Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXX. Beweegingen in Gallie, door Aëtius gestild.In 't jaar vier honderd vyf en dertig, werden de afgelegenste gewesten van Gallie, waar door men misschien de twee Germanien verstaan moet, welken, gelyk wy te voorenGa naar voetnoot(t) aantekenden, de zyde der Romeinen hielden, door zekeren Tibato, bewoogen, om het verbondGa naar margenoot+te breeken, en van de Romeinen af te vallen; 't welk van zulk een gevolg was, dat het graauw van byna gantsch Gallie aan 't muiten sloegGa naar voetnoot(v). Sommigen vermoeden, dat de afgevallen' Landschappen zig ook in een onderling verbond van bescherming met de Armorichen begaven. De Burgondiërs, die nu in Gallie woonden, ook tegen de Romeinen opgestaan zynde, werden, niet lang hier na, door Aëtius overwonnenGa naar voetnoot(w). Hun Koning, Gundikar, sneuvelde in den stryd, en 't volk werdt byna t' eenemaal uitgeroeidGa naar voetnoot(x). | |
[pagina 285]
| |
In 't jaar vier honderd zes en dertig of vier honderd zeven en dertig, werdt Tibato, waarschynlyk ook door Aëtius, gevangen genomen. Meer andere hoofden van den opstand, door hem aangevangen, werden insgelyks overwonnen: waar door deeze nieuwe beweegingen in Gallie, eerlang, t'eenemaal gestild werdenGa naar voetnoot(y). Omtrent deezen tyd, werden de ZeekustenGa naar margenoot+ wederom door Barbaaren, die 't verbond met de Romeinen geschonden hadden, onveilig gemaaktGa naar voetnoot(z). 't Is ten hoogsten waarschynlyk, dat deeze Barbaaren de Saxers geweestGa naar margenoot+zullen zyn, die zig, beneden Nieuwmegen, tot aan de Zee toe, neêrgeslaagen hadden; alzo men, in Schryvers van deezen tyd, van derzelver behendigheid, om de Britannische Zee met ligte vaartuigen te doorkruissen, omstandig gewaagd vindtGa naar voetnoot(a). In 'tGa naar margenoot+volgend jaar, maakten deeze Zeeschuimers zig van verscheiden' Eilanden meester, onder anderen Sicilie deerlyk verwoestendeGa naar voetnoot(b). |
|