Julio Cortázar
Twee verhalen
Vertaling: Mariolein Sabarte Belacortu
Lucas en de ziekenhuizen (1)
Het ziekenhuis waarin Lucas is opgenomen is een vijfsterrenkliniek en daar hebben de-zieken-altijd-gelijk. Al vragen de patiënten om de gekste dingen, de verpleegsters, de ene nog mooier dan de andere, hebben een probleem als ze ‘nee’ zeggen. Om bovengenoemde redenen zeggen ze bijna altijd ‘ja’.
Ze kunnen uiteraard niet ingaan op het verzoek van de dikke man op kamer 12 die aan levercirrose lijdt en om de drie uur een nieuwe fles gin bestelt. Maar tegen Lucas zeggen ze o ja, met bijzonder veel plezier en genoegen, natuurlijk, dat spreekt vanzelf, wanneer hij bijna bedeesd vraagt of hij een margriet naar zijn kamer mag meenemen om die wat op te vrolijken. Hij had in de wachtkamer een boeketje margrieten ontdekt toen hij de gang op was gegaan omdat zijn kamer werd gelucht.
Wanneer hij de bloem op zijn tafeltje heeft neergevlijd, drukt Lucas op de bel en vraagt om een glas water om de bloem in een passender positie te zetten. Zodra ze het glas hebben gebracht en de bloem erin gezet, maakt Lucas hen er opmerkzaam op dat het nachtkastje afgeladen vol is met flesjes, tijdschriften, sigaretten en ansichtkaarten. Er zou er misschien een tafeltje aan het voeteneind kunnen worden geplaatst. Dan zou hij een prima uitzicht hebben op de margriet en hoeft hij zijn nek niet te verdraaien om de bloem te kunnen ontwaren tussen al die verschillende voorwerpen op het nachtkastje.
De verpleegster komt direct terug met het gevraagde en zet het glas met de margriet mooi in zijn vizier, waarvoor Lucas haar dank zegt en er en passant op wijst dat er zo veel vrienden bij hem op bezoek komen dat er eigenlijk te weinig stoelen zijn, en dus zouden ze van de aanwezigheid van het tafeltje moeten profiteren om er twee of drie gemakkelijke leunstoelen bij te schuiven en zo een prettiger omgeving te creëren voor een gesprek.
Zodra de verpleegsters met de stoelen verschijnen, zegt Lucas dat hij zich bijzonder verplicht voelt tegenover de vrienden die hem in zijn barre omstandigheden gezelschap komen houden en dat de tafel uitermate geschikt zou zijn als drankentafel; als er eerst een tafellaken overheen is gelegd zou er ruimte zijn voor een paar flessen whisky en een stuk of zes glazen, bij voorkeur van die geslepen glazen, om nog maar te zwijgen van een thermoskan met ijsblokjes en wat flesjes spuitwater.