijn hart, geheel vervuld van u, was trots,
Ja, tranen welden op, zodat het uitzicht
Van de verheven Broeken, bossen, heuvels,
Geheel wegdreef, zoals een droom die wijkt,
Zwak, vaag! O vreemdeling, wuif die aandriften
Niet smalend weg; ikzelf ontheilig ook niet
Met haastig oordeel of gemene twijfel
De meer sublieme geest van hem die voelt
Dat God alom aanwezig is! de God
Die 't mensdom vormde tot één sterk gezin,
Met Hem als Vader en de Aarde ons Thuis.
| |
[Vervolg Engels]That outward forms, the loftiest, still receive
Their finer influence from the Life within;-
Fair cyphers else: fair, but of import vague
Or unconcerning, where the heart not finds
History or prophesy of friend, or child,
Or gentle maid, our first and only love,
Or father, or the venerable name
Of our adoréd country! O thou Queen,
Thou delegated Deity of Earth,
O dear, dear England! How my longing eye
Turned westward, shaping in the steady clouds
Thy sands and high white cliffs!
My native Land!
Filled with the thought of thee this heart was proud,
Yea, mine eye swam with tears: that all the view
From sovran Brocken, woods and woody hills,
Floated away, like a departing dream,
Feeble and dim! Stranger, these impulses
Blame thou not lightly; nor will I profane,
With hasty judgment or injurious doubt,
That man's sublimer spirit, who can feel
That God is everywhere! The God who frames
Mankind to be one mighty family,
Himself our Father, and the World our Home.
|
|