| |
| |
| |
Rolf Dieter Brinkmann
Fragment bij een paar populaire songs
Vertaling: Ton Naaijkens
Ontleningen, citaten: ‘De gekte van de tijd & wat
ze verlangde, wat fratsen meer.’
...de zomer haast voorbij, en waar zullen we dan zijn? De geschiedenis van m'n leven,
1-9-74: 37 min. na 1 uur 's nachts, uitgelopen
maanlicht op de daken, boven de Engelbertstr.
‘Is 't parlement weggejaagd?’
‘Hoe zit 't met de verrotte steden?’
‘Hier ontbreekt nog 'n handtekening.’
In vunzige dromen tellen ze hun dialogen. Schimmige zakenvrienden antwoorden
met lange telefoongesprekken, gaan over de
ingedeelde hersensectoren,
Neonlicht wit verhandelen de beelden,
boven de kruising, verhandelen in zenuwcellen
de volgende maskers, het uitwisselen
de late voorstelling van maskers, de synapsen geblokkeerd.
is afgelopen, een donkere In je geheugen vallen gezichten uit elkaar.
Waar de tijd om vroeg? Fratsen! ‘De wereld
De miljoenen skeletten die in China waanzinnig
opgegraven werden, wat zeggen ze je snel.’
nu? Op een morgen zie je de mummies
in het British Museum, Schrijf er 'n essay
| |
| |
de morgen is druilerig, vreemde woorden.
je schrijft per ansichtkaart groeten terug, droomflarden
neonlichtreclames in dagdromen, tijdens het staren
je tast je door dromen die niet van jou toetsen van de schrijf
zijn, je zoekt in 't woordenboek op, machine,
je leest, een rouwrand is een droomflarden
je eigen taal, in ellendige zinnen,
‘Excuse me baby if I’m acting bold’, vandaag
heb ik m'n schrijfmachine niet kapotgetrapt,
vandaag zag ik 'n kind vallen en niet eens huilen,
vandaag traden weer een paar fragmenten op en leefden.
Een nieuw decor werd naar voren geschoven, een klok. De vergelijkingen trokken
door Mr. Newton's Law of Gravity,
door de Ringpassage, door
de spiegelruimtes van de winkelstraten,
door tram en metrostations,
door de wiet op de volgende
bijeengeknipte biografieën, verwaarloosde biografieën
| |
| |
en songs waarin 'n slet geld opduikelt,
ook de pijn kun je (maar plotseling
in getallen vastleggen, op de hoek van de straat
imaginaire getallen als tomaten, fris
imaginaire lichamen, in de regen!)
of wat daar in je geheugen van beklijft.
Langzaam, zacht landt de toonarm op de rand
‘this is my dedication to black
een zwarte hand in de bus Africa’
die 't reisgeld verzamelde, vies van 't wisselgeld,
de treurige triestheid van 'n heel gewone dag,
'n publieke hand, de dag trok verder
‘hoeveel personen heb je zeg 'ns nodig
‘ik werd uitverkocht met woorden en om te kunnen leven?’
ervaring werd genoemd, wat een overeenkomst met de pijnen was,
wie kende toen hij opgroeide zijn prijs,
‘ik stond op de hoek van de straat,’ zoals het woord nachtblindheid,
zoals het woord uitgaanspak, dinersclub, ‘going home
& wat je hoort is de bedelsong, eh,
maar niet 't wilde lied dat je wou bah,
een glitterkont voor de schommelende, elektrisch
versterkte piano die de hele nacht door blijft schommelen,
vervolg: wat is 'n blues? (‘sociaal gevaarlijk’ was alleen de tekst) Wie zong
| |
| |
jaagt het hele parlement weg, heft de raden van toezicht op,
afgeschrabde gevoelens zeggen wij ‘afgeroomd’ uit dit land, (‘bye, bye’)
rook, een paar bloesems, bewustzijn & je verlangt naar vliegen,
door de kier van de deur trekt het oneindige & toen nog
geen hond overtuigd was ging 't leven beter,
misschien is daar liefde of maan boven pis
sterker, desgewenst, spreid je benen,
& ik zeg je, er is geen reden om op iets te wachten dat er al lang is, en
dan in je dromen onder te gaan.
Citaat: ‘Bananenwouden op de schoolradio’ (zoals de maan
in het herbarium van het aangeleerde geheugen)
De blues begon op het treinstation en
eindigde voor het laadperron.
je kunt als je op dezelfde
& zijn als vertrekkende vliegtuigen Duitsers uit het westen,
chique schaduwen rekken in hun eigen
binnenstad achterbankherinneringen,
vul de gaten in, heten de puzzels, de woorden
voor verschillende personen, ‘hopeloos over-
| |
| |
die om zich heen kijkt, een kladje.
En ze maken een notitie over de algemene sociale situatie & stu-
ren die naar de krant, krijgen er een honorarium voor, leegte.
Nu konden ze de poppen van de geschiedenis zien
& waar ik naar taalde bleef ongezegd. (Een dode telefoon
De vreemde levens zijn een roman geworden, ‘zuivere
stijl’, waar ze op hamerden, of stenen
of een (hier bende vlak laten
rollenspel, nergens) dansen,
of ‘die vervloekte seks’, lalala,
of wat je aanraakt lost op
in een betekenis, (de onzin geld)
waar blijven de lieve lichaamsgevoelens (vergassingsverschijnselen op
& de wetenschap verklaarde
Slenterend: met verslonsde altijd alleen wat er al is:
lopend, (niet te vatten die gedurige
verbinding van bewustzijn en
‘mijn liefje’ in een ander gezicht,
vervallen, zoals kamers vervallen zijn
maar zonder twijfel, ze leeft,
ze loopt langs, met gechloroformeerde ledematen, maar
zoals verschillende kleuren bewegen
op klaarlichte dag. De afstanden in better days’)
| |
| |
waren toegenomen. Het beeld van hotelkamers
waar de luizen bij het licht aandoen wegvluchten
de klassieke ‘patron’ int de nachtheffing,
het ‘juiste verhaal’ is ‘hit the road
opgegaan in details Jack!’
en wat ervan overblijft verschijnt
als een avontuur zonder personen zodra het vertellen
‘Ik struinde rond in 't zuiden, de noordelijke ijsvelden
werden m'n dromen, (: ‘uitstappen’) & wat
‘just had to dance’ we ervan onthouden hebben.
Wat de tijd verlangde?: woorden, zinnen, formuleringen, nageaapte dieren-
geluiden zonder het lieve van dieren, reflexen in het onbegrepen donker
van het lichaam, (schakel een andere geluidsruimte in!), gesprekken over mis-
vormingen, dat is de maatschappelijke
small talk onder ‘& you cry for
intellectuelen more & more & more’
verwondingen van hun ziel die ze ontvangen
hadden, ze praatten over vreemde bedragen, verschuivingen,
ze deden kindergeluiden bij het vertellen na,
hadden ze het parlement de laan uit gestuurd? systeem van de maatschappij
De massademocratie (syndicaten & deals) kon,’
functioneerde via de massamedia, de partijen
beloofden de verschillende kiezers macht,
‘o schone voorschijn gehaald, doodsmagie
waanzinnige (het ritueel in de vorm van statistiek,
brein) de woordenschat van de straten
wat de tijd was al lang verloederd,
verlangde was 't sjofelste beeld
| |
| |
of 't stukgeslagen brein. (Zoals 't grijswittige
merg uit de tere stammen gezogen werd.)
Het nirvana van de warenhuiszalen, (lolliepop - lees: & juke-box
De witte berg die ze probeerden
te schilderen, de tekens voor het wit waren de witte bladen,
gesigneerd en van prijzen voorzien,
Nu verlangden ze nieuwe liederen: (just ask the agent)
Deals, deals, contracten, rekenlinialen, de dunne grens om wat net nog
van science geheugen’, d.w.z. op zoek naar
naar fiction de verloren dagen,
waren de banken ingestort? klemde ergens een
baljurk? (Proust, de Fransche
Utopieën: weg in 't onzichtbare, zwetser)
wat valt er te bezingen van wat ik elke dag zie,
de smoezelige kraag om bijval te krijgen? Hoeveel
werd er op een handjevol woorden opgebouwd,
‘op de pfennig schijten & de rand mondharmonica)
als je ‘in beeld’ bleef, (‘de tijd verlangde
als beloning 'n smerig beeld’)
de dagelijkse angst, voor
de volgende, voor de volgende,
de angst die jou zelf nog vreemder maakt, in vreemde hotel
kamers, in vreemde steden, in vreemde gangen, de uitputting,
als je uit het raam (want nu heersen de dingen
kijkt als je en de beelden der dingen)
als je je weerspiegeld ziet
als je alleen door de zondagswandelaars loopt (waar je je
| |
| |
finaal ‘misplaatst’ voelt), als je naar
je eigen lichaam luistert, ‘I turned to
in de nachtelijke lege stone & am still
stilte: wie is daar en vertelde jou je armoe,
waar je zelfervaringen alleen weerspiegelingen zijn in de aanwezige
dingen, wasmachines, huisbar, aanbouwkeuken, vibrerende massagebedden, opvouw
fiets, kleurentelevisie, schommelstoelen, waar je de jaren narekent die
wanneer heb je geleefd? Deze vraag, die jou historisch maakt,
deze vraag, die jou tot een fossiel maakt, in hier deze steden, in
hier deze straten, wanneer
heb je geleefd? De dingen schreeuwen, ‘& you cry for
& vreemd zie je je in je eigen more & more & more’
eigen leven en herinnert je
de kreten: ‘Botten, lompen, ijzer, papier’ of wat was je afkomst?
bijeengekrabd wordt elke dag
om de dagelijkse morsige doodsbeelden te betalen
politiefoto's, televisiebeelden,
het zuiden vervallen, beelden van de politiek,
& dwaalt rond, stempel in het smerigste beeld)
je pas, opgesloten in je eigen
pasfoto, (vervallen gezinnen
de mythologie van de windrichtingen uitgeput,
net als de mythen van de dag,
| |
| |
je sleept je identiteitsplaatje achter eh,
je aan, je sleept je angst achter je aan bah,
je droomt de oude beelden alleen nog in je hoofd, ze
de balzaal is ontruimd waar de verklede woorden gedanst hebben toen ze jong waren,
stuiptrekkend in stroboscopische lichtflitsen,
grof, rauw, zo wil ik de hartstocht,
maar niet kreunend, vertwijfeld, opgesloten
in 't begrip voor de hartstocht dat rondkruipt
en zich angstig aan iets anders vastklampt,
moet ik nu echt zingen van een smoezelige kraag? Om roem te verga-
ren? De witte utopie, maar ik ken geen utopie
die niet op woorden en zinnen berust,
& hoe zit het met de leningen? Hoe op’ (dans de woorden)
zit het met het toevoegen van stemmen? Hoe
met de imaginaire bedragen die over en weer geschoven
Ben je 's morgens huilend wakker geworden & heb
je niet geweten waarvoor je huilde, waarom? Omdat
de droom voorbij was, en je hebt naar 't paar
omgekiepte schoenen gekeken?
Droomschoenen, droomprocenten,
droomlandschappen, vliegende stenen,
je loopt door een droomwoning, je gaat met
'n droomlift omhoog, je vliegt in je
droom over het verwoeste landschap, je kijkt in je
droom uit een raam van het appartement, je kleedt je in je
droom als iemand die ik zegt, en als je wakker wordt
| |
| |
zie je jezelf nog in je droom (‘de geëlektrificeerde staat’): wis-
selstroomparlement, wisselstroombanken, wisselstroompartijen, wissel-
stroomdromen, wisselstroomwoorden, wisselstroomik, wisselstroomhartstocht,
in 't stroboscopische licht van de herinnering duiken
stuiptrekkend de lichamen op, mooier in dit kunstmatige
danszaaluniversum dan op 't met hondenpoep besmeurde
trottoir, waar de verwarde gezichten zijn,
droomdansers op de barricaden, ‘stuur me geen kerstkaarsen
van de droom moeder, vanavond wordt de
elektrische stoel ingeschakeld’
& wie wint in de droom? Wie rooft
De markt van de dromen zit diep in de lichamen
verstopt, de markt van de lichamen is elke dag geopend,
de droommarkt, waar de lichamen verhandeld worden, is de herinnering
de markt van de dromen, waar de dromen verhandeld worden,
is het lichaam, de handel van de dromen in de
synapsen, de droomoverslagplaats droomchemie,
handelende droomstemmen in de basen, droomkleuren
omgezet in lichtimpulsen, droomlicht omgezet in
droomhandel, droomgeheugen dat door de zenuwcellen jaagt,
droomgezichten en droomwoorden die zichzelf omzetten
in het droomlicht van de zenuwcellen, de cellen lichtend
oplaaiend in het droomgeheugen, droomformules,
en eindeloze markt, woordenhandel, de overslagplaats van de dromen
ben je, je lichaam uit de stof der dromen gemaakt,
droomlarven die vervallen.
Loop je door het droomhotel?
Loop je door droomlandschappen overdag?
Loop je door droomcorridors?
Loop je door droomwoorden?
Niets is werkelijk, allemaal gedroomd ('t westen, verder westwaarts)
& je koopt 'n kaartje in je droom, de droom is uitverkocht,
of je loopt door de criminele mythen in je dagdroom, je loopt
door de droomwetenschap, je slaat de droomdieren dood,
| |
| |
je bent de droommaatschappij, een werkelijke zon
reist door je dromen, een harmonica speelt,
Woolworthdroomarcades vervallen in deze droom,
de droometalageruiten versplinteren,
de ringboulevard is een armzalige kopie van een droom,
de etalagepoppen kopiëren de dagdroom,
droomknokpartijen op straat midden op de dag,
nachtmerrie-eind, de droomdierenmaskers hangen aan de droommuur, het decor
van droomwoorden en droomzinnen met de dansende en gesticulerende droomwoorden en
(wat de tijd, het ogenblik
de droomchemie en verlangde de formule)
de droomformules als golven, stromen, schakelcircuits,
‘wie doet 't licht aan?’ (& wat er zoal in songs zit)
opent zich en is uitgespreid midden op de dag zodra je wakker wordt,
rondkijkt in de kamer waar je wakker wordt, nieuw en ('n uit
zonder bang te zijn waar je bent. taal uit
Waar ik naar verlangde, geen verleden.
En geen toekomst die uit verleden samengesteld
Waarom moet ik 't verleden betalen
vanwege 'n toekomst? Waar 't verleden
puur uit pijnen bestond en de toekomst 'n bijzondere soort
pijnen was? De toekomst 'n vorm van verleden
en dat is grammatica. De regeneratie uit
deze vormen, de verlenging,
| |
| |
daarvan had ik niet gedroomd. Maatschappelijke
formules, beknot tot een algemeen geaccepteerd begrip,
't op de kop lopen als omkering,
of, zeg ik, de economie verhindert dromen,
en waar ik naar verlangde waren niet meer de dromen, maar ook niet meer economie,
berekeningen, afgeknepen ogenblikken zodat ze tot doorzichtige minerale ogenblikken in het
het minerale geheugen, de herinnering
waarin de lichaamsbewegingen ingevroren worden,
of tijd, tijdruimtes, de fictie van tijd als afgesloten ruimtes,
of zelfs de fictie van de verandering, op grond van de officiële
designers, is belachelijker dan een fladderende kip
waar 't begrip van de verandering op grond
van 't begrip van de verstarring gedacht wordt,
of waar op de kop lopend de truc bedacht werd
de kop van voeten te voorzien, waar een middendeel in z'n handen
klapte, achteroverleunend in de armzalige
bewustzijnsruimte waar de alledaagse levensbeelden
gefotografeerd verzameld waren, waar, zeg ik, de
trucs de lichamen soepel houden,
daarvan heb ik niet gedroomd toen ik opgroeide,
waar mijn handen zonder ballen, penis, kut, kussen waren, waar m'n hoofd slechts
'n zootje reflecties over economie is, behangen met beelden
van pik, kut, tieten, schaamhaar, waar m'n voeten troosteloos
't haar met zich meeslepen, zonder zak, omarming, lippen,
vagina, naaktheid, waar de cultuur de kop van 't lichaam
afscheurde, 't begrijpen het lichaam van het geslachtsdeel en
de hartstochten, waar twee lichamen het staatsstempel
van de vleeskeuring in hun nek dragen, waar de zinnelijkheid in de
nagemaakte avondconversatie tot gesprekken verdraaid werd
| |
| |
of waar de verwachtingen niets het geluid van pijnboom
dan woorden zijn, stenen gezichten, pitten)
op 't strand het druppelflaconnetje
met hechtpleisters vastgeplakt, hartaanvallen en
naar dat soort indrukken verlangde ik niet,
'n wilde nacht met draaiende sterrenbeelden boven de bergen, waar de wilde
honden tussen de wijnbergen jagen,
sneeuw valt, sneeuwgestalten in de fantasie, glijden de
hellingen af, waar is m'n liefde, beperkt in de gezichten,
kleine transistorgeluiden, bloedig geverfde houtkrullen,
de sterrenglinster in de nachtclubs,
en de verschijning van de zangeres,
waarover zingt ze? Zingt ze over jou? Maar je bent fictie in
de nummers, je bent 'n fantasie in de jukeboxen, en de verschij-
waar ik naar verlangde was niet 't droevige
lied van de industrie, waar ik naar verlangde was jij
niet, de inrichting van de industrie, het fraaie excuus,
waar ik naar verlangde ben jij niet, de vermelding
in een lied, lichaamsloos, maten naar songs, maten naar
de maatschappelijke afspraak
van 'n rotte democratie die zich
op de fantomen van genoemde songs richtte,
de fantomen van uitgemeten dijen de fantomen
tussen de glimmende resten van 'n blauw, bewogen doek.
Wat mij betreft mag op de verdroogde mond een Amerikaanse huisvrouw
zitten en door de kamer lopen, in een broekpak, ze heet ‘Lady’ en
| |
| |
Ooit kreeg ik een uitnodiging bij de wasmiddeldame,
ik moest 'n smoking lenen, m'n gedichten voorlezen,
ze hadden een ‘salon’ opgezet, handgeschept
oudhollands papier voor de uitnodigingen,
ze verlangden naar ‘liederen’ voor ze
allemaal terugvielen op ‘'t onbewuste’ (neukliederen)
achter de opgetrokken gelaatstrekken, weggesneden
buikvlees, siliconenspuiten in de al slappe
tieten & dagelijkse massages, (ze verlangden
‘maar een echte hoer had ik liever gehad,’ binnenruimtes, met de
en waarom de meisjes uit de goot de lichtkettingen op de hoog
verwaarlozen? In de goot is ingesnoerde, samengeperste
de weerschijn van 't maanlicht, borsten in het matte
te overzien, wiens liederen,
en wiens verlangens, wiens leven, &
naar wiens pijn verlangden ze
waar ik naar verlangde is niet naar ‘prachtvolle liederen,’
het verleden met de weltschmerz, geen tijd van de
‘geraamtes met “de zwijnenstallen van de liefde” heten,
pompend hart’ filulogische interpretaties,
de slappe uiers, geïllumineerd,
zwijnenhart, versierd met en de glitter van de doeken,
een paar kuren met levende cellen’
of 't balanceren langs de
‘klaargekomen in de regels, onder Westduitse hemel,
en waar ik naar verlangde is geen
't koude buffet, ‘de apocalyps van de maatschappij’,
noodlotsmelodie ‘onder door’ (met die stompzinnige
overwegingen kunnen ze gaan schijten)
& hoe onder de citaten uit komen? De redactielokalen leeg?
| |
| |
Lichtschakelaars aan, lichtschakelaars aan: 1 nieuwe dag. (De tijd
& werkelijk: nieuw daglicht over de straten. verlangt het
wat valt er over dit land nog te zingen? (Ken je beeld.)
Achter de afgesloten deuren wisselen de schaduwen
‘Haaruitval’ En een schaduw sloeg achter
‘Doelgroepenstudie’ zich de deur dicht.
De dode zondagen volgden elkaar
op. De nachtmerriestilte van nachtelijke straten, de
afgestorven landschappen en jaargetijden,
muziek: ‘light my fire’ (J.M.) Postscriptum, voetnoot: & hoe
Idylle: die achterplaats is m'n ‘gezonken schip’, dit
uitzicht uit 't raam naar 't laatste stuk zijstraat 's morgens,
& wat ik verlang is niet meer 't gejammer om wijven,
zijn niet meer schaduwen, in vellen gehuld,
schoolmeisjesgesprekken, plassende meisjesdromen,
kindergezichten die je aanstaren, masturbatiedromen,
de slak?) & de fetisjen, (: ‘I’m a back
verfrommelde gedichtversies doorman?’)
't heldere beeld van alledag dat uit 't leven van alledag opduikt,
waar de sociologie lariekoek is, verdraaide zinnen,
dit land zonder liederen, dit land zonder braakliggende
emoties, dit land zonder muziek,
| |
| |
zonder fantasieën verlengen ze de niet meer dan bij
straten, vuilnisophalen’)
zonder wanhoop, zonder kapotte seks,
de troost (‘de kinderen zijn kreunen, de spieren
van een toe gek, ze lopen gespannen, is
vallig gek rond’ En de hartstocht?
gracieus ze staren En dan niet
zonder het levendige gebaar daarvan theorie,
zonder een verlangen, sprakeloos.
(dalende temperatuur) dat is niet waar mijn verlangen naar uitging
dat de geschiedenis teneinde is, goed, maar dat 't heden
verstart, daar heb ik niet naar verlangd, naar deze toekomst die
hoe kan ik zeggen, stenen gezichten,
de dagdromen opgelost, gezichtsmaskers in trams,
gezichtsmaskers achter het bestofte glas van de bussen richting voorstad,
gezichtsmaskers in de publieke tuinen,
het verschijnen van de vele dode, blikloze ogen
in de massa, in de metroschacht, na half zeven 's avonds,
of hoe kan ik zeggen, hier in deze contreien,
nadat de winkels en warenhuizen dicht zijn gegaan, (‘you cry for
de straten leeg zijn geworden, more & more & more)
weer sterrenbeelden opkomen bah,
| |
| |
uitgeknipte papieren sterren hangen aan het raam,
of hoe kan ik zeggen waar m'n verlangen niet naar uitging of waar m'n verlangen
naar uitging, geen correcties, geen oorlogsgezichten, geen droevigheden
meer, de mist van mysterieuze biografieën,
(een utopie (: ‘diskjockeyjob’)
van taal & hier in 't heden: reis naar het
Ze loopt, bewondert, & ‘doesn't give a damn’ en
(ze doet dezelfde dingen elke dag) is geen papieren gezicht.
Ze heeft de gezichten zien grijnzen,
ze heeft de schrik van lege kamers gezien,
ze heeft de ontsteltenis gezien, ze heeft
van een zomer haar lippen
van steen? ze luisterde naar de schlagers
ze liet haar ondergoed kwamen,
in Afghanistan betasten, ze zag de stofwolk achter
ze huilde 's nachts in een droom aandachtig door het
toen ze in de taxi naar het station reed museum van alledag,
ze sliep op kleine stations,
in een droom heeft ze geleerd,
ze liep door de nacht en kapsels en infinitesimaal
dook de volgende dag weer op, rekenen
ze liep slenterend door een straat, ze
herinnerde zich de gebaren van schrik in haar huis
ze keek knipperend in het
ze zag de schilderijen en de muren, daglicht,
| |
| |
ze zag de formules en ze zag hoe de gezichten
uit de galeries genomen werden en opgezet werden,
en ze luisterde ze nam de stinkende adem
naar het geluid van de regen van de handkussen niet aan
toen ze door de ze hield van omhelzen,
ze telde haar geld en dronk een koffie,
ze werd niet van steen. ze liet de herinneringen met
schouderophalen achter zich,
ze bekeek zich in de spiegel, ze keek door zich heen,
ze keek heel goed terwijl ze droomde, ze maakte de vorm
exact, ze strekte zich uit, ze liet
ze spreidde haar zich aanraken, ze kocht een krant
dijen uit elkaar en en las de advertenties door,
ze nam de penis, stopte hem erin, ze verkocht de
ze sloot haar ogen, ze liep dingen die er waren, ze
uit de woorden weg, ze dook onder, ze liep
langs de reclameborden, ze rook het bezwete
ze dacht, is dit ze waste haar nylon
mijn leven? en vergat de vraag kousen en keek de
vervolgens, ze bladerde boeken, ze schreef een
door foto's en lachte, ansichtkaart,
ze ging in de ligstoel liggen en liet
ze ontleedde in de anatomiecursus een penis het zonlicht op zich
ze hoorde de jonge gek elke avond vallen, ze
tegen de muur kloppen als ze sliep in de zon,
nachtdienst had, en onaneren, tot
ze opstond en ging, ze kon hem niet ze gooide de
helpen, ze nam ontslag bij het gekkenhuis, de krant weg,
ze liep naar de rij foetussen in spiritus,
ze rekende haar dagen na,
ze luisterde naar de song van de Rolling Stones, ze kuste de vreemdeling,
ze vergat de song van de Rolling Stones,
ze stal in het warenhuis, ze
zat stil in de kamer, ze had het een beetje koud, ze
deed de vaat, ze kleedde zich in de armzalige
gehuurde kamer uit, ze ging slapen,
| |
| |
ze stopte de kousen, ze overwon haar schuchterheid ze corrigeerde
zonder zich te verliezen, de schriften,
ze leegde de prullenmanden, late voorstelling en liet zich
ze maakte het toilet schoon, ze dan de film navertellen,
knipte papieren sterren uit,
ze maakte kantoren schoon,
wat heeft ze met die bende ze schreef de waanzinnige
huilende huisvrouwen te maken zakenbrieven over, ze
zitten? Wat heeft ze met die bende keek naar het
huisvrouwen te maken die elkaar plein waar de jongens
aan zitten te staren en honkbal speelden,
jammeren? Wat heeft ze met de bladen
Ze heeft gelachen geld in de brieven, ze naaide
toen ze iemand hoorde zeggen, een bankbiljet in de
je moet haar pakken, zak van haar rok, ze bezat genoeg
traagheid om te weten dat er geen
ze is droevig in haar normale tijden heersten,
trip rondgelopen, ze heeft uit
droefheid om de versteende andere
gehuild, ze reed rustig auto en
en heeft rustig het verhaal van het
ze heeft geen zin om verborgen pistool verteld,
de dag uit elkaar te breken, ze pakt haar spullen en gaat,
ze heeft niets met de woorden te maken, ze heeft niets
met het verhaal te maken,
ze koopt een ze praat graag en
trui, ze gaat met hoort graag toe,
zette de telefoon uit, ze kent ze danste zo goed
de voorkamers, ze kon, ze maakte
ze zegt, wat wil je? Ze lacht. verschil, of ze nu uit de
draaideur van een tweedeklas hotel,
ze veegt onder het lopen achteloos het haar uit haar gezicht,
ze heeft aan één radio genoeg, de langspeelplaten laat ze links liggen,
| |
| |
ze gumt haar notities in de kantlijn van de geleende boeken weer
uit, ze heeft in de bibliotheken gezeten en
ze kent de stilte van witte, lege bladzijden,
ze loopt over de ze zette de boeken terug
speelplaats in het rek, ze kan makkelijk
ze kent de leugen, vergeten,
haar gedachten dolen rond, gracieus, zonder gedachten,
ze zegt van zichzelf, ik mooi obsceen liedje als ik haar
voel me nooit in zie als ze 's morgens bij de bushalte
een overzicht, het staat, opgeknapt, net als elke morgen,
overzicht is eigenlijk ‘wie slaapt hier?’)
Rock'n’Roll muziek op de vroege morgen
in deze armzalige zijstraat, (kastanjeloof
zacht ochtendlicht, zwevend over de waanzin van de winkels,
zacht ochtendlicht, op de natte daken van de huizen,
citaat: ‘dus het gaat u goed, o wouden. De warenhuizen
Hoe menig uur heb ik onder uw loof- gaan open, de
gewelven verdroomd! O u, vrouwen,
satyrs en goden van het woud, o u ro nachtdecoratie is
ep ik aan, behoedt deze akkers, zegent opgeruimd,
deze velden, bewaakt deze kuddes, op
dat de aan geesten zo vruchtbaar Dui verwrongen gestalten
tse bodem het gelukkige Campania niet bij de stoplichten,
verder hoeft te benijden. Ook u nymfen
van deze bron, u nereïden van deze paperclips en
stroom aan welks oevers ik zo vaak scheurkalenders,
kruidige lucht ademend me mocht
overgeven, weest aanwezig.’ jeanspakken, koffers,
(G. Bruno, 8-3-1588) stoptreinen,
| |
| |
‘break on through the other side’
‘kijk 'ns wat dit stuk de dagbladen met
zijstraat licht is’ de doodsbeelden van
kleuren: bestorven grijs, stof, zwarte
vlekken op het asfalt, erover gewaaid de uitrottingscommando's
bladerenloof, in woorden & beelden
& de smeerboel, in de verdwijnen in de
Volkswagen, met 't opschrift akten,
van ploegendienst 't taaie, kleverige slijm
is afgelopen, nu, nu van de openbare ambten
de winkels weer opengaan, en overheden,
hete koffiegeur, ochtendlicht dat op gifgas en de
de blauwe keukentafel valt, bacillenculturen
‘de schoolkinderen komen met de
stripverhalen’ uit de droom: wat is er veranderd?
‘Is 't parlement ontbonden?
de oude, vergeelde ‘Zijn de raden van toezicht verjaagd?’
imaginaire landschapsstukken, ‘Wie neemt de volgende ronde over?’
vogelbotten, op 'n leeg strand, tussen de
‘la belle infame’ rokende fabrieken, achtergelaten
ansichtkaartfoto's, 19e eeuw, uitgespuugd slijm
hoeveel procent? wordt de tegenstand tegen
Het publieke bewustzijn is gebroken,
een dode goktent. (zoals de harige grijsaard
de hersenen openbrak om bij 't
Ik draai de versterker merg te komen)
open, de muziek vult 't hele kamertje, 't
raam is geopend en frisse lucht dringt binnen,
't monotone geluid van de stad
| |
| |
‘zullen we er een draaien en
wat gaan wandelen?’ de morgen is fris en koel,
in 't verruwde park een paar bomen bewonderen,
vooral niet praten, nu, geen grappen vertellen,
& de dag wordt opnieuw opgebouwd: wat overal opgebouwd is, die vormen,
bevredigt niet, wat gepland wordt (precies op dit moment) bevredigt
niet, we gaan vreemd daardoor, zeggen: dat is 'n decor,
& wat ik inderdaad nog meer wilde is
deze impressie nog meer stukscheuren,
de samenhang is een constructie die het zinvolle betreft, en dat wil zeggen:
een noodzaak, in deze toestand waar noodzakelijkheden trucs
(‘nymfen des de dansers in jeans en met geverfde
morgens bij haren, in hun plunjevellen, zijn niet
bronnen?’) ze gaan met traanzakken brillenglazen,
in 't ochtendgloren naar hun copyright,
kamers, wikkelen Amerikaans T-shirt,
& wat voor zich in vellen contracten, bijrollen
nachtelijke en slapen afgeschminkt honorarium, zouden
impressies? 'n gat in de dag, ze met de hand
Barricaden: barricaden van de lichamen, barricaden kruippantsers
van de conto's, barricaden van de algemeenheid, pletten?
& als we praten, waar beginnen dan de muren? De muren zijn woorden,
zonder twijfel, de muren zijn
muur is 't park 's morgens om
& nu praten we niet. Nu, druppen.)
nu we ‘door dit doodverklaarde park’ lopen.
nu, nu de vele dode gezichten en ogen in de
| |
| |
metroschachten opgelost zijn in afzonderlijke blikken,
's ochtends, 's ochtends, nu het licht niet meer door ramen
niet langer meer door woorden gelegd worden)
& nu, nu ‘meer’ doorzien is als het belachelijke
vreselijke ‘minder’ (in dit zelfs bleke
zachte ochtendlicht dat deze dagbreedtes opvult, aardgaten, baggermolens,
torenflats, liftschachten, een oud spinnenweb en de weefsels van de radar
stralen, dagmaan en regenwolken) / commentaarloos trekt het lichtweefsel
over het grasveld, we lopen vriendelijk, zonder angst, op dit ogenblik
fris morgenlicht tussen de reclameborden
& appartementen, en waar hebben alle rock'n'roll songs je niet weer
aan herinnerd, die gezongen werden, ontbijt, rolluiken omhoog, dit kleine park
met de druppende bomen in 't ochtendlicht.
|
|