De Tweede Ronde. Jaargang 7
(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| |
Vier gedichten
| |
[pagina 172]
| |
Zittend aan de oevers van JeruzalemZittend aan de oevers van Jeruzalem,
zijn voeten in het volkerenwater:
Romeinen en Ammonieten en Grieken
en Joden, stofwolken.
En zo nu en dan, uit de oostelijke woestijn,
uit het land van zoutpilaren,
komen in het wit geklede groepen
met stille ritmische passen aan.
Zo nu en dan maakt rood vlees
zich van het stof los, vlak voor zijn dood,
alsof het uit een mummie schiet, die
nog niet afgemaakt is.
Zoiets hoort toch hier niet, nu niet,
het moet verborgen worden, verzwegen
als de kreet van een kind dat pas geboren is
van een moeder wier bijslaper geen gezicht heeft.
In deze plechtige stilte van aflossing van de wacht,
zo haastig, zo
angstig en verlaten
zo naakt en schor is
de gekwelde
de gebroken
kreet
waarom hebt gij
mij verlaten.
| |
[pagina 173]
| |
Probleem voor de inlichtingendienstA.
De inlichtingendienst
weet alles
alles
is voorspeld en gefotografeerd
ook het pad van een slang op een rots
en een schip in volle zee
en ook
de flitsende straaljagers
op de route van de kraanvogels
en de baan van granaten
als die van de bijen.
Het is saai
je te begeven naar oorden
die voorspelbaar zijn en geliger
dan je eigen oude vrouw.
Ook de vijanden,
alsof ze het met opzet doen,
zijn allemaal dood en je kunt
de doden onmogelijk verhoren,
je kunt alleen
onderweg de tijd doden
met scherpe potloden op
doorzichtig papier.
| |
[pagina 174]
| |
B.
De inlichtingendienst
weet alles, daarom is hij
zo onverschillig,
daarom is het zeer verbazingwekkend dat -
zonder enige aanwijzing in de planning -
een scherpzinnig geheim agent
ineens op de weg heeft gebraakt. -
alleen maar omdat
de mannen
naast de eigenaardige
wagen
onherkenbaar verbrand
waren, zijn ze van ons of
van de vijand?
Op een gegeven moment grijpt de rilling
ook degenen die zich afsluiten, de binnenmensen, die
je de rug toekeren en in afzondering pissen
bij de ondergaande zon, genietend
van de tintenschakering, als kunstenaars.
Ook zij zullen zich op een gegeven moment, als ze bijvoorbeeld
een verborgen plek voor hun uitwerpselen zoeken,
opeens, en tot hun schrik, realiseren
dat de grond in het laagland al geheel is omgeploegd
en dat men nu ook in de bergen al begraaft.
|
|