Geschiedenis van de Landsspoorweg
(2012)–Jan Veltkamp, Eric Wicherts– Auteursrechtelijk beschermd2 Spoorbreedte en trajectWanneer men een spoorweg gaat aanleggen is de eerste vraag: ‘Welke spoorbreedte wordt er aangehouden?’ De spoorbreedte is de afstand tussen de binnenkanten van de spoorstaven (rails). Tegenwoordig is in de wereld de meest | |
[pagina 7]
| |
algemene spoorbreedte 1435 mm. Maar er zijn een aantal landen waar een andere spoorbreedte wordt aangehouden, zoals het zogenaamde kaapspoor (1067 mm). De naam kaapspoor is ontleend aan de spoorweg bij Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Voorbeelden zijn, behalve Zuid-Afrika, Japan en Indonesië. Rusland en omliggende landen en Spanje gebruiken een wijder spoor (1520 mm). Ook is er nog het zogenaamde meterspoor (1000 mm) wat tot voor kort vrij algemeen was in delen van Frankrijk. Hoe groter de spoorbreedte is, des te beter is de stabiliteit van de spoorlijn. Maar ook nemen bij een grotere spoorbreedte de aanleg- en onderhoudskosten sterk toe. Toen de aanleg van de spoorlijn van de Koloniale Spoorwegen was aanvaard werd voor een kleinere spoorbreedte gekozen, aangezien er geen grote hoeveelheid verkeer werd verwacht en de aanleg- en onderhoudskosten zo beperkt zouden kunnen worden gehouden. Men besloot tot het meterspoor. Dat was vreemd omdat alle hoofdlijnen in Nederlandsch-Indië, het latere Indonesië, waren gelegd op kaapspoor. Men zou verwachten dat in Suriname dezelfde spoorbreedte gekozen zou worden. Daar werd wel voor gepleit omdat dan alle werktekeningen en gereedschappen uit Nederlandsch-Indië onmiddellijk bruikbaar zouden zijn. Toch werd er dus anders beslist. De reden was dat er plannen waren in Frans Guyana voor de aanleg van een spoorweg met 1000 mm breedte. Men dacht dat er dan gemakkelijk een spoorverbinding zou ontstaan tussen de beide Guyana's. Maar het is anders gelopen. Die lijn is nooit gebouwd. In de tweede plaats is de keuze van het traject heel belangrijk. De Maatschappij Suriname had al het meeste veldwerk gedaan. Daar maakte de Koloniale Spoorwegen gebruik van. De route zou als volgt worden: Paramaribo Centrum - Kofiedjompo (later | |
[pagina 8]
| |
is dat Lelydorp geworden) - Republiek - Kwakoegron - Maäbo - Surinamerivier (Kabel) - Kadjoe. Oorspronkelijk had men het plan om de spoorlijn helemaal door te trekken tot aan de Lawa-rivier die een deel van de grens met Frans Guyana vormt. De lijn werd daarom Lawaspoorlijn genoemd. In 1907 werd echter besloten dat Dam aan de Sarakreek het eindpunt zou worden, maar de naam Lawaspoorlijn is gebleven. Het is een enkelvoudige spoorlijn, met slechts bij een aantal stations/haltes twee of meer sporen. De kosten van de aanleg van de spoorlijn kwamen ten laste van de regering van Suriname. De inkomsten waren, zo bleek later, veel te optimistisch ingeschat. Er werd dus verlies geleden. In 1950 werd het bedrag dat nog terugbetaald moest worden, kwijtgescholden door de Nederlandse regering. Vanaf toen was de naam van de spoorwegmaatschappij ‘Landsspoorweg’.
Traject van de spoorlijn
|
|