Immers de bewoners der plaats hebben van hunne ouders vernomen, hoe wondervol dit beeldje voor Wessem behouden bleef, en daardoor is het hun bijzonder dierbaar.
't Was namelijk gedurende de eerste Fransche omwenteling. De Maas had hare wateren over de dijken gestuwd, en tengevolge hiervan waren de nabij de kapel gelegen grachten, die nog voor weinige jaren bestonden en een gedeelte van Wessem omvatten, tot de boorden toe met water gevuld.
Grelijk elders, woelde te Wessem ook een club godvergeten revolutionaire handlangers, en 't spreekt dus van zelf, dat baldadigheden tegen den godsdienst niet lang uitbleven.
Op zekeren dag viel hun oog op het Lieve Vrouwebeeld, destijds boven op de kapel geplaatst, en tot dusverre onopgemerkt door hen. Zij rukten het beeld weg, wierpen het in de nabijzijnde gracht, en na deze heiligschennis gingen zij heen.
De godsdienstige inwoners hadden met een weemoedig hart deze snoode daad aanschouwd.
Nog wierpen zij een laatsten blik op dat beeld, hetwelk zij van jongs af aan op de kapel gezien hadden, en waaraan voor hen zoo menige aangename herinnering verbonden was.
Nu, helaas! was het hun voor altijd ontroofd. Immers wegens den hoogen waterstand stonden de grachten in verbinding met de Maas en de strooming was fel!
De Maasstroom zou het beeld meevoeren en de bedrukte toeschouwers zouden het nooit meer zien!
Maar wat gebeurde?
In plaats van door de onstuimige wateren te worden weggesleept, dreef het beeld tegen den stroom in, terug naar de kapel.
Met een dankbaar hart werd het door de vreugdedronken inwoners opgenomen en sinds dien tijd te Wessem met den grootsten eerbied bewaard.
Zóó verhalen met een blij gemoed de ouders te Wessem aan hunne kleinen de legende van het oud en ruw, maar dierbaar wonderbeeld van Maria.
J. F.