De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Het heden Nikolaj Goemiljov (Vertaling Werkgroep Slavistiek Leiden) Ik sloot mijn Homerus en keek uit het raam, Terwijl op mijn lippen het laatste woord trilde. Helder straalde een licht - van lantaren of maan - En de langzame stap van de wachter verstilde. Zo dikwijls ontmoette mijn dwalende oog Een blik van herkenning in andere ogen, Agamemnons in hemdsmouwen achter de toog, Over scheepvaartpapieren Odysseus gebogen. In het verre Siberië wervelt de sneeuw, Daar verstijven in glinsterend ijs mastodonten, In de stormwind verwaait hun weemoedige schreeuw, Vlammend rood kleurt hun bloed - eeuw na eeuw - horizonten. Ik ben ziek van het boek en bedroefd van de maan, Misschien heb ik wel geen behoefte aan Troje. Kijk, hoe wonderlijk teder begroet in de laan Gymnasiast gymnasiaste, als Daphnis eens Chloë. Современность Я закрыл Илияду и сел у окна, На губах трепетало последнее слово, Что-то ярко светило - фонарь иль луна, И медлительно двигалась тень часового. Я так часто бросал испытующий взор И так много встречал отвечающих взоров, Одиссеев во мгле пароходных контор, Агамемнонов между трактирных маркеров. Так, в далекой Сибири, где плачет пурга, Застывают в серебряных льдах мастодонты, Их глухая тоска там колышет снега, Красной кровью - ведь их - зажжены горизонты. Я печален от книги, томлюсь от луны, Может быть, мне совсем и не надо героя, Вот идут по аллее, так странно нежны, Гимназист с гимназисткой, как Дафнис и Хлоя. Vorige Volgende