De grote meren
Iosif Brodski
(Vertaling Werkgroep Slavistiek Leiden)Ga naar voetnoot*
Toen, in het paradijs der kaakchirurgen,
Wier dochteren per post al jaren lang
Inkopen doen in Londen, en wier tang
De kies van het verstand weet los te wurgen,
Was ik, van wiens gebit zijn staan gebleven
Ruïnes gaver dan het Parthenon,
Van een verrotte natie de spion,
Geheim agent, en in het dagelijks leven
Professor in de kunst van vertalen.
Ik woonde in een college aan het meer,
Waar ik de plaatselijke jeugd steeds weer
Op dinsdag door de mangel stond te halen.
En alles wat ik maakte in dat land
Werd onontkoombaar tot gedachtenstrepen.
Ik viel amechtig op mijn ledikant,
Mijn jas nog aan, en als ik 's nachts dan even
Een ster verschieten zag op het plafond,
Dan kwam die naar de regels der verbranding,
Voordat ik inderhaast iets wensen kon
Vlak naast mijn wang tot een abrupte landing.
(1972)
| |
В озерном краю
В те времена в стране зубных врачей,
чьи дочери выписывают вещи
из Лондона, чьи стиснутые клещи
вздымают вверх на знамени ничей
Зуб Мудрости, я, прячущий во рту
развалины почище Парфенона,
шпион, лазутчик, пятая колонна
гнилой цивилизиции - в быту
профессор красноречия - я жил
з колледже возле Главного из Пресных,
где занят был из недорослей местных
по вторникам вытягиваньем жил.
Все то, что я писал в те времена,
сводилось неизбежно к многоточью.
Я падал, не расстегиваясь, на
постель свою. И ежели я ночью
отыскал звезду на потолке,
она, согласно правилам сгоранья,
сбегала на подушку по щеке
быстрей, чем я загадывал желанья.
1972
Анн Арбор, Мичиган
|
-
voetnoot*
-
De Werkgroep Slavistiek Leiden bestaat uit: Margriet Berg, Yolanda Bloemen, Wanda Bruining, Sjifra Herschberg, Nettie Jansen, José van Leeuwen, Theo Maarten van Lint, Anne Pries, Karel van het Reve, Peter Wezel, Marja Wiebes.
|