Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXIII. Laatst Berigt van de Batavieren.Geduurende alle deeze omkeeringen, hier te lande, vindt men geheel geen gewag meer van de Batavieren. Ten tyde van Honorius, hebben 'er nog oude en jonge Batavische Ruiters, ten dienste der Romeinen, in Gallie, in Italie, en zelfs in 't Oosten, in bezetting gelegen: ook zo 't schynt VoetknegtenGa naar voetnoot(g). Insgelyks vindt men, dat aan sommige Batavieren, vermoedelyk oude Krygsknegten, eenige landen, om te bebouwen, in Gallie zyn afgestaanGa naar voetnoot(h). Ook heeft, ten deezen tyde, nog eene bende van Batavieren, te Batavie in Rhetie, in bezetting, gelegenGa naar voetnoot(i). En sommigen oordeelenGa naar voetnoot(k), niet zonder grond, dat hun ook omtrent den Donauw eenig land afgestaan is; 't welk, naar hen genoemd zynde, een gedenkteken huns | |
[pagina 296]
| |
naams, in de vermaarde stad Passau, van sommigen Patavi en Batavia genoemd, en legen daar de Inn in den Donauw valt, overgelaaten heeft. Doch dit is 't laatst berigt van de Batavieren, 't welk ons, in oude Gedenkschriften, voorgekomen is. Deeze Landaart schynt, ten deele in de Romeinsche Legers gesneuveld, ten deele door de Romeinen verplaatst, ten deele door de vreemde volkeren gedood of uit hun Land gejaagd, en ten deele, onder de Franken, Saxers en Friezen, versmolten te zyn; tot zo verre, dat hun naam, eerlang, hier te lande, geheel buiten gebruik geraakt is. |
|