Sint Jan's appelen
De H. Joannes, bijgenaamd het Lam, die in het jaar 631 den bisschoppelijken stoel van Maastricht besteeg, was vroeger een rijk grondbezitter en -bebouwde zelf zijne akkers. Eensdaags kwam een pelgrim uit het H. Land bij hem op het veld (anderen zeggen dat het een engel was) en zeide hem: ‘Uwe werken zijn den Heer aangenaam, derhalve heeft Hij u tot bisschop van Maastricht uitverkoren’. Dit scheen Joannes onmogelijk te wezen, en hij antwoordde, terwijl hij zijnen ploegstok in den grond stak: ‘Eerder zal dit droog hout vruchten dragen, dan dat uwe voorspelling zal vervuld worden’.
Nauwelijks had hij deze woorden uitgesproken of, o wonder, de stok bedekte zich met eene frissche groene schors en schoot op tot een boom met vruchten, appelen van eenen zeer goeden smaak!
Weldra verspreidden zich scheutjes van dezen boom in het land, en heden vindt men overal deze zoete appelen, die tot aandenken aan den heiligen bisschop Joannes, Sint Jan's appelen genoemd worden.
Naar het Duitsch van J. Wolf.