Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– AuteursrechtvrijGraaf Reinout van Valkenberg. († 1332.)
Toen Reinout uit den oorlog kwam,
Aan 't hoofd gewond, aan 't kniebeen lam,
Zijn moeder ging voor 't venster staan
En riep: ‘God dank! mijn zoon komt aan!’
De Moeder.
Reinout, Reinout! Mijn eedle vorst,
Uw vrouw drukt een zoon aan haar borst
Reinout.
Noch vrouw, noch zoon verheugt mij 't hart,
Mij drukt een andre groote smart.
Men spreide mij een bedjen blank,
Opdat ik rust’, want ik ben krank. -
En als hij in dat bedjen lag,
Stierf Reinout onder wee en ach!
(De klokken luiden voor den afgestorvene.)
De Gravin.
Och, zeg mij, moeder, mijn vriendin,
Wat luidt de klok zoo droef van zin?
| |
[pagina 171]
| |
De Moedes.
Mijn dochter, 't is een ommegang
Met vaan en kruis en kerkgezang.
(Men nagelt Reinont's doodkist toe.)
De Gravin.
Maar zeg, wat hoor ik op den gang
Daar samenkloppen, plank aan plank?
De Moeder.
Mijn kind, dat zijn de timmerlui,
Herstellend de oude zolderpui.
(De priesters dragen Let lijk weg.)
De Gravin.
Ach moeder, scherts toch niet, maar zeg:
Wie zingt zoo pijnlijk langs den weg?
De Moeder.
Dat zijn de pelgrims van Cappel,Ga naar voetnoot(1)
Die trekken weg naar Compostel.
De Gravin.
Zeg moederlief, zeg mij, komaan!
Welk kleedje trek ik morgen aan?
De Moeder.
O draag geen rood en draag geen blauw,
Maar zwart alleen, mijn lief kersouw.Ga naar voetnoot(2)
De Gravin.
Maar, moeder zoet, voor wien die rouw,
Waarom ik heden treuren zou?
De Moeder.
Mijn kind, ik 't niet meer bergen kan:
Dood en begraven is uw man!
| |
[pagina 172]
| |
De Gravin,
O grond, scheur op, laat me in uw schoot
Bij Reinout rusten in den dood!
En de aarde barstte en spleet vaneen.
En 't schoone bruidje in'eens verdween.
Jos. Habets. |
|