Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 3
(1839)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 342]
| |||||||||||||
I.De Commissie, benoemd tot het oordeelen over de verdiensten der verhandelingen, die om den prys gedongen hebben, heeft zich eene zaek aengetrokken waer aen geen vriend van de tael der vlaemsche provincien zich noch heeft moeten kunnen verwachten. In haere vergadering van den 18 oogstmaend, maeligt zy zich, in zekeren zin, het regt aen om te beslissen over de punten welke tusschen de vlaemsche taelleeraeren meest betwist worden. Indien de Commissie, niettegenstaende de onregelmaetigheyd haerer benoeming en haerer beslissing, zich bepaeld hadde met haere byzondere gevoelens bekend te maeken, zy zou in haer regt en in de betaemelykheyd gebleven zyn; maer zy draegt haere byzondere gevoelens voor en beveelt de zelve op een bemagtigdlyke wyze aen geheel en gansch het land.
Overweegende
| |||||||||||||
[pagina 343]
| |||||||||||||
De ondergeteekende
Verklaeren zich tegen de bovengezeyde daed van de Commissie en zy hoopen, van hunnen kant, dat de taelen spelregels, door de Commissie voorgesteld en aenbevolen, niet door alle zullen gevolgd, noch overal in de schoolen ingevoerd worden, voor dat het geleerde gedeelte der vlaemsche natie, verlicht door tegenschriften, zyn oordeel heeft kunnen opmaeken over de weerde der redenen, welke de anders denkende zullen inbrengen tegen de gevoelens die de Commissie in haer verslag zal onthouwen. De vlaemsche tael- en letterkundige, die de beweegredenen dezer tegenspraek goedvinden, worden door | |||||||||||||
[pagina 344]
| |||||||||||||
de ondergeteekende uytgenoodigd om hunne aenkleeving aen de openbaere drukpers toe te zenden.
Brugge, den 29 oogstmaend, 1839.
| |||||||||||||
II.[Ik ben verpligt het volgende stuk in het fransch te geven, daer er my van hetzelve geen vlaemsche tekst bekend is.] Nous avons pu jusqu'ici nous abstenir de protester publiquement contre les décisions de la Commission, qui fixent quelques règles d'orthographe flamande, parce que cette Commission se déclare dépourvue de toute autorité pour décider les points en litige, et que nous étions persuadés que le public ne reconnait pas plus que nous, ni à la Commission ni à la sociélé de la langue flamande à Bruxelles, l'impartialité nécessaire pour conduire à bonne fin l'oeuvre de conciliation dont on s'est chargé. Cependant depuis que les amis de notre langue se sont divisés en deux catégories, à l'occasion des propositions faites par la susdite Commission, nous pensons que notre silence pourrait être interprêté comme étant une appro- | |||||||||||||
[pagina 345]
| |||||||||||||
bation tacite des règles établies d'après l'opinion particuière de cette Commission; C'est pourquoi, quel que soit notre désir de parvenir à l'unité dans l'orthographe flamande, nous nous sommes décidés à déclarer que nous ne pouvons adopter les principes posés par la Commission;
Roulers, 27 septembre 1839.
| |||||||||||||
[pagina 346]
| |||||||||||||
Volgens het Journal de la Belgique moet er te Antwerpen nog eene derde protestatie geteekend zyn, meerendeels overeenstemmende met de twee bovenstaende; doch daer ik er den letterlyken inhoud niet van kenne, zoo spyt het my dat ik dezelve hier niet kan mededeelen. Het genoemde dagblad verzekert dat daerin, onder andere, gezegd wordt, dat de spel- en spraekkunst van Des Roches door het Oostenryksche Gouvernement en door de Academie van Brussel zou goedgekeurd geweest zyn. Dit is onwaer. Het gouvernement of de Brusselsche Academie hebben zich nimmer over het stelsel van Des Roches uitgelaten; doch het is niet onwaerschynlyk dat deze schryver, gebruik makende van zyn persoonlyk gezag als secretaris der Academie, en als lid der Commissie belast met de uitgave der leerboeken in usum scholarum Belgicae, door geheel het land de spraekkunst heeft weten aennemelyk te maken, welke hy, eenige jaren te voren, als schoolonderwyzer binnen Antwerpen, en naer het Antwerpsch dialect, had opgesteld. De twee bovenstaende Westvlaemsche protestatien komen hier op neêr: De Commissie is niet competent; Hare beslissing is strydig met de vlaemsche tael.
Laten wy eens zien wat men, in die twee opzichten, al in te brengen heeft, en vooreerst wat het Gouvernement te dezer zake doen moest.
Sedert lang klaegt men algemeen over de verwarring welke er in de Belgische scholen heerscht, ten aenzien der spelling en woordverbuiging, en ten aenzien der uitspraek van de nederduitsche tael. Van provincie tot provincie, van stad tot stad, ja van dorp tot dorp, treft men verschillende leerwyzen aen, en verschillende spraken. Schier al onze dichters schryven eene tael die met de | |||||||||||||
[pagina 347]
| |||||||||||||
zoogenaemde hollandsche overeenkomt, zonder echter de dubbele aa of uu te gebruiken; daerentegen leeren vele schoolmeesters nog altyd een zeker Vlaemsch, dat in Vlaenderen noch in Braband ooyt algemeen gangbaer geweest, of tot eene litteratuertael gevormd is, zeer verbasterd van het vlaemsch der XIIe, XIIIe, XIVe, XVe en XVIe eeuwen.
Daer nogtans eene beschaefde natie ook eene beschaefde uitspraek en eene beschaefde schryftael dient te bezitten, zoo begreep het Gouvernement dat er moesten maetregels genomen worden, strekkende om die verwarring te doen ophouden, en om de eenparigheid te bevorderen. Wat zou men doen? De zaek ter beslissing stellen van de Brusselsche Academie, waervan de meeste leden geen vlaemsch verstaen? Dit kon niet wezen. Een tael-congres byeenroepen? Dan zou de verwarring slechts gepersonnifieerd zyn geworden, en daer behoorden misschien de Hollanders, de Noordbrabanders en de verprotocoliseerde Limburgers ook by te wezen, want die pretenderen almede het Nederduitsch te verstaen.
In Holland hebben Siegenbeek en Weiland alléén de tael geregeld, en de groote hoop is hen gevolgd; doch daer de Belgen, naer men zegt, vry wat ongemakkelyker zyn om zich te laten regelen, dan de Bataven, zoo oordeelde men wyslyk dat het best ware, alvorens een vonnis over de geschillen te doen stryken, de verschillende partyen in derzelver pleidooyen te hooren.
Te dien einde deed Zyne Majesteit de Koning, by besluit gegeven te Oostende den 6 september 1836, eene oproeping aen alle geleerden van het land, om verhandelingen by het Gouvernement in te zenden, in welke de bestaende geschilpunten moesten beoordeeld en de geschikste middelen moesten aengewezen worden tot het | |||||||||||||
[pagina 348]
| |||||||||||||
herstellen der eenparigheid in het schryven der Nederduitsche taelGa naar voetnoot1. Aen eene Commissie werd, door hetzelfde besluit, den last opgedragen de ingezonden verhandelingen te beöordeelen. Deze beöordeeling moest van tweederlei aerd zyn: Voor eerst, moest de Commissie uitspraek doen over den inhoud der verhandelingen, dat is, haer gevoelen doen kennen over hetgene men, in die stukken, wegens de geschilpunten, en de middelen tot het herstellen der eenparigheid, zou hebben bygebragt (art. 4 van het besluit). Hieruit vloeyde dus voort dat zy (de Commissie) gehouden was te verklaren of de opgegevene middelen, al dan niet, geschikt waren om tot eenparigheid te leiden. Dit kon zy niet zonder ook haer gevoelen over dit punt kenbaer te maken. In de tweede plaets moest de Commissie oordeelen of en aen welk stuk den uitgeloofden eerprys kon toegevoegd worden (art. 5). Zy werd uit zeven leden samengesteld, drie Brabanders, drie Vlamingen en één Limburger, alle door hunne Nederduitsche schriften bekend (Ik wil hier niet onderzoeken of alle zeven daertoe de noodige bekwaemheid bezaten: daervoor is de Minister verantwoordelyk). Wat doet nu de Commissie? Zy leest de ingekomene verhandelingen, vergelykt dezelve met elkander, beraedslaegt over inhoud en voordragt, en oordeelt dat het opstel van den heer Mussely te Kortryk, schoon niet volledig, het best op de voorgestelde prysvraeg geantwoord heeft. | |||||||||||||
[pagina 349]
| |||||||||||||
Vervolgens overgaende tot de beoordeeling der verhandelingen, ten aenzien van het doel, dat men zich, by het uitschryven der prysvraeg, voorgesteld had, namelyk het herstellen der eenparigheid in de schryfwyze, zoo stelt zy al de stukken in handen van haren secretaris-rapporteur, en deze maekt daervan een beredeneerd verslag op, in hetwelk al de bestaende geschilpunten, volgens den inhoud dier stukken, verhandeld worden. Den 17 en 18 augustus 1839 vergadert de Commissie, op verzoek van den heer Minister der binnenlandsche zaken, te Brussel, en na het verslag van professor Bormans gehoord te hebben, geeft zy den uitslag van hare bevindingen te kennen, hierin bestaende dat het aennemen der acht tael- en spelgronden, hierboven omschreven, haer als het bestgeschikste middel voorkomt om tot de eenparigheid in het schryven onzer tael te geraken. Vervolgens wordt het proces-verbael van hare beraedslaging aen den Minister overgeleverd, die hetzelve in den Moniteur doet plaetsen. Dit kort verhael toont, zoo my dunkt, dat de Commissie bevoegd was om te handelen gelyk zy gehandeld heeft, en geen van hare leden heeft deze bevoegdheid in twyfel getrokken, maer zy-allen hebben hare verklaring onderteekend. Indien de Commissie (zeggen de Brugsche taelprotestanten), niettegenstaende de onregelmatigheyd haerer benoeming en haerer beslissing, zich bepaeld hadde met haere byzondere gevoelens bekend te maeken, zy zou in haer regt en in de betaemelykheyd gebleven zyn; maer zy draegt haere byzondere gevoelens voor en beveelt de zelve op eene bemagtigdlyke wyze aen geheel en gansch het land. De Commissie beveelt niet: zy stelt hare taelgronden voor, raedt ze aen, en wenscht dat ze algemeen aengenomen en gevolgd worden. Zy geeft blootelyk haer ge- | |||||||||||||
[pagina 350]
| |||||||||||||
voelen te kennen, gelyk elk schryver doet, die aen het publiek zyne gedachten mededeelt. De Commissie is zamengesteld van leden die alle, of byna alle, regters en partyen in hunne eygene zaek zyn, en de billykheyd en het belang onzer schoon taele vereysschen dat de tegenparty gehoord worde. Alle partyen zyn gehoord. De koning heeft, door het openen van eenen wedstryd, elkeen uitgenoodigd om zyn gevoelen wegens de geschilpunten te doen kennen. Dat de leden der Commissie partydig zyn is eene onbetamelyke en onbewezene aentyging. Zy hebben alle de grootste inschikkelykheid getoond om tot de gewenschte eenparigheid te koomen. Twee van hen (de eerweerde heer David en ik) hadden vroeger over de regels onzer tael geschreven; doch zy zyn beide verpligt geweest sommigen van hunne vroegere stelsels op te offerenGa naar voetnoot(1). Het is onmogelyk kundige regters te vinden, die niet reeds de een of andere schryfwyze aenhangen; doch moeten zy daerom als partydig beschouwd worden? Ei lieve! waer zal men toch de geleerden zoeken, die nog volstrekt in geen spelling geschreven hebben? | |||||||||||||
[pagina 351]
| |||||||||||||
La Commission se déclare dépourvue de toute autorité pour décider les points en litige. De Commissie heeft zich over haer gezag niet uitgelaten: zy was, van s' koningswege, geroepen om te beslissen over de stukken van het belgische taelproces, en heeft, des aenzocht zynde, ook haer gevoelen geuit, om aen dat proces, hetwelk nu ruim een paer eeuwen hangende was, een einde te maken. Zonder dat zouden de oproeping van het Gouvernement, en het inleveren der verhandelingen, tot niets gediend hebben. Nu nog een woord over de beslissing zelve. Men werpt ons tegen dat de regels van vlaemsche tael en spelling, door de Commissie voorgesteld en aenbevolen, verre zyn van door het gezag der beste schryvers gewettigd te weezen en met het oud gebruyk onzer voorvaderen overeen te stemmen. Dit moest historisch bewezen zyn, om door elkeen te worden nagegaen; doch de Brugsche heeren zullen hiervan het bewys wel schuldig blyven. De Commissie, daerentegen, kan aentoonen, dat hare taelregels door alle goede schryvers van vroegere tyden, door Maerlant zoowel als door Vondel gevolgd zyn. De enkele vokael- | |||||||||||||
[pagina 352]
| |||||||||||||
spelling is tot in het midden der vorige eeuw bestendig en byna algemeen in gebruik gebleven, schoon er ook veel schryvers zyn geweest die het gemengde stelsel van Kiliaen aenkleefden. Het gebruik der lidwoorden de (anders die) en een, voor den eersten naemval mannelyk enkelvoud, treft men aen in de goedgekeurde vertalingen van het heilig Schrift, gedrukt te Leuven 1548, in den beroemden Moerentorfschen bybel gedrukt te Antwerpen 1599, 1653, in de bybelvertaling uitgegeven door pater Smits, in de zelfde stad, tusschen de jaren 1744 en 1777, en in honderd andere werken. De spelling van ei en ui is van ouds te Antwerpen in de scholen geleerd, blykens de Nederduitsche Orthographie van Pontus Heuiterus, aldaer gedrukt by Plantyn in het jaer 1581, enz., enz. Maer, zeggen die van Rousselare, l'adoption de ces règles tend à dépouiller le Flamand de son caractère de nationalité et à le revêtir de celui du Hollandais. Laten wy malkanderen wel verstaen. En zyn twee soorten van nationaliteiten, eene nationaliteit van afkomst (wat de Franschen noemen nationalité de race) en een politieke nationaliteit. Volgens de eerste zyn wy Nederlanders of Nederduitschers, volgens de tweede hebben wy een afzonderlyk staetsbestaen, en heeten wy ons nu Belgen, niet tegenstaende de Hollanders zich eertyds ook Belgen noemdenGa naar voetnoot1, en al willen deze laetsten nu tot den gekken naem van oud-Nederlanders retrograderen (ja, waerlyk oud; doch niet ouder dan wy!). Gelyk wy dus Nederlanders of Nederduitschers zyn, die de nederduitsche tael gebruiken, zoo zyn de Pruissen, de Oostenrykers, de Beyerschen, Hoogduitschers, die de hoog-duitsche tael bezigen, hoewel in verschillende gouvernementen verdeeld. Het Nederduitsch of de algemeene nederlandsche tael heeft zich oorspronklyk uit het | |||||||||||||
[pagina 353]
| |||||||||||||
Vlaemsch gevormd, gelyk het fransch uit de Langue d'Oil en het hoogduitsch uit het Oppersaksich ontstaen zynGa naar voetnoot1. De Hollanders erkennen nog heden de oude taelregels van het Vlaemsch (hun dubbele aa uitgezonderd) en beroepen zich nog alle dagen op onze vlaemsche en brabandsche schryvers van in den tyd dat alle Nederlanders de zelfde schryfwyze volgden. Zy erkennen het vlaemsch voor de moeder van hunne tael. Hoe kunnen wy dan, wanneer wy van hen terugnemen hetgeen zy van ons gekregen hebben, wanneer wy weêr met hen ons oud-vlaemsch schryven (de overbodige boekstaven daergelaten), ons tot Hollanders vernationaliseren? Onze nationaliteit is geen ding dat van heden of van gisteren dagteekent. Des Roches heeft ze niet begonnen en Behaegel zal ze niet eindigen. De fransche acteurs Niellon en Jenneval hebben ze ons niet aengebragt; zy heeft hare wortels by het heldhaftig voorgeslacht dier Vlamingen, waer fransche koningen eens voor gebeefd hebben, en wier tael wy, als waerdige zonen van het vaderland, niet moeten verachten maer eerbiedigen. De commissie, ja, zoekt onze tael weêr met die van onze naburen te vereenigen, doch slechts voor zoo verre onze naburen Onze oude taelregels zyn getrouw gebleven. Waerom niet? Dit kan ons Nederduitsch eene samenwerkende kracht byzetten, welke aen de meerderheid van het opgedrongen fransch zal palen stellen. De Walen schryven fransch, geen Waelsch; waerom zouden wy dan geen Nederduitsch schryven? Men zal toch niet beweren, denk ik, dat de Walen geen nationaliteit bezitten? Het is hier de plaets niet om tot een grondig onderzoek wegens de betwiste punten van spelling over te gaen. Daer zal het verslag van den heer Bormans toe | |||||||||||||
[pagina 354]
| |||||||||||||
dienen. Ik kan echter niet begrypen hoe de heeren van het klein seminarie van Rousselare nog heden kunnen blyven staende houden, dat men door de enkelvokaelspelling afziet van eene perfection de la langue écrite, en bannissant les lettres nécessaires pour remonter au mot simple et à la racine. Zy willen vermoedelyk zeggen dat men in het meervoud der zelfstandige naemwoorden en der verba altyd het enkelvoud, of den wortel, moet vinden. Zaken, banen, raden, graven, steken, haten, nemen, leven, hopen, slapen, kunnen dus by hen geen meervouden zyn van zaek, baen, raed, graef, steek, ik laet, ik neem, ik leef, ik hoop, ik slaep, maer men behoort te schryven zaeken, baenen, enz. Ik zou hierop kunnen antwoorden, dat het regelmatiger ware te zeggen, dat de wortel of het enkelvoud is zake, bane, rade, grave, steke, slape, ik late, ik neme, ik leve, ik hope, ik slape, vermits men alzoo geene enkele letter te veranderen heeft, daer men anders de f van graef en van ik leef door eene v moet verwisselen, om graven en wy leven te kunnen spellen; (graf, dal, dag, maken geen graffen, dallen, daggen). Doch ik wil aen die heeren de oude regelmaet onzer tale nog veel eenvoudiger en algemeener voordragen. Indien zy zich de moeyte willen geven myn stelsel op de proef te stellen, zoo houde ik my verzekerd dat zy de commissie gereedelyk zullen byvallen. Alle oorspronkelyk nederduitsche naem- en werkwoorden zyn van één of hoogstens van twee syllaben. Zyn zy van twee syllaben dan ontvangt de eerste altyd den klemtoon, en de laetste begint altyd met een consonantGa naar voetnoot1. Zaken kan dus nooyt zak-en, vader nooyt vad-er, | |||||||||||||
[pagina 355]
| |||||||||||||
maer za-ken en va-der zyn. Al de andere toevoegsels worden kort uitgesproten; b.v. bekladderen komt van het verbum kladden, dus zyn het voorzetsel be en de uitgang eren kort; bewerkstelligen stamt van werken en stellen, dus ontvangen werk en stel alleen den klemtoon (voorzetsels als onder, boven, tegen, af, enz. zyn wezenlyk andere en dus aengekoppelde woorden). Dit zoo zynde, en daer de grootste taelgeleerden dezer dagen met regt beweren, dat schier alle woorden uit werkwoorden ontstaen zyn (schoon de afgeleide nomina ook weêr nieuwe werkwoorden hebben gevormd,) zoo is de regel der afleiding eenvoudig en gemakkelyk. Men neme de infinitiven tot grondwoord. Voor eerst zyn deze op zich zelven substantiven, b.v. het veroor-zaken, het raden, het banen, het graven, het steken, het nemen, het leven, het hopen, het slapen. By afkapping van den steert des infinitivus heeft men De slape, de hope, de steke, enz. en ook het proesens Ik steke, ik hope, ik slape. Wil men beide deze laetste vormen inkrimpen tot één sylbe, dan verscherpt zich de klank, en het wordt De slaep, de steek, de hoop, of Ik slaep, ik steek, ik hoop, en dan begrypt men de reden waerom grave (comes) graef wordt, of, met andere woorden, waerom men naer verkiezing het zachte of scherpe klankteeken, de v of de f, kan bezigen. Hetzelfde heeft plaets by de vervoegingen der werkwoorden: Gy steket, hy nemet, gy slapet, hy radet, of, by inkrimping, Gy steekt, hy neemt, gy slaept, hy raedt. Wel is waer, dat men thans voor den tweeden en derden persoon algemeenlyk de laetste, dat is, de samengetrokken vorm gebruikt; doch de regel is daerom niet min gel- | |||||||||||||
[pagina 356]
| |||||||||||||
dend, en door hem leert men waerom de t achter Gy raedt, gy biedt, hy raedt, hy biedt gevoegd is. Edoch, vermits sommige woorden ook uit praeteritael-vormen spruiten (men weet immers dat vele werkwoorden ongelykvloeyend zyn) zoo verandere men slechts, om den regel door te zetten, de vokael van het infinitief waerop de klemtoon valt (Wy spreken hier enkelyk van werkwoorden met verlengde klinkers, waeromtrent de enkelvokaelspelling dient in acht genomen te worden). Steken wordt staken; nemen, namen; spreken, spraken; en daeruit vindt men Ik stak, gy staket (kort staekt), hy stak, ik nam, gy namet (naemt), hy nam, enz. En zoo blyft dan altyd de enkelvokaelspelling voorheerschen, terwyl de voorstaenders der dubbelvokaelspelling geen reden weten te geven waerom zy van Ik steek, ik neem de korte klank Ik stak, ik nam, en wederom van deze laetste woorden Gy staekt, gy naemt, (niet gy stakt, gy namt) vormen. Hoe men verder met de woorden behoort te handelen uit participien geboren enz. laet ik hier achterwege. Dit weinige zal voldoende zyn om welgemelde heeren op den regten weg te helpen. Indien zy hier of daer eenige exceptien of moeyelykheden mogten ontmoeten, deze kunnen den regel-zelf niet om verre stooten. Welke regel is daer vry van? Wat eindelyk het gevoelen der opgenoemde heeren betreft opzichtelyk het behouden der accenten, zoo komt het my voor, dat deze meer tot verwarring dan tot verduidelyking dienen. By de enkelvokaelspelling zyn ze voor een groot deel noodeloos, en de verscheidenheid van uitspraek, welke thans nog door geheel het land waergenomen wordt, maekt de toepassing daervan zeer moeylyk. B.v. te Antwerpen, te Brussel, te Gent spreekt men het woordeken een byna als iën uit. In die plaetsen zou dan ook niemand er een accentteeken op stellen. | |||||||||||||
[pagina 357]
| |||||||||||||
Daerentegen zouden de Westvlamingen, volgens hunne uitspraek, en naer den regel van Des Roches, eén of eên moeten schryven. Zoodra men in Belgie, naer het voorbeeld der jesuieten, die altyd aen de ee en oo den helderen klank der vokael gaven (by hen nagenoeg als eë en oö luidende), tot de eenheid van uitspraek zal zyn gekomen, immers by de fatsoenlyke volksklassen, zal men ook ten duidelykste zien dat onze tael geene accentteekens behoeft. Indien wy nu al het betoogde te samen trekken, dan komen wy tot het besluit: 1.o Dat de Commissie competent was om een voorstel tot eenparigheid te doen; 2.o Dat zy uit haer eigen geen stelsel heeft gevormd, maer de vlaemschschryvenden heeft aengemaend om tot de oude regels onzer tael terug te keeren (de overbodige letters daergelaten); en 3.o Dat die oude regels, verscheidene eeuwen in zwang geweest zynde, toen Hollanders en Belgen de zelfde schryfwyze volgden, alleen het middel aen de hand geven om de eenheid van tael te herstellen, eenheid welke door eene tweehonderdjarige verwaerloozing verbroken was. Het is hoog tyd dat het onderwys van onze schoone moedertael in verband gebragt worde met de nederduitsche letterkunde in het algemeen. Het zou dwaesheid zyn nog vast te houden aen verbasterende afwykingen, die nooyt eenen enkelen klassieken schryver hebben voortgebragt. Zoo die afwykingen verbeteringen waren, dan zou men toch de geleerden, de spraekleeraren kennen, die ze hebben ingevoerd. Meer dan een eeuw lang heeft men in Belgie onze tael zonder spraekkunst leeren schryven! Moesten er dan geen verbasteringen insluipen? En wie zal nu nog durven beweren dat een staet van verbastering tot norma der tael moet genomen worden? Fiat lux!
J.F. WILLEMS. |
|