De H. Oda te Boshoven onder Weert.
De H. Oda, uit Schotland herkomstig, die door de voorspraak van den H. Lambertus het licht der oogen terugkreeg, heeft, zooals hare geschiedenis ons leert, zich eenigen tijd te Weert opgehouden. De volksoverlevering zegt betrekkelijk deze Heilige, dat zij te Weert, op Boshoven haar verblijf zou gehad hebben en dagelijks haar drinkwater zou hebben gehaald aan eenen put, die gelegen was nabij de Houtstraat. Deze weg of straat, ten noordwesten op een afstand van ongeveer ¼ uur gaans van de stad gelegen, is thans door de Zuid-Willemsvaart nagenoeg door midden gesneden.
De vader van de H. Oda, die haar tot hieraan vruchteloos gezocht had, kwam eindelijk ook te Weert aan en nam zijnen intrek in het hoekhuis links, wanneer men van de markt de molenstraat inslaat. Toen hij daar een geldstuk het wisselen, maakten de huisbewoners de opmerking, dat zij voor eenige dagen een dergelijk stuk ontvangen, hadden van eene vrouw. De vader deed onderzoek naar de plaats, waar de bedoelde vrouw, die geene andere dan zijne dochter zijn moest, zich ophield, en begaf zich vervolgens in de richting van Boshoven. Dit uitgestrekt gehucht was - de naam duidt het aan - toenmaals nog met dichte bosschen overdekt en maakte deel uit van het tegenwoordig nog zeer uitgestrekt Weerterbosch, dat achter het gehucht zijnen aanvang neemt en zich tot op de grenzen van Maarhees uitstrekt. Terwijl de vader het bosch doorzocht, vergaderden eene menigte eksters boven het hoofd der heilige maagd in de takken der boomen, en maakten door haar gesnap,de aanwezigheid der H. Oda aan haren vader bekend.
Van daar dat deze Heilige steeds met eene ekster op de hand wordt afgebeeld; van daar nog, zegt de overlevering, dat sedert dien tijd de eksters in het Weerterbosch nooit nestelen, noch zich daarin ophouden.