Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIX. Een gedeelte der Armorichen onderwerpt zig wederom aan 't Roomsche Ryk.Weinige jaaren laater, poogde Honorius de Armorichen te beweegen, om zig den Roomschen Ryke, als eertyds, weder om te onderwerpen. Hy bediende zig van zekeren Exsuperantius, die hen, immers voor een gedeelte, ook wederom tot het gebied der Romeinen deedt overgaan. Zyn bedryf kreeg, midlerwyl, den schoonen naam van Wetten herstellen en Vryheid herbrengenGa naar voetnoot(g). Ga naar margenoot+ Honorius gestorven zynde, werdt Joannes,Ga naar margenoot+door het Leger in Italie, tot zynen Opvolger verklaardGa naar voetnoot(h), terwyl Theodosius de II, Zoon van Arkadius, in 't Oosten regeerde. Deez' wist zig, door middel van Pla- | |
[pagina 281]
| |
cidia, Dogter van Theodosius den Grooten, welke hy, nevens haaren Zoon Valentiniaan, eerst door hem Cezar gemaakt, naar het Westen zondt, binnen twee jaaren, van Joannes te ontslaanGa naar voetnoot(i); waar na deeze mannelyke Vrouw, onder den naam van haaren Zoon, Valentiniaan den III, toen tot Keizer verklaardGa naar voetnoot(k), het Westersch Ryk regeerde. Valentiniaan, of Placidia onder zynen naam, zondt sedert Flavius Gaudentius Aëtius met een Leger naar Gallie, om de rust aldaar te herstellen. 't Is buiten ons bestek, van alle zyne Krygsbedryven te gewaagen. Alleenlyk tekenen wy aan, dat hy de Belgen,Ga naar margenoot+die, door de Burgondiërs, verdrukt werden, verlost heeft. De Franken, die zig in Gallie nedergeslaagen hadden, werden van hem, in eenen waterstryd; de Saliërs, in een gevegt te voet, overwonnenGa naar voetnoot(l). De Burgondiërs schynen egter het Land, 't welk zy, in Gallie, ingenomen hadden, in bezit gehouden te hebben. Doch van de Franken wordt verhaald, dat hun het Land, 't welk zy aan denGa naar margenoot+linker oever des Ryns hadden ingenomen, door Aëtius, wederom ontweldigd isGa naar voetnoot(m). NaGa naar margenoot+verloop van eenige jaaren, werdt 'er een verdrag met de Franken getroffenGa naar voetnoot(n). De Koning,Ga naar margenoot+die, ten deezen tyde, over hen regeerde, en die geen ander dan Klodius of Klodio | |
[pagina 282]
| |
schynt te konnen geweest zynGa naar voetnoot(o), zondt, zo men wil, zynen Zoon naar Rome, om de vrede te bewerken. Ten minsten verzekert ons een Schryver, die deezen tyd beleefd heeft, dat hy den Zoon eens Frankischen Konings, in gezantschap, te Rome heeft gezien. Hy beschryft hem als eenen baardeloozen jongeling, met zwaar en lang goudgeel hair, 't welk hem langs de schouderen zwierde. Ook stondt deeze Frankische Prins diep in de gunst van Aëtius, die hem tot Zoon aangenomen, en, met geschenken overlaaden, aan Valentiniaan gezonden hadt, met wien hy een verbond van vriendschap slootGa naar voetnoot(p). Van dien tyd af, vindt men, dat de Franken den Romeinen, nu en dan, met de wapenen, ten dienst hebben gestaanGa naar voetnoot(q). Klodio schynt alleenlyk over een gedeelte der Franken, vermoedelyk over de Saliërs, geregeerd te hebben. Hy hadt zyn verblyf, in eene sterkte, Dispargum genaamd, gelegen op de grenzen van het gewest der TongrenGa naar voetnoot(8); | |
[pagina 283]
| |
't welk door de Overrynsche Franken ingenomen wasGa naar voetnoot(r). 't Kan zyn, dat men hem, by 't verdrag, deeze sterkte heeft laaten behouden, en ondertusschen een goed gedeelte der Franken genoodzaakt, wederom over den Ryn te vertrekken, van waar zy gekomen waren. Doch 't is verre van de waarheid en strydig met het getuigenis van ouder' Schryveren, dat Klodio, gelyk men, in een' Schryver der | |
[pagina 284]
| |
elfde eeuweGa naar voetnoot(s), vindt aangetekend, 't gebied der Franken, tot over de landen der Batavieren, Tongren, Menapiërs, Terouanen, Morinen, Ambionen, Kamerykers en Doornikkers; over Artois en Beauvais, ja zelf tot over de Seine en Loire zou uitgebreid hebben. Alleenlyk is 't niet onwaarschynlyk, dat deeze Koning, zo men anders stelt, dat hy over de Saliërs geregeerd heeft, gebied heeft gevoerd in Batavia, alwaar deeze soort van Franken, al voor lang, haar verblyf gehad hadt. |
|