Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– AuteursrechtvrijOnze Lieve Vrouw te Kevelaar, de troosteres der bedrukten.In het jaar 1641Ga naar voetnoot(1) leefde er in de stad Gelder een geringe man, winkelier van beroep, genoemd Henricus Buschman, geboren te Murmter, in het land van Kleef, die soms met winkelwaren naar Wees, in het Kleefsch, ging en onderweg de gewoonte had voor | |
[pagina 28]
| |
het hagelkruis, in het Kevelaarsch veld opgericht, eene wijl te bidden. Toen hij nu omtrent Kerstmis wederom zijn gebed voor het kruisbeeld verrichtte, hoorde hij eene stem, die sprak: ‘Bouw mij hier eene kapel’. Henricus, niemand in het veld ontwarende, verwonderde zich zeer over deze stem, dacht er wel bij zich over na, maar gaf er geen gevolg aan, wegens gebrek aan middelen. Zeven of acht dagen daarna hoort hij wederom op die plaats dezelfde stem; hij vertelt het voorgevallene aan zijne vrouw, Mechtildis Schrouse, en zij besloten nu te zamen iets van hunne kleine verdienste af te zonderen voor een kapelletje. De zaak geraakte op de lange baan, toen God nog eens de echtgenooten tot de onderneming aanspoorde. Mechtildis, echtgenoote van Henricus, zag in eenen nacht in hare kamer een stralend licht, en daarin eene kapel, waarin een prentje hing van O.L. Vrouw, dat zij nog kort te voren in handen van een Hessischen soldaat, van Luxemburg komende, gezien had. Hiervan gaf zij haren man kennis en nu wendden zij alle moeite aan om een kapelletje te bouwen en het bedoelde prentje machtig te worden. Dit gelukte en tot nog toe ondervinden tallooze pelgrimsscharen, die bij de Genadenkapel te Kevelaar, Maria als Troosteres der bedrukten in haar wonderbeeldje vereeren, de overvloedigste genaden en voordeelen voor tijd en eeuwigheid.
J. Knippenbergh. |
|