Ton Naaijkens
Ongebaande wegen
Sonja vom Brocke werkt alsof het onderwerp dat zij aansnijdt bepaalt hoe de tekst eruit ziet - ze beperkt zich niet tot gangbare vormen die zich aanbieden. In haar eigenlijke debuutbundel Venice singt staat bijvoorbeeld een afdeling ‘Cameeën’, miniatuurgedichten waar zich in het reliëf stieren, nimfen en honden aftekenen, bezet met waarnemingen die naar actualiteit en mythen verwijzen. De meeste andere gedichten zijn wilder, grilliger, buitengewoon associatief en helemaal niet uit op decoratieve schoonheid of een lopend verhaal. De taal zelf nodigt ertoe uit ongebaande wegen in te slaan. Sommige teksten dragen weer wel kenmerken van proza en lijken een verhaal op te pakken, bijvoorbeeld wat er met iemand gebeurt als die de Auerstraße in Berlijn inloopt of een bijzonder persoon ontmoet. Vrijwel meteen ontstaat er dan een andere gelaagdheid waarin de eerste werkelijkheid gefictionaliseerd wordt en een andere verbeelding het voor het zeggen krijgt. Al haar teksten reageren scherp en intens op het actuele - de commercialisering, de medialisering, de vernietiging van onze leefwereld, de manier waarop het internet de mensen binnenloodst in de nieuwe hedendaagsheid van het antropoceen.
Deze dichteres boort alle lagen en registers van de taal aan, hoog en laag, en zij aarzelt niet die te vermengen. Ze is sterk in onverwachte beelden. Vooral de unieke, ongegeneerde, bijzonder speelse combinaties van woorden vallen op. Sonja vom Brocke reageert indringend op andere teksten maar vaker nog op andere media en niet-talige kunstvormen, een lied van Peer Raben, een tv-serie of de reeksen abstracte en esoterische schilderingen van Hilma af Klimt. In de afdeling ‘Gemäldegalerie’ in Venice singt speelt ze toe op Titiaan, Cranach en Lippi, maar ook op de vrouwelijke zaalwacht, als vlees dat verf geworden is. Haar teksten zijn abstract en figuratief tegelijk en volgen een geheel eigen, eigenzinnig maar aantrekkelijk ritme. Je zou denken dat de taal van Sonja vom Brocke, die zo hangt aan klank, soms op de vlucht lijkt voor betekenis en samenhang, maar de lichamelijkheid die haar woorden oproepen, is er een die streeft naar de volheid van aandachtig en verrassend eenentwintigste-eeuws leven.