Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 607] [p. 607] Niet gebundelde en nagelaten gedichten Annotatie [pagina 609] [p. 609] Verzen 1899-1913 Annotatie [pagina 611] [p. 611] [o God, ik heb den geur der vlieren om me henen] o God, ik heb den geur der vlieren om me henen, en mijn hart - God, gij kent zijn lijden, en Ge weet hoe vaak het, schoon gelate', in pijn zijn dagen leed -, is als een appel-boom, met pralend licht omschenen, die blij zijn branken breidt, waar roze en blank vereenen, hun perel-kleuren in 't teer-weemlend bloemen-kleed... Zoo is mijn vrucht-zwaar hart een vreugde-boom, en breed is om zijn kruin de vlieren-geur'ge dag verschenen. o God, die glanzend thans van aangezichte zijt bij dezen zomer-dag vol rechte honig-geuren; Gij, die Uw rijke hand ter zegeninge breidt en mij naar 't hel gelaat des zomers 't hoofd liet beuren. - o God, maak mijne dage' éen dag als dezen, wijd gelijk een groot paleis met zonnig-open deuren... 1899 Vorige Volgende