Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijJacob Claesz, Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt. Claes Jacobsz., De Rijp 1636 (tweede druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: OTM OK: 62-8243 (1)
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt, samengesteld door Jacob Claesz in de tweede druk uit 1636. De eerste druk dateert van 1624.
redactionele ingrepen
Voor het identificeren van auteurs is gebruik gemaakt van het artikel ‘Judith Lubberts, een Amsterdamsche dichteres uit de 17de eeuw’ van H.F. Wijnman, verschenen in het Vijf en dertigste jaarboek van het Genootschap Amstelodanum, J.H. de Bussy, Amsterdam 1937 pp 40-79.
p. 20: dedreven → bedreven: ‘Die goet hebben bedreven’.
p. 47: gheemeen → ghemeen: ‘Sijns ouders in't ghemeen’.
p. 96: vlht → vlyt: ‘Maer Wilt met vlyt Godts Woort’.
p. 96: Oods → Gods: ‘Om na Gods wel behagen’.
p. 205: souden → sonden: ‘En sonden seer zwaer’.
p. 361: het foutieve paginanummer 371 is verbeterd in 361.
p. 314: veemeeren → vermeeren: ‘Om vreuchde voorts te vermeeren, siet’.
p. 436, in de noot: 1937 → 1637: ‘1937. In Mey wast gelt verstaen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (fol. A1v) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina A1r]
HET RYPER Liedtboecxken, In-houdende Veel Schriftuyrlijcke Liedekens, by verscheyden Autheuren gemaeckt, ende nu tot stichtinghe van een yegelijck t'samen gestelt.
Den tweeden Druck, verbetert ende seer vermeerdert.
[vignet]
Heft u oogen op ende siet den oogst is ryp. joan.4.32.
Iohan. 4. 35.
Siet, ick segghe u, heft uwe ooghen op ende siet de Landen over, want sy nu alreede wit (ofte RYP) zijn totten Ooghst.
In de RYP, By Claes Jacobsz. woonende in de Laeckenwinckel.
ANNO M.DC.XXXVI.
[pagina 474]
Te HAERLEM, Gedruckt by Thomas Fonteyn, Boeckdrucker, woonende inde Bartel-Iorisstraet, inde Boeck-druckery. 1637.