De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] GedichtGa naar voetnoot* Guy Goffette (Vertaling Martin de Haan) De papegaai (Jan Fijt) Het is wel duidelijk wie ook hier de grootste mond heeft: het leven - niet de papegaai, gered bij wat een zondvloed, en die een twijg zoekt en verbaasd bemerkt dat de oude wereld hem trotseert - het leven dat tussen al het leed zijn laatste gala geeft, de schone vrouw, ons blinden aangeboden, altijd elders en verder zoekend naar haar bezieling en haar kleuren, ons ruïnerend achter de horizon, daar, aan 't einde der zee, waar boten ten onder gaan; hier is zij, weelderig en naakt overgeleverd aan 't wilde verlangen om haar heel lang te kussen op haar mond wanneer bereids de spijt ons grijpt tot in de ogen. Le Perroquet Jan Fijt) C'est encore elle ici qui parle le plus fort, la vie - et non le perroquet sauvé de quel déluge et qui cherche un rameau et s'étonne que le vieux monde lui résiste - elle qui donne son dernier gala parmi les plaies, la belle offerte aux aveugles que nous sommes, toujours quêtant ailleurs plus loin son souffle et ses couleurs et nous perdant derrière l'horizon, là, au bout de la mer où sombrent les bateaux; elle que voici opulente et livrée nue au furieux désir de la baiser longuement sur la bouche quand déjà le regret nous poisse jusqu'aux yeux. voetnoot* Deze vertaling vervangt de abusievelijk door de redactie gewijzigde versie die in het Franse nummer (Lente 1997) werd afgedrukt. Vorige Volgende