Hier: grof grind waarin de dwarsliggers liggen teneinde de rails in positie te houden
Chassis
Hier: de basis van een rijtuig. Hierop worden alle onderdelen gemonteerd
Draaistel
Constructie waaraan de veren en wielen zijn bevestigd en dat in horizontale richting kan draaien
Draisine
Klein voertuig voor op het spoor. Te licht om wagons te trekken. In gebruik voor bijvoorbeeld inspectieritten, ziekenvervoer en voor toerisme
Dwarsbalken
Dikke houten balken waarop de spoorstaven zijn vastgemaakt
Exploitatie
Hier: het in werking brengen en houden van een spoorwegbedrijf
Kipkar
Klein karretje dat tijdens de aanleg van een spoorweg gebruikt wordt voor het vervoeren van zand en stenen over een speciaal daarvoor aangelegd tijdelijk smal spoor. De kar heeft een bak die gekanteld kan worden
Kunstwerk
Door mensen gemaakt bouwwerk dat nodig is voor vervoer, zoals een brug
[pagina 44]
[p. 44]
Loopzand
Onstabiel zand. De zandkorrels hechten zich niet aan elkaar. Het zand komt gemakkelijk in beweging en vloeit uit
Rangeerterrein
Deel van een stationsterrein waar locomotieven en rijtuigen op het gewenste spoor en in de gewenste volgorde kunnen worden gezet
Rollend materieel
Alle voertuigen voor op het spoor. Het gaat dus om locomotieven, passagiersrijtuigen, goederenwagons, handlorries, draisines e.d.
Schraagbrug
Eenvoudige tijdelijke brug op houten palen. De ruimte tussen de palen wordt na het bouwen opgevuld met grondmateriaal
Spoorbreedte
Afstand tussen de bovenkanten van naast elkaar liggende rails; ook spoorwijdte genoemd