Het 200jarig jubilé van O.L. Vrouw te Thorn, in 1873, duurde van den 31. Augustus tot den 15. September. Thorn was toen in vollen luister, een ieder had er zich beijverd om aan de goede Hemelmoeder zijne bijzondere liefde te toonen.
Z.D. H., onze veelgeliefde bisschop, Mgr. Paredis, was op den 31. Augustus, een en Zondag, zelf met de processie van Roermond gekomen, om dit feest meer luister bij te zetten. In de parochiekerk, welke op eene keurige wijze was getooid, assisteerde Monseigneur eene plechtige hoogmis en maakte Z.D. H. gebruik om in zalvende bewoordingen de geloovigen aan te wakkeren het anker onzer hoop vast te klampen aan den standaard des H. Kruises, en ons levensbootje zeilree te wenden naar de heerlijke Morgenster, die ons voorlicht op de onstuimige baren van den oceaan des levens en ons waarschuwt voor de verderfelijke klippen en kolken der gevaarvolle levenszee. Maria, zeide de prelaat, is de gestadige Hulp der Christenen, die ons aanspoort op onze hoede te wezen tegen de verleiding der booze wereld en die mollen der duisternis, die geheel Europa doorwroeten en de levensader van den godsdienst, en bijgevolg die van wede en welvaart trachten te doorknagen.
's Namiddags had er op dien dag een plechtige optocht plaats naar de Genadenkapel. Hij stelde voor het voormalig kapittel van Thorn, en was gerangschikt als volgt: 1. De bruidjes met het lint der H. Kindschheid. Hiertusschen het beeld der H. Kindschheid, gedragen door de blauwe bruidjes. 2. De vrouwspersonen. 3. De Koninklijke Harmonie. 4. a. De helft der eerewacht. b. 81 bruidjes, die 't huisken van Loretto droegen, c. De andere helft der eerewacht. d. De Kanonikessen. e. De Vorstin, f. De Kanonilten. g. De schildknapen. 5. De Kerkelijke Harmonie. De bruidjes, die de kaars voor O.L. Vrouw en Haar goud droegen. 6. De eerw. Geestelijkheid. De edel achtbare Gemeenteraad. 7. De manspersonen.
Alles liep in de beste orde af.
Wij geven tot herinnering aan deze aandoenlijke en zegenrijke jubeldagen, eenige jaarschriften en drie schoone liederen, toen vervaardigd:
Het Salve Regina in jaarschriften.
Salve Deipara, caste pariens, vita, dulcedo, salve! Cuncti viventes ad Te suspirant, gementes ac flentes.