Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– Auteursrechtvrij
[pagina 307]
| |
Op de wijse: Ick heb ghesien den tijdt.HEt scheyden is nae-byGa naar margenoot+
Seer gheliefde vriendinne,Ga naar margenoot+
Daerom soo moet ick dy
Noch wat schencken uyt minne:
Laet ons met hert en sinnenGa naar margenoot+
Staen nae volmaeckte deucht,Ga naar margenoot+
Om in Godts Rijcke binnen
Naemaels te syn verheucht.Ga naar margenoot+
Met hert, sin, en ghemoetGa naar margenoot+
Laet ons doch hier nae haecken,Ga naar margenoot+
Al valt het teghenspoetGa naar margenoot+
Door quae buyen en kaecken,Ga naar margenoot+
Laet ons bidden en waecken,Ga naar margenoot+
Om niet worden verrast,Ga naar margenoot+
Dat wy niet quijt en raecken,Ga naar margenoot+
Ancker, Roer, Touw, Zeyl, Mast.Ga naar margenoot+
Al om te varen voortGa naar margenoot+
Door golven ende baren,
Moet men met goet accoort
Dit Tuych seer wel bewaren,
En oock niet drae vervarenGa naar margenoot+
Al koomer stormen groot,Ga naar margenoot+
Als een Bootsman ervaren,Ga naar margenoot+
Betrout op u Piloot.
Want hy ons in der nootGa naar margenoot+
Can bevryen van sneven,Ga naar margenoot+
Soo wy ons naeckt en bloot
Vrywilligh overgheven,Ga naar margenoot+
En hem alleen aenkleven
Die ons ghekocht heeft duer:Ga naar margenoot+
| |
[pagina 308]
| |
Ga naar margenoot+Men mach hem selfs niet leven,
Ga naar margenoot+Dit valt mijn vleysch seer suer.
Hier over had ick wel
Te suchten en te klaghen,
Ga naar margenoot+Want myn vleysch, seer rebel,
Gaet my soo dickwils plagen,
Ga naar margenoot+Den Geest wil't niet verdragen,
Ga naar margenoot+Dus hoef ick in den strijdt
Ga naar margenoot+Te wesen alle daghen.
Ga naar margenoot+Adieu schelt my nu quijt.
|
|