Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– AuteursrechtvrijWijze: Hoeveel gouden sterren.God, die uit de hemelzalen
Op het aardrijk nederziet,
Laat uw blikken op ons dalen,
En verstoot ons bede niet!
Liefde voor ons zielevader
Bracht ons heden hier te gader,
Ach! wij smeeken U, o Heer,
Geef den Paus de vrijheid weer!
Godvergeten booze mannen
Spottend met het heiligst recht,
Durfden roekloos hem verbannen,
Hebben hem zijn’ troon ontzegd;
Zie, ons kinderharten beven
Bij dit feit, zoo snood bedreven,
En wij smeeken U, o Heer,
Geef den Paus de vrijheid weer!
| |
[pagina 34]
| |
Zal uw gramschap niet ontsteken
Bij dit gruwlijk satanswerk?
Zult Gij niet de rechten wreken
Van uw diep geschonden Kerk?
Wil uit uwen slaap ontwaken,
Om 't gebroed beschaamd te maken,
Dat U tergen dorst; o Heer,
Geef den Paus de vrijheid weer!
O! hoelang op Pius Negen,
Op dien grijsaard naar uw hert,
Zal de slavernij nog wegen
Die hem opgedrongen werd?
Hij toch heeft U nooit beleedigd,
Hij heeft steeds uw wet verdedigd,
't Is uw lieveling; o Heer,
Geef hem ook de vrijheid weer!
Hebben wij ondankbre zonen,
Roekeloos uw wet verkracht;
Hebben wij U durven honen,
Uw geduld ten eind gebracht;
Laat op ons uw straffen dalen,
Doe ons onze schuld betalen,
Wij verdienen het, o Heer,
Maar geef Pius de vrijheid weet!
Er is hem een gunst weervaren
Voor geen Paus ooit opgedaagd;
Meer dan vijf en twintig jaren
Dat hij Petrus' kroon nu draagt.
Mocht hij binnen korte dagen
Ook de koningskroon weer dragen,
Vurig wenschen wij 't, o Heer,
Geef hem toch de vrijheid weer!
|
|