De Tweede Ronde. Jaargang 12
(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
Elf gedichten
| |
Wind and TreeIn the way that most of the wind
Happens where there are trees,
Most of the world is centred
About ourselves
Often where the wind has gathered
The trees together,
One tree will take
Another in her arms and hold.
Their branches that are grinding
Madly together,
It is no real fire.
They are breaking each other.
Often I think I should be like
The single tree, going nowhere,
Since my own arm could not and would not
Break the other. Yet by my broken bones
I tell new weather.
| |
[pagina 159]
| |
OpstappenToen Odysseus zich mat met de wijnrode zee
Bleef zijn handboog thuis bij Penelope,
Die voor niemand zou buigen dan hem alleen.
Traag schuif ik langs de boekenkast heen,
Langs Byron, die boef, Raymond Chandler,
Howard Hughes; The Hidden Years,
Langs Blaise Pascal, die, in lederen band,
De leegte peilde aan zijn linkerkant:
Boeken die je hield voor je eigendom
Laten los als stenen en vallen om
Met een plons in dit zich verwijdend nauw
Dat mij scheidt van mijn lieve vrouw;
Een primus, slaapzak, de boog die ik eens
Kocht per postorder, uit een catalogus
Toen ik dertien-veertien was en die
Boog en barstte voor 't geeft niet wie,
Zo'n dingetje op jongensmaat
Van laagjes groen, stug esdoornhout.
Moest ik ooit scheepgaan op die wijnrode zee -
Dan nam ik zeker mijn boog met me mee.
| |
Making the MoveWhen Ulysses braved the wine-dark sea
He left his bow with Penelope,
Who would bend for no one but himself.
I edge along the book-shelf,
Past bad Lord Byron, Raymond Chandler,
Howard Hughes; The Hidden Years,
Past Blaise Pascal, who, bound in hide,
Divined the void to his left side:
Such books as one may think one owns
Unloose themselves like stones
And clatter down into this wider gulf
Between myself and my good wife;
A primus stove, a sleeping-bag,
The bow I bought through a catalogue
When I was thirteen or fourteen
That would bend, and break, for anyone,
Its boyish length of maple upon maple
Unseasoned and unsupple.
Were I embarking on that wine-dark sea
I would bring my bow along with me.
| |
[pagina 160]
| |
Waar Brownlee heen isWaar Brownlee heen is en om welke reden
Is een raadsel tot op vandaag.
Want als er ooit één tevreden
Kon zijn, dan hij wel: drie bunder graan
En aardappels, vier ossen,
Een melkkoe, leien daken.
Het laatst werd hij gezien toen hij op een vroege morgen
In maart goedsmoeds uit ploegen was gegaan.
Rond twaalf was Brownlee beroemd.
Men trof zijn spul verlaten, de grond
Op één ril na geploegd, zijn zwarte span
Paarden, net man en vrouw,
Hun gewicht verplaatsend, van de ene voet
op de andere, en in de toekomst starend.
| |
Why Brownlee LeftWhy Brownlee left, and where he went,
Is a mystery even now.
For if a man should have been content
It was him; two acres of barley,
One of potatoes, four bullocks,
A milker, a slated farmhouse.
He was last seen going out to plough
On a March morning, bright and early.
By noon Brownlee was famous;
They had found all abandoned, with
The last rig unbroken, his pair of black
Horses, like man and wife,
Shifting their weight from foot to
Foot, and gazing into the future.
| |
[pagina 161]
| |
De vrouw met de baard (Ribera)Op de kermis heb ik er ooit eens een
Een fles whisky leeg zien slurpen,
Maar niets dat haalt bij deze dame
Hier op de voorgrond hurkend
Om de zuigeling te laven,
Met wat haar man wel zal zijn
Haast bijna buiten beeld.
Toch niet een uit de hand gelopen
Heilige familie?
Ze heeft het gezicht van mijn opa,
Alleen was zijn baard
Niet zo weelderig zwart.
Een tiet, de rechter, ontbloot
En uitgeleend aan haar kind
Dat absoluut niets van een kind heeft
Zo te zien is 't ook negentig jaar.
Deze niet te geloven Madonna
Heeft mij geheel in haar ban.
Maar welhaast tegen wil en dank
Gaat weer mijn oog naar de gestalte
In het halfdonker, als een tak zo slank
En gladgeschoren, alsof hij maar
Eventjes aan was komen lopen
Tussen die zekering vervangen
En de ontbijtvaat door.
| |
The Bearded Woman, by RiberaI've seen one in a fairground,
Swigging a quart of whiskey,
But nothing like this lady
Who squats in the foreground
To suckle the baby,
With what must be her husband
Almost out of the picture.
Might this be the Holy Family
Gone wrong?
Her face belongs to my grand-da
Except that her beard
Is so luxuriantly black.
One pap, her right, is bared
And borrowed by her child,
Who could not be less childlike.
He's ninety, too, if he's a day.
I'm taken completely
By this so unlikely Madonna.
Yet my eye is drawn once again,
Almost against its wishes,
To the figure in the shadows,
Willowy, and clean-shaven,
As if he has simply wandered in
Between mending that fuse
And washing the breakfast dishes.
| |
[pagina 162]
| |
EgelDe slak beweegt zich als een
Zweefboot, overeindgehouden door
Een rubberlaag van eigen maaksel
En zijn geheim deelt hij
Met de egel. De egel
Deelt zijn geheim met niemand.
Wij zeggen: Egel, kom uit
Jezelf, dan houden we van jou.
We menen het goed. We willen
Alleen maar horen wat jij
Te zeggen hebt. We willen
Jouw antwoord op onze vragen.
De egel laat niets los
En blijft geheel op z'n eigen.
Wij zijn benieuwd wat een egel
Te verbergen heeft, vanwaar die argwaan.
Wij vergeten de god
Onder zijn doornenkroon.
Vergeten dat geen god ooit
De wereld nog vertrouwt.
| |
HedgehogThe snail moves like a
Hovercraft, held up by a
Rubber cushion of itself,
Sharing its secret
With the hedgehog. The hedgehog
Shares its secret with no one.
We say, Hedgehog, come out
Of yourself and we will love you.
We mean no harm. We want
Only to listen to what
You have to say. We want
Your answers to our questions.
The hedgehog gives nothing
Away, keeping itself to itself.
We wonder what a hedgehog
Has to hide, why it so distrusts.
We forget the god
Under this crown of thorns.
We forget that never again
Will a god trust in the world.
| |
[pagina 163]
| |
(Vertaling Charles Forceville)
| |
CubaMy eldest sister arrived home that morning
In her white muslin evening dress.
‘Who the hell do you think you are,
Running out to dances in next to nothing?
As though we hadn't enough bother
With the world at war, if not at an end.’
My father was pounding the breakfast-table.
‘Those Yankees were touch and go as it was -
If you'd heard Patton in Armagh -
But this Kennedy's nearly an Irishman
So he's not much better than ourselves.
And him with only to say the word.
If you've got anything on your mind
Maybe you should make your peace with God.’
I could hear May from beyond the curtain.
‘Bless me, Father, for I have sinned.
I told a lie once, I was disobedient once.
And, Father, a boy touched me once.’
‘Tell me, child. Was this touch immodest?
Did he touch your breast, for example?’
‘He brushed against me, Father. Very gently’
| |
[pagina 164]
| |
Iets andersToen je zeekreeft uit de tank gevist werd
om te wegen
dacht ik aan wede,
aan meekrap, aan vervliegende, indigo inkt,
aan hoe Nerval
vaak een kreeft
aan een ragfijne draad uit wandelen nam,
aan hoe, toen een gepaste tussenpoos
was verstreken
(son front rouge encor du baiser de la reine)
en zijn hoop op Adrienne
ijdel bleek,
hij zich aan een lantarenpaal verhing
met een stuk ketting, wat me deed denken
aan iets anders, toen aan weer iets anders.
| |
Something ElseWhen your lobster was lifted out of the tank
to be weighed
I thought of woad,
of madders, of fugitive, indigo inks,
of how Nerval
was given to promenade
a lobster on a gossamer thread,
how, when a decent interval
had passed
(son front rouge encor du baiser de la reine)
and his hopes of Adrienne
proved false,
he hanged himself from a lamp-post
with a length of chain, which made me think
of something else, then something else again.
| |
[pagina 165]
| |
The Lass of AughrimBij een zijrivier van de Amazone
stapt een Indiaanse jongen
uit het bos
en zet aan op een fluit.
Stel je mijn vreugde voor
als we de motor uitdoen
en ik herken de wijs
van The Lass of Aughrim.
‘Hij hoopt,’ legt Jesus uit,
‘het water vissen
te ontlokken
met wat eens de tibia was
van een priester
met een allang opgegeven Missie.’
| |
The Lass of AughrimOn a tributary of the Amazon
an Indian boy
steps out of the forest
and strikes up on a flute.
Imagine my delight
when we cut the outboard motor
and I recognize the strains
of The Lass of Aughrim.
‘He hopes,’ Jesus explains,
‘to charm
fish from the water
on what was the tibia
of a priest
from a long-abandoned Mission.’
| |
[pagina 166]
| |
Sushi‘Waarom verdoen we zo veel tijd met ruzie?’
We zaten aan de sushi-bar
te drinken, Kirin bier,
en te kijken hoe de Meesterkok
kieskeurig
zalm, tonijn en geelstaart ontleedde
terwijl een licht beweeglijkere
leerling
de rijst bewaaierde,
elke korrel gemagnetiseerd
in dezelfde richting - oost.
Toen kwamen de doorschijnende repen
octopus,
inktvis en kommeraal,
gemberpekel
en bleekgroene mierikswortel...
‘Het is alsof je met een doodsdrift worstelt.
Je bent zelfs niet aanspreekbaar...’
Op het trottoir
een vrouw in tricot
met een echte luipaard
aan de lijn.
Heel even zag ik door de kuit
van zee-egels heen
de erogene
zones van elft en zeebrasem;
| |
Sushi‘Why do we waste so much time in arguing?’
We were sitting at the sushi-bar
drinking Kirin beer
and watching the Master chef
fastidiously shave
salmon, tuna and yellowtail
while a slightly more volatile
apprentice
fanned the rice,
every grain of which was magnetized
in one direction - east.
Then came translucent strips
of octopus,
squid and conger,
pickled ginger
and pale-green horseradish...
‘It's as if you've some kind of death-wish.
You won't even talk...’
On the sidewalk
a woman in a leotard
with a real leopard
in tow.
For an instant I saw beyond the roe
of sea-urchins,
the erogenous
zones of shad and sea-bream;
| |
[pagina 167]
| |
[Nederlands]Ik zag, toen de wasem
optrok, hoe deze leerling
de delicate bloembladen
van een roos gecreëerd had
niet uit een kostbaar metaal
of hout of steen
(‘Als het zo moet eet ik net zo lief alleen.’)
maar het staartstuk van een wortel:
hoe hij dit kunststuk aan het oordeel
onderwierp van de Meester -
Getuigt het niet van grote arrogantie
te stellen: God bergt niet méér arcana
dan de smaak van oregano,
in origine, de binnenste organen
van beesten, vogels, de mijnen van Arigna,
de poëzie van Louis Aragon? -
het had alabaster kunnen zijn
of jade,
zoveel ernst verraadde
de schattende Meesterhand
en de blik van een man vast niet onbekend
met het verschil tussen, zeg, Duns Scotus en Scotus Eriugena.
| |
[Engels]I saw, when the steam
cleared, how this apprentice
had scrimshandered a rose's
exquisite petals
not from some precious metal
or wood or stone
(‘I might just as well be eating alone.’)
but the tail-end of a carrot:
how when he submitted this work of art
to the Master -
Is it not the height af arrogance
to propose that Gad's no more arcane
than the smack of oregano,
orgone,
the inner organs
of beasts and fowls, the mines of Arigna,
the poems of Louis Aragon? -
it might have been alabaster
or jade
the Master so gravely weighed
from hand to hand
with the look of a man unlikely to confound
Duns Scotus, say, with Scotus Eriugena.
| |
[pagina 168]
| |
(Vertaling Wiebe Hogendoorn)
| |
QuoofHow often have I carried our family word
for the hot water bottle
to a strange bed,
as my father would juggle a red-hot half-br
in an old sock
to his childhood settle.
I have taken it into so many lovely heads
or laid it between us like a sword.
An hotel room in New York City
with a girl who spoke hardly any English,
my hand on her breast
like the smouldering one-off spoor of the yeti
or some other shy beast
that has yet to enter the language.
| |
Het grote huisIk was enkel het meisje voor dag en nacht
Maar de eerste die zag dat er iets mis was.
Vanzelf was ik altijd het eerst uit bed.
De kippen legden nooit twee dagen achtereen
Op dezelfde plek. Ik stond vroeg op
En zocht op het erf naar nieuwe nesten.
Van mevrouw mocht ik het eiergeld houden.
En op die avond waren er gasten.
Mevrouw Le Grand van de bridgeclub
En een jonge schrijver van kinderverhalen,
Dus ik wilde dat alles 's ochtends piekfijn was
Als het stel beneden kwam ontbijten.
| |
The Big HouseI was only the girl under the stairs
But I was the first to notice something was wrong
I was always first up and about, of course.
Those hens would never lay two days running
In the same place. I would rise early
And try round the haggard for fresh nests.
The mistress let me keep the egg-money.
And that particular night there were guests,
Mrs de Groot from the bridge set
And a young man who wrote stories for children,
So I wanted everything to be just right
When they trooped down to breakfast that morni
| |
[pagina 169]
| |
[Nederlands]Ik sliep helemaal boven in die kast van een huis,
Een piepkleine kamer met enkel een koekoek.
Ik borstelde m'n haar en trok m'n jurk recht
En stond net met een half been in de gang
Toen het me opviel. Die ouwe dichtgetimmerde deur
Stond wijd open. Een stapel puin en klinkers
Lag uitgespreid op de overloop.
Ik liep door naar beneden. Stond gebukt bij het hooi
Toen gekletter van hoeven klonk op de plaats.
Het blesje van de jonker had zoals altijd
Met vaste voet zelf haar thuisweg gevonden.
Hij zwaaide wat. Viel toen voorover op de keien.
Hij rook zelfs helemaal niet naar whiskey.
Ze denken nog steeds dat hij stierf van angst,
Dat een oudere broer in het huis rondspookte
Vermoord om z'n eerstgeboorterecht.
Mensen trekken altijd hun conclusies.
Wat me vooral bijblijft van die ochtend
Is dat iedereen zo kalm reageerde.
Mevrouw stond erop dat het leven gewoon doorging
Net als altijd. Het ontbijt werd opgediend
Om klokke negen. Ik hoor nog mevrouw Le Grand
Zeggen dat ze ooit zeven harten had geboden.
Wat de schrijver vertelde was strikt voor volwassenen.
| |
[Engels]I slept at the very top of that rambling house,
A tiny room with only a sky-light window.
I had brushed my hair and straightened my dress
And was just stepping into the corridor
When it struck me That old boarded-up door
Was flung open. A pile of rubble and half-bricks
Was strewn across the landing floor.
I went on down I was stooping among the hay-stacks
When there came a clatter of hooves in the yard.
The squire's sure-footed little piebald mare
Had found her own way home, as always.
He swayed some. Then fell headlong on the cobbles.
There was not so much as the smell of whiskey on him.
People still hold he had died of fright,
That the house was haunted by an elder brother
Who was murdered for his birthright.
People will always put two and two together.
What I remember most of that particular morning
Was how calmly everyone took the thing.
The mistress insisted that life would go on quietly
As it always had done. Breakfast was served
At nine exactly. I can still hear Mrs de Groot
Telling how she had once bid seven hearts.
The young man's stories were for grown-ups, really.
|
|