Verzameld dichtwerk. Deel 1. Lyrische poëzie(2007)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 413] [p. 413] De modderen man Annotatie [pagina 414] [p. 414] Omnis quippe caro corruperat viam suam. [pagina 415] [p. 415] I [pagina 417] [p. 417] [Vervarelijk festijn voor onverzaedlijk dorsten] Vervarelijk festijn voor onverzaedlijk dorsten: zoo hebben ze u gekend, bij smaad- of smeek-gebaar, die, donker van begeerte of heller liefde klaar, van u besmaald misschien, misschien u tarten dorsten. o Bralle broeiïng van het schroeiïg-heete haar dat ge als de kromme vlam van eene toortse torschte'; uitdagend dreigement der driest-gedragen borsten; o buik die glooit en glanst gelijk een beukelaar: - zóo kenden ze u. En ik, waar 'k uwe schoonheid schenne, ik, die me-zelven miek de' in vrees begeerden Man die u bevrijden kon en sloeg in slaven-ban; zelfs ik, uw graauwe Heer, wien géen vrouw ooit zal kennen: hoe bibbert op mijn lip de bede - o wrang bekennen -, de bede, uw doem te ontvliên, en die 'k niet bidden kàn... Vorige Volgende