Auteur | Tekst | In | Jaar |
Judith Lubbers | ‘Het hondert vijf-en-twintigste Liet, Hoe dat men den Schepper kennen sal, uyt de schoonheydt der Creatueren.’ | In: Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt | 1636 |
Judith Lubbers | ‘Het hondert ses-en-twintigste Lied, Van de kracht der Liefden, ende wat sy in den Goddelijcken Mensch werckt.’ | In: Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt | 1636 |
Judith Lubbers | ‘Het honderdt acht-en-twintighste Liedt, Over 't afsterven van eenen goeden vrient.’ | In: Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt | 1636 |
Judith Lubbers | ‘Het hondert vier-en-twintigste Lied’ | In: Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt | 1636 |
Judith Lubbers | ‘Het hondert seven-en-twintighste Liedt, Hoe dat den mensch sijn eygen vvijsheyt moet afsterven, sal hy Gods vvijsheyt deelachtig vvorden. ’ | In: Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt | 1636 |
Judith Lubbers | ‘Als vooren.’ | In: Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen | 1681 |
Judith Lubbers | ‘Schei-Lied.’ | In: Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen | 1681 |
Judith Lubbers | ‘Van doopsgezind tot katholiek Judith Lubbers (?, 21 december 1601 - ?, na 1649 of na 1665?)’ | In: Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar | 1997 |