William Shakespeare, schilder: John Taylor, Het ‘Chandos portret’ (1600-10)
Portret uit de Cobbe-collectie (1610)
Het ‘Flower portret’ (1620-40)
waarschuwing met een strikje eromheen. Doe er wat aan, je wordt al lelijker.
En dan kun je het gedicht opeens heel anders lezen. Zal ik je met een zomerdag vergelijken? Jij bent lieflijker en gelijkmatiger, want je zit al in je nazomer. En dat valt uiteraard te zien, want niemand komt ongeschonden zijn jonge jaren door: Straffe wind schudt inderdaad (do shake) de aandoenlijke knoppen van mei (ik ween om bloemen in de knop gebroken) en de pachttermijn van de zomer (summer's lease) heeft een al te korte duur. De zomer duurt nu eenmaal niet zo lang, je hoeft je niet te schamen dat de zomer van je leven al zo'n beetje voorbij is.
En zo erg is het niet om ouder te worden. Je weet hoe het gaat in de jeugd: Soms schijnt het oog van de hemel te heet en vaak wordt zijn gouden teint (of: zijn gouden inborst, zijn gouden gloed) gedimd. ‘Complexion’ verwijst misschien niet alleen naar het uiterlijk, maar ook naar de samenstelling van de vier sappen in het lichaam, conform de sappenleer die destijds nog courant was. En alle schoonheid vermindert ooit (daalt ooit af) van schoonheid door het lot of door de veranderlijke koers van de natuur, ongebreideld. Al het mooie zal vergaan, door toedoen van het lot of doordat de natuur nu eenmaal grillig is en niet valt te beheersen.
Troost tegen beter weten in. Zoals Oscar Wilde zei: ‘Youth is wasted on the young.’ Wat zouden ouderen ervoor geven weer net zo mooi en uitgeslapen te zijn als vroeger, toen ze niet wisten wat ze met hun krachten aanmoesten!
Gelukkig is er troost: Maar jouw eeuwige zomer zal niet vergaan (niet verminderen, niet versterven), noch het bezit verliezen van die schoonheid die jij leent (die jij verschuldigd bent), noch zal de dood opscheppen dat je in zijn schaduw zwerft. Maar dan moet je er wel iets voor doen: als je in eeuwige lijnen tot de tijd groeit.
Die laatste is de meest cryptische strofe. De ‘lines’ worden meestal opgevat als dichtregels, maar kunnen ook naar afstammelingen verwijzen, zoals in sonnet zestien, waarin Shakespeare rept van ‘the lines of life that life repair’. Daarin zijn die lijnen dubbelzinnig: dichtregels, maar ook een bloedlijn door de tijd heen. Zulke levenslijnen repareren wat in ons eigen leven breekt en verloren gaat, schrijft Shakespeare daar. Er is geen reden om die dubbelzinnigheid in het achttiende sonnet van de hand te wijzen.
Daarom is het nogal beperkt om de eternal lines te vertalen als ‘eeuwge verzen’ (Verstegen), ‘eeuwig lofdicht’ (Kok) of nog lyrischer ‘eeuw'ge zangen’ (Burgersdijk). Daar moet iets dubbelzinnigers op gevonden worden. Zelf dacht ik aan ‘eeuwige regels’, aangezien die ook eeuwige wetmatigheden kunnen aanduiden, zoals groei, bloei, verwelken en voortplanten. (Commentator Stephen Booth ziet er een tuinmetafoor in: de jij-figuur groeit tot de tijd zoals een stekje tot een boom, op zijn plek gehouden met een paar lijntjes.)
Zolang mensen kunnen ademen en ogen kunnen zien, zolang leeft dit/deze, en dit/deze geeft leven aan jou. Shakespeare noemt niet voor niets de ogen. Die ogen zijn niet alleen bedoeld om zijn sonnet te lezen; dat kan desnoods ook aan iemand worden voorgedragen. Met die ogen kun je schoonheid zien. En ademen betekent niet alleen leven, maar ook verzuchten en soms even de adem inhouden.
Meestal wordt ‘this’ opgevat als het gedicht, maar misschien verwijst Shakespeare ook naar de eeuwige zomer: deze eeuwige zomer schenkt jou leven, de schoonheid van je nakomelingen en dit gedicht schenken jou het eeuwige leven.
We zijn omringd door de schoonheid waar Shakespeare over schrijft en daardoor zijn we ook omringd met zijn poëzie. De eeuwige zomer fietst door de winkelstraat en wij kijken ernaar, wij zien de schoonheid waar Shakespeare zijn poëzie aan wijdt. En zoals hij in het zeventiende sonnet betoogt: schoonheid mag niet verloren gaan. Niets zo zonde als een mooie man of mooie vrouw zonder kinderen.
Er zullen misschien al eerder afwijkende stemmen zijn geweest in het koor van Shakespeare-lezers, maar ik heb ze niet gehoord. Voor een liefdesgedicht wordt het verbazingwekkend cerebraal opgevat. Terwijl Shakespeare een meester van ironie en dubbelzinnigheid was.