Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 246]
| |
Stem: Naa dien uw Godlijkheid.1. HOe zoet is d' eenigheid
Als men zijn God verbeid,
Om met Hem te vereenen
In liefde en in trouw;
Want Hy is tog alleene
Die my bevrijd van rou.
2. Hy is mijn zin en wit,
Die hart en ziel bezit;
Mijn kragt en ook mijn leeven,
Mijn lief, mijn God, mijn al:
Ik heb Hem over-geeven
Wat 'k ben of werden zal.
3. Iesus is uwen naam,
Mijn Bruidegom bequaam;
Laat tog mijn ziele rusten
In 't binnenst van uw hert,
Daar naa is all' mijn lusten,
Daar ben ik vry van smert.
4. Daar ben ik on-vervaard,
Daar word ik niet beswaard,
Daar mag ik U aanschouwen,
Daar toond G' uw zoet aanschijn,
Daar gaat Gy my bedouwen,
Laaven met Heemels wijn.
5. Al is mijn ziel vermoeid
Zy nog van vreugde groeid,
Als zy geniet uw weezen.
Uw minnelijk gezigt,
| |
[pagina 247]
| |
Dat kan het al geneezen;
't Maakt alle duister ligt.
6. Mijn lieve Harder zoet!
Hou mijn in uw behoed,
Hou mijn by U verhoolen,
Neem my uw schaapje waar,
Laat het tog niet gaan doolen;
Want niemant ziet daar naar.
6. Lei Gy 't naa uwen wil,
't Volgd zimpel ende stil,
Wijz het in uwe hooven.
Is 't U tot glori, Heer!
Laat my vry zijn verschooven,
Om U mijn herts begeer.
7. Uw liefd heeft my gebaard,
En uw wijsheid bewaard,
Niet om my te verderven,
Maar om in 's Heemels hof
Uw zoet aanschijn te erven,
En zingen daar uw lof.
J.L.Dr. |
|