veroorloofde om alles - ook het gewone, alledaagse en ordinaire, het hoge en lage, het beeldende en het theoretische, zeg: alle rock'n'roll - op te nemen en met elkaar te vermengen. Bij Brinkmann komt daar nog zijn intense zucht naar cultuurkritiek en het programmatische bij. En de haat jegens oppervlakkigheid, leegte en geliktheid. West-Duitsland deugde niet, je kon je er niet ontplooien, de mensen waren niet creatief, er werd niet gedacht in termen van een beter en nieuwer leven. De utopie bij Brinkmann, een belangrijk element, is bij hem echter even romantisch als gefrustreerd. Uit de o zo gekoesterde dromen word je wakker geschrikt door een werkelijkheid die consumptie, geldzucht en desinteresse almaar meer toejuicht.
Het gedicht ‘Fragment zu einige populären Songs’ is tot op heden enkel en alleen verschenen in het tijdschrift Literaturmagazin, in 1975, postuum. Het is een op het oog wild gedicht, doorspekt met fragmenten uit de popsongs van die jaren, voorop die van de Doors en de Stones, Loudon Wainwright, de Velvet Underground. Het gedicht hoort bij het wel in een bundel gepubliceerde ‘Einige sehr populäre Songs’ waardoor het fragmentarische karakter beter uitkomt en de volstrekte openheid tegen alles wat zich bij het schrijven voordoet beklemtoond wordt. Deel 2 heet een song te zijn. Deel 5, met recht een intermezzo voor het schrijvende, denkende, stromende, reagerende, irriterende bewustzijn dat zichzelf tentoonspreidt in de overige delen, is een romantische hommage aan een vrouw, zoals ze leeft, denkt en voortgaat. Nadia Lapchine noemt het gedicht antiliteratuur, een tegengedicht, waarin een multimediale actualiteitsruimte wordt geconstrueerd: vol herinneringen aan Londen als blues, vol agressie jegens de taal van de machtigen en de vunzige beelden die zij produceren. Hier wil de fantasie aan de macht komen, zegt ze, hier wordt de poëtische tegendroom ontwikkeld waarin je op zoek kunt gaan naar het verloren ogenblik, naar de sensibiliteit die gefnuikt wordt in een wereld die gericht is op vernietiging van alle zinnelijkheid en zintuiglijkheid. In dat opzicht is Brinkmann bij uitstek een subversieve schrijver, de man die de revolutie waaraan zijn generatiegenoten bouwden, voor dood verklaarde.
‘Fragment bij enkele populaire songs’ is ook een stadsgedicht, je loopt als het ware rond in het Keulen van 1975, de biotoop van Brinkmann. Die zijn klassieken kent, onder meer Ezra Pound en diens tweeregelige gedicht ‘In a station of the Metro’, Parijs, 1912 - ‘The apparition of these faces in the crowd / Petals on a wet, black bough.’ Brinkmann: ‘Maar in herinnering aan Pounds indrukken heb ik wel eens goed tot me laten doordringen wat er hier in Keulen in een metrostation gebeurt, 's morgens, 's avonds, na sluitingstijd van de winkels, hoe uitgeblust de mensen zijn en dus niet, zoals Pound nog dacht, bloemblaadjes etc.’. Niet alleen de mensen zijn voor Brinkmann uitgeblust, ook de taal is dat; schuldig daaraan zijn de massamedia die de woorden opladen met vreemde betekenissen die een genotvolle omgang ermee tegengaan.