|
| |
| |
| |
Venetië
Ivan Boenin
(Vertaling Arthur Langeveld)
Weerzien met Venetië na jaren...
Telkens als je het station voorbijgaat
En de steiger oploopt, waait de stilte
Van Venetië je toe en raak je
Dronken van de zeelucht der kanalen.
Al die bootjes, barken, 't glanzend vette
Water in het schijnsel der lantarens,
Met daarachter lage gevelrijen
Als uit smoezelig ivoor gesneden,
En daarboven avond van het zuiden
Nat en kil, maar altijd overgoten
Door zacht blauw, al haast naar lila neigend, -
Goed is het dit alles weer te zien!
Zeven jaar... Ik sliep in de vertrouwde
Lage, oude kamer met de witte
Zoldering, met bloemetjes beschilderd.
's Ochtends hoor ik klokgelui, welluidend,
Zangerig, maar niet tot ons richt deze
Zuivere verlaten stem zijn boodschap,
Echo van het leven waar niets anders
Meer van over is dan enkel schoonheid!
's Morgens vielen schuine zonnestralen
In het nauwe steegje, roze schijnsel! -
Door de overkant weerkaatst - drong binnen
| |
Венеция
ВосемЬ лет в Венеции я не был...
Всякий раз, когда вокзал минуешь
И на нристань выйдешь, удивляег
Ог морекого воздуха каналов.
Этн лодки, барки, маслянистый
Блеск воды, о[...]нями озаренной,
А за нею низкий ряд фасадов
Как бы из слонрвой грязной кости,
А над ними синий южный вечер,
Мокрый и ненастный, но налитый
Синевою мягкою, лиловой, -
Радостно все это было видеть!
Восемь лет... Я спал в давно знакомой
Низкой, старой комнате, нод белым
Потолком, раснисанным цветами.
Утром слышу - колокол: и звонко
И певуче, но не к нам взывает
Этот чистый одинокий голос,
Голос давней жизни, от которой
Только красота одна осгалась!
Утром косо розовое солнце
Заглянуло в узкий переулок,
Озаряя отблеском от дома,
| |
| |
| |
[Nederlands]
In de kamer, - net als toen gevoelde
Ik met diepe vreugde de nabijheid
Van de zee, de vrijheid, zag ik boven
Platte daken vol met bollend wasgoed
Zacht-seringe blauwe plukjes wolken
Aan de vochtige turkooizen hemel.
Blootshoofd kwam een meisje aangelopen,
Zingend haalde ze het wasgoed binnen,
Slank en elegant... Ik zag het vóór mij:
Capri, Lamartine's Graciella...
Zeven jaar geleden was ik jonger,
Maar alleen van lichaam, niet van geest!
's Middags bij San Marco, lijkend op de
Patriarch van Syrië en Smyrna,
Glimlachte de zon door lichte nevel,
In verblindend parelmoeren roze.
Fel bescheen de zon de grijze muren
Van de Dogen en het plein, de duiven,
Koerende en naarstig graantjes pikkend
Voor de voeten van de forestieri.
Alles vonkte, hoeden, schoenen, stokken,
Toegeknepen ogen, witte tanden,
Vrouwen, in hun lichte zomerjurken
Lenteachtig mooi, ontvouwden zijden
Parasols om hun gelaat een glans van
Zijde te verlenen... Ik ging zitten
Op de galerij, bestelde koffie,
Vroeg een kranten dacht wat na... Wie jong is
Wéét waarvan hij houdt. Maar wij zijn anders.
Ons is alles even lief... Daarginder
| |
[Russisch]
От стены напротив - и опять я
Ралостную близость моря, воли
Ошутил, увидевши нал крышей,
Над бельем, что но ветру треиалось,
В жидком, влажно-бирюзовом небе.
А потом на крышу прибежала
И белье снимала, наневая,
Девушка с раскрытой головою,
Стройиая и тонкая... Я вспомнил
Канри, Грациэллу Ламартина...
Восемь лет назад я был моложе,
Но не сердцем, нет, совсем не сердцем!
В полдень, возле Марка, что казался
Патриархом Сирии и Смирны,
Солнце, улыбаясь в светлой дымке,
Перламутром розовым слепило.
Солнце пригревало стены Дожей,
Площадь и воркующих, кипящих
Сизых голубей, клевавших зерна
Под ногами щедрых форостьеров.
Все блестело - шляпы, обувь, трости,
Щурились глаза, сверкали зубы,
Светлыми нарядами, раскрыли
Шелковые зонтики, чтоб шелком
Озаряло лица... В галерее
Я сидел, спросил газету, кофе
И о чем-то думал... Тот, кто молод,
Знает, что он любит. Мы не знаем -
Целый мир мы любим... И далеко,
| |
| |
| |
[Nederlands]
Achter de kanalen en de vlakke
Stad die straalde in een matte weerschijn,
Achter 't groen van Adria's lagunes
Keek de leeuw met vleugels van zijn hoge
Zuil de verte in. Bij held're hemel
Ziet hij zuidelijk de Apenijnen,
Naar het noorden toe het drietal Golven
Van de Alpen, wier beijsde bochels
Spierwit tegen het azuur afsteken.
's Avonds mist, een ondoordringbaar melkgrijs
Rookgordijn. En in de mist het pluizig
Groen der lichten en de schaduwstrepen,
Door de palen der lantaarns geworpen.
Inktzwart in de rouw het Canal Grande,
Ingebed in mistig-rode lichten.
Loodzwaar en antiek het duister. Steegjes
Modderig en vuil. De mensen lopen
In het midden, net als op de Bühne.
Zoet de geur van pittige sigaren.
En genoeglijk in de galerijen
Helverlichte winkels en cafeetjes.
Britten kopen kant en oude boeken,
Goud op snee, met dikke, perkamenten
Bladzijden en grove sloten... Ik word
Door een meisje aangeklampt, ze houdt me
Aan mijn schouder vast en glimlacht naar me,
Klaaglijk en verlegen: ‘Mi d'un soldo!’
Lang daarna zat ik in een taverna,
Lang daarna dacht ik aan haar bekoorlijk
Warme blik, haar zwartfluwelen wimpers
En haar vodden... Denkelijk een Moorse!
| |
[Russisch]
За каналы, за лежавший плоско
И сиявший в тусклом блеске город,
В голубой простор глядел крылатый
Лев с колонны. В ясную погоду
Он на юге видит Апеннины,
А на сизом севере - тройные
Волны Альп, мерцающих над синью
Платиной горбов своих ледяных...
Вечером - туман, молочно-серый,
Дымный, непроглядный. И пушисто
Зеленеют в нем огни, столбами
Траурно Большой канал чернеет
В россыпи огней, туманно-красных,
Мрак тяжел и древен. В переулках -
Слякоть, грязь. Идут посередине, -
В опере как будто. Сладко пахнут
В светлых галереях - ярко блещут
Их кафе, витрины. Англичане
Покупают кружево и книжки
С толстыми шершавыми листами,
В переплетах с золоченой вязью,
С грубыми застежками... За мною
Девочка пристряла - все касалась
Жалостно и робко: ‘Мі d'un soldo!’
Долго я сидел потом в таверне,
Долго вспоминал ее прелестный
Жаркий взгляд, лучистые ресницы
И лохмотья... Может быть, арабка?
| |
| |
| |
[Nederlands]
's Nachts om één uur uitgegaan. Heel vochtig,
Maar wel warm en zacht. Op de piazzetta
Nat plaveisel. Teder ruikt de zeelucht,
Koud en kil de stank der glibberige,
Duist're stegen. Van het water komt de
Geur van watermeloen. Aan de hemel
Boven de piazzetta en het kerkje
Met de pausenbeelden aan de gevel,
Staat een bleke maan: soms helder schijnend,
Dan weer schuilgaand achter flarden nevel,
Achter najaarsmist, uit zee aandrijvend.
‘Slaap je al, Enrico?’ En geluidloos
Vaart hij traag de lange, zwarte doodskist
Van zijn gondel verder in het maanlicht,
Op de achtersteven zijn gestalte,
Lichtjes buigend en meteen weer groeiend...
Door de nauwe gangen van de straten,
Tussen hoge, zware muren gaat het...
In die gangen aken met hun lading
Hout of zeezout: voor de nacht geankerd.
Onderaan de muren palen, treden,
Schimmelig en slijmerig. De hemel
Is een lint met bleke, kleine sterren.
Heel Venetië is ingeslapen...
Enkel in een kroeg voor dieven, dronkaards,
Achter het station, dringt licht naar buiten.
Dof weerklinken kreten, uitgelaten
Lachen, twistgesprekken, met de vuisten
Wordt gebeukt op tafels die bemorst zijn
| |
[Russisch]
Ночью, в час, я вышел. Очень сыро,
Но тепло и мягко. На пьяцетте
Камни мокры. Нежно пахнет морем,
Холодно и сыро вонью скользких
Темных переулков, от канала -
Свежестью арбуза. В светлом небе
Над пьяцеттой, против папских статуй
На фасаде церкви - бледный месяц:
То сияет, то за дымом тает,
За осенней мглой, бегущей с моря.
‘Не заснул, Энрико?’ - Он беззвучно,
Медленно на лунный свет выводит
Длинный черный катафалк гондолы,
Чуть склоняет стан - и вырастает,
Стоя на корме ее... Мы долго
Плыли в узких коридорах улиц,
Между стен высоких и тяжелых...
В этих коридорах - баржи с лесом,
Барки с солью: стали и ночуют.
Под стенами - сваи и ступени,
В плесени и слизи. Сверху - небо,
Лента неба в мелких бледных звездах...
В полночь спит Венеция, - быть может,
Лишь в притонах для воров и пьяниц,
За вокзалом, светят щели в ставнях,
И за ними глухо слышны крики,
Буйный хохот, споры и удары
По столам и столикам, залитым
| |
| |
| |
[Nederlands]
Met Marsala en Vermouth... Dit late
Dronken leven heeft een zekere charme,
Met zijn dronkaards, hoeren en matrozen!
‘Ho amato, amo, Desdemona!’
Zegt Enrico, zacht het wijsje zingend,
En misschien hoort iemand zijn geneurie,
Iemand in dat donkere huis bijvoorbeeld -
Iemand die verliefd is... Achter tralies
Is een tuintje zichtbaar: naakte bomen,
Haast doorschijnend in de zuivere hemel,
Glinsterend als glas, er dringt een geur van
Wijn en honing tot mij door... Die wijngeur
Uit de tuin is teerder dan de lente!
Grof, afgunstig, gretig is wie jong is.
Jeugd kent niet de vreugde: te aanschouwen
Desdemona met betraande wimpers
Die een ander liefheeft...
Zien we hemel, maanlicht, watervlakte!
Welkom hemel, welkom helder maanlicht,
Spel van licht weerkaatst in golfjes, dunne
Blauwe nevel waarin huizen, kerken
In de verte sprookjesachtig lijken.
Welkom wijde, nachtelijke verten
Van de gouden, ademloze kustlijn,
Welkom verre lichtjes der expresse
Die zich als een gouden ketting zuidwaarts
(30.08.1913)
| |
[Russisch]
Марсалой и вермутом... Есть прелесть
В этой поздней, в этой чадной жизни
Пьяниц, проституток и матросов!
‘Ho amato, amo, Desdemona’!, -
И, быть может, слышит эту песню
Кто-нибудь вот в этом темиом доме -
Та душа, что любит... За оградой
Вижу садик, в чистом небосклоне -
Голые, прозрачные деревья,
И стеклом блестят они, и пахнет
Сад вином и медом... Этот винный
Запах листьев тоньше, чем весенний!
Молодость груба, жадна, ревнива,
Молодость не знает счастья - видеть
Слезы на ресницах Дездемоны,
Выход в небо, в лунный блеск и воды!
Здравствуй, небо, здравствуй, ясный месяц,
Перелив зеркальных вод и тонкий
Голубой туман, в котором сказкой
Кажутся вдали дома и церкви!
Здравствуйте, полночные просторы
Золотого млеющего взморья
И огни чуть видного экспресса,
30 VIII. 13
|
|
Auteursrechtelijk beschermd