C.J.N. Nieuwenhuis
Overige bronnen in DBNL
Titel | Auteur | Jaar |
---|---|---|
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1882 | [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900] | 1882 |
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 | P.J. Blok en P.C. Molhuysen | 1912 |
Secundaire literatuur over C.J.N. Nieuwenhuis
Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.
Auteur | Tekst | In | Jaar |
---|---|---|---|
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘N. Nieuwenhuis. Te Amsterdam, bij G. Portielje. 1845. In gr. 8vo. 228 bl. f 2-40.’, ‘Kunnick en Naja; of de Groenlanders. Een Verhaal van B.S. Ingemann. Uit het Deensch vertaald door Mr. C.J.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845 | 1845 |
W.J.C. van Hasselt en P.J. Veth | ‘Korte berigten over boekwerken, vlugschriften, enz., aankondigingen van vertalingen, letterkundig nieuws, enz.’, ‘Album.’ | In: De Gids. Jaargang 9 | 1845 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Improvisator. Door H.O. Andersen. Uit het Deensch vertaald door Mr. C.J.N. Niewenhuis. II Deelen. Te Schoonhoven, bij S.E. van Nooten. 1846. Gr. 8vo. 510 bl. f 5-40.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847 | 1847 |
J.G.M. Moormann | ‘C. Joodse elementen in de noordwestelijke groep’ | In: De geheimtalen | 2002 |