Hij wierp nog een blik op haar, een afscheidsblik, en begon, als door een vreemde kracht gedwongen, te huilen met een - aangezien noch hijzelf noch de andere helden van deze oorlog huilden - zachte en bezwerende stem, laag van timbre en hulpeloos, een stem waarin steeds de klacht terugkeerde, en een modulatie van berouw die de zoon van Thetis onbekend was. De gerekte klinkers van deze treurzang vielen als bladeren op Penthesileia's hals, borsten, knieën en golfden om haar afkoelende lichaam.