Bzzlletin. Jaargang 32
(2003-2004)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| ||
[Gedichten]Op een lentedag word ik wakker uit mijn roes en verwoord ik mijn strevenOns aardse leven lijkt één grote droom -
dus waarom zou een mens zichzelf vermoeien?
Ik ben dan ook de hele dag door dronken
En uitgeteld lig ik op de veranda.
Weer wakker kijk ik naar de binnenplaats:
Tussen de bloesems zit en zingt één vogel
En op mijn vraag van in welk jaargetijde
Kwettert de lentewind van wielewaal!
Hierdoor word ik tot zuchtens toe ontroerd
En schenk mezelf opnieuw een beker wijn,
Ik zing al wachtend op de volle maan
En zingende vergeet ik wat me kwelt.
| ||
Bij wijnIk spoor u aan de beker niet te mijden!
Het lentewindje lacht de mensen tegen:
De pruim en perzik lijken oude vrienden,
Hun bloesems laten ze voor ons ontluiken!
De wielewaal zingt in de groene bomen,
De volle maan gluurt in de gouden kroezen.
Wie gisteren nog rode konen had,
Voelt reeds vandaag de grijze haren dringen.
De dorens groeien op de stenen tijgersGa naar voetnoot3.
En herten dolen over de terrassen:
Vanaf de oudheid wordt der Vorsten woning,
Met muur en poort, bedolven door het stof.
En zo u dan geen wijn zou willen drinken,
Waar zijn nu al die lieden van voorheen?
| ||
[pagina 53]
| ||
Middeleeuws drinkliedD...dronken -
Dronken, dronken, dronken -
...dronken is Tabart van wijn.
Hey...zuster, Walter, Peter,
Jullie dronken allen diep,
En nu ben ik aan de beurt!
Sta allen stil -
Stil, stil, stil -
Sta allen stil -
Stil als een steen;
Trippel een beetje met je voet
En laat je lijfje gaan.
vertaling: Hafid Bouazza |
|