De Tweede Ronde. Jaargang 7
(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 196]
| |
Twee gedichten
| |
[Spaans]ES una antorcha al aire esta palmera,
verde llama que busca al sol desnudo
para beberle sangre; en cada nudo
de su tronco cuajó una primavera.
Sin bretes ni eslabones, altanera
y erguida, pisa el yermo seco y rudo;
para la miel del cielo es un embudo
la copa de sus venas, sin madera.
No se retuerce ni se quiebra al suelo;
no hay sombra en su follaje, es luz cuajada
que en ofrenda de amor se alarga al cielo,
la sangre de un volcán que, enamorada
del padre Sol, se revistió de anhelo
y se ofrece, columna, a su morada.
| |
[pagina 197]
| |
Op een begraafplaats in CastiliëOord van doden, tussen povere muren,
eveneens van klei gemaakt;
schamele grond waar de zeis niet komt
en in de verlatenheid niets dan een kruis
dat op jouw bestemming duidt.
Bij die muren zoeken schapen,
op doortocht in kudde, beschutting tegen
de zweep van de noordenwind,
en op hun wering breken als golven
de geluiden van de ijdele geschiedenis.
Als een eiland omgeeft je
in juni de gouden zee
van de aren die wuiven in de wind
en boven jou zingt de leeuwerik
het lied van de oogst.
Wanneer in de regen de hemel afdaalt
en ook van jouw grond
waar de sikkel niet komt, arm oord van doden!
het heilige gras doordrenkt
voelt het gebeente de roep
van het levende water.
Over jouw hoogte van leem en steen komen
de gevleugelde zaadjes,
of barmhartig dragen de vogels ze aan
en tussen de verwaarloosde kruisen
groeien verborgen papavers,
silenen, margrieten, heide en distels,
alleen voor de vogelen des hemels een weide.
| |
En un Cementerio de lugar castellano
Corral de muertos, entre pobres tapias,
hechas también de barro,
pobre corral donde la hoz no siega,
sólo unz cruz, en el desierto campo
señala tu destino.
Junto a estas tapias buscan el amparo
del hostigo del cierzo las ovejas
al pasar trashumantes en rebaño,
y en ellas rompen de la vana historia,
como las olas, los rumores vanos.
Como un islote en junio,
te ciñe el mar dorado
de las espigas que a la brisa ondean,
y canta sobre ti la alondra el canto
de la cosecha.
Cuando baja en la lluvia el cielo al campo
baja también sobre la santa yerba
donde la hoz no corta,
de tu rincón úpobre corral de muertos!,
y sienten en sus huesos el reclamo
del riego de la vida.
Salvan tus cercas de mampuesto y barro
las aladas semillas,
o te las llevan con piedad los pájaros;
y crecen escondidas amapolas,
clavelinas, magarzas, brezos, cardos,
entre arrumbadas cruces,
no más que de las aves libres pasto.
| |
[pagina 198]
| |
[Nederlands]Jouw woest struikgewas, o heilige grond,
wordt slechts omgespit
om van een ziel de korrel te zaaien
die in de wereld geleden heeft;
daarna ligt over het gezaaide
voor lange tijd braakland.
Langs jou loopt de weg van de levenden,
niet ommuurd, niet omsloten als jij,
waar het een komen is en een gaan,
een lachen en een schreien,
een schateren of snikken dat de eeuwige
stilte van jouw ruimte verstoort.
Als langzaam de zon is gezonken
en in het uur van inkeer
dat tot rust maant en gebed
de dorheid ten hemel trekt
blijft het ruwe stenen kruis
van jouw aarden muur achter
om als een wachter die nooit slaapt
over de slaap van de akkers te waken.
Geen kerk van levenden heeft een kruis
met rond zich slapend volk;
als een trouwe hond behoedt het kruis
de rust van de ten hemel gedreven doden.
En vanuit het nachtelijk gewelf telt
Christus, de Opperherder,
met ontelbare glinsterende ogen
de schare van zijn schapen.
Arm oord van doden tussen muren,
van dezelfde aarde gemaakt;
slechts een kruis bepaalt jouw bestemming
in de uitgestorvenheid van het land.
| |
[Spaans]Cavan tan sólo en tu maleza brava,
corral sagrado,
para de un alma que sufrió en el mundo
sembrar el grano;
luego, sobre esa siembra,
barbecho largo!
Cerca de ti el camino de los vivos,
no como tú, con tapias, no cercado,
por donde van y vienen,
ya riendo o llorando,
rompiendo con sus risas o sus lloros
el silencio inmortal de tu cercado!
Después que lento el sol tomó ya tierra,
y sube al cielo el páramo
a la hora del recuerdo,
al toque de oraciones y descanso,
la tosca cruz de piedra
de tus tapias de barro
queda, como un guardián que nunca duerme,
de la campiña el sueño vigilando.
No hay cruz sobre la iglesia de los vivos,
en torno de la cual duerme el poblado;
la cruz, cual perro fiel, ampara el sueño
de los muertos al cielo acorralados.
Y desde el cielo de la noche, Cristo,
el Pastor Soberano,
con infinitos ojos centellantes
recuenta las ovejas del rebaño!
Pobre corral de muertos entre tapias
hechas del mismo barro,
sólo una cruz distingue tu destino
en la desierta soledad del campo!
|
|