Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Wij knielen voor uw voeten neer,
Uit waren godsdienstzin.
De droefheid overstelpt ons hart,
Wijl vader Pius lijdt,
Ach, stel een eind aan onze smart,
Die troost in 't lijden zijt. bis.
Aan zijn alouden troon ontrukt,
Door zeker helsch gespuis,
Door goddeloos geweld verdrukt,
Draagt Pius 't lijdenskruis.
Hem, dien de gansche Christenheid
Als vorst en vader kent,
Hem is de snoodste daad bereid,
Zijn heiligst recht miskend. bis.
Nog nooit in droefheid of ellend’
Heeft men, o Moedermaagd!
Zich vruchtloos tot uw hart gewend,
En uwe hulp gevraagd;
Verhoor dan nu ook onze bee,
Wijl het den Herder geldt,
Geef Kerk en Staat den lieven vree,
Hoed Pius voor 't geweld. bis.
Was hij het niet, die aan uw kroon
De schoonste parel schonk,
Door d' eeuwen heen u aangeboôn,
Doch nooit zoo glansrijk blonk,
Als nu 't onfeilbaar woord van hem,
Die thans vervolging lijdt,
Der wereld leert met mond en klem
Dat ge rein ontvangen zijt. bis.
Welaan dan, zuivre Moedermaagd,
Almachtig bij den Heer,
Wij roepen, smeeken onversaagd,
Zie op ons beden neer.
Stel Pius weder op zijn troon,
Trots ongodsdiensterij,
| |
[pagina 36]
| |
Als plaatsvervanger van uw Zoon,
Als Paus en Koning vrij, bis.
O ja, dit hopen wij door U
Van Jezus' liefdrijk hart,
Maar, liefste Moeder, denk ook nu
Aan onze zielesmart.
Verlos ons van den zondenband,
Verzoen ons met uw Zoon,
Gedenk ook 't arme vaderland
Bij Gods genadetroon. bis.
|
|