De Tweede Ronde. Jaargang 10(1989)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Twee gedichten Willem M. Roggeman Onderbroken interview met Shakespeare Op een midzomeravond toen het niet langer meer ging omdat zelfs het-alleen-zijn soms te lang kan duren plaatste ik een stoel tegenover mij en op de stoel een portret van Shakespeare. Ik praatte langdurig met hem en hij luisterde geduldig, zonder mij te onderbreken, zodat hij ook een groot luisteraar bleek te zijn, en daarna stelde ik hem vragen waar hij gretig op inging, met uitvoerige antwoorden, want het was lang geleden dat iemand hem nog wat gevraagd had. Hij vertelde honderduit hoe hij verplicht werd te trouwen met de veel oudere Ann Hathaway en over zijn vriendschap met de graaf van Southampton voor wie hij het gedicht ‘Venus and Adonis’ schreef, wat hij allemaal had meegemaakt in de grauwe steegjes en sloppen van Londen en de blauwe kleur van het verlangen naar de bomen en grasperken van Stratford. Hij was net begonnen met te vertellen wat hij van zichzelf had geprojecteerd in Romeo en wie in feite zijn Julia was toen een man de kamer binnenkwam. [pagina 69] [p. 69] Zonder een woord te zeggen keek de man spiedend in het rond en met een kort en snel gebaar legde hij een ei tussen de haren van Shakespeare alsof het een vogelnest betrof. Daarna begon hij luid en met overtuiging koekoek, koekoek te roepen. Shakespeare haalde het ei uit zijn haar en keek er met droefenis naar. Hij schudde het hoofd, onbegrijpend of afkeurend, en viel toen luid rinkelend in honderden kleurrijke glasscherven uit elkaar. African Queen voor Mariam Niets van haar gaat voorbij. De spiegel houdt haar beeld vast. Het bed bewaart haar vorm precies zoals ze heeft gelegen. De volheid van haar mond, de zachtheid van haar knieën, zo iets lost nooit meer op. Zelfs haar parfum is een deel van mij geworden. En alles wat ze zei is aanwezig, zij kan nooit verdwijnen, ook al is zij nu onzichtbaar. Haar tong proefde naar liefde. Haar handen vertelden over tederheid. Al wat ze streelde van mij is nu weg, is nu bij haar, is nu van haar. Ik weet nog hoe het was toen zij er was. Ik kijk naar haar ook als zij er niet meer is. Vorige Volgende