Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVII. Gelegenheid tot den inval der Franken in Batavia.Het ombrengen der Vorsten door het Krygsvolk, en het opwerpen van nieuwen, naar den zin der Legeren, begon nu, in 't Roomsche Ryk, sterk in zwang te gaan. Zelfs werdt, door de byzondere Legers, in de byzondere deelen des Roomschen gebieds, de een Keizer tegen den anderen opgeworpen;Ga naar margenoot+tot zo veelen in getal, dat 'er, onder de Regeering van Valeriaan en Gallieen, meer dan dertig van deeze Keizers, gemeenlyk by den naam van de dertig Dwingelanden bekendGa naar voetnoot(w), opgestaan, en de een vroeger, de ander laater wederom verdweenen zyn. De meesten ondertusschen werden, eenen geruimen tyd, van de Legers, over welken zy 't gebied voerden, gedraagen, en hebben niet dan door geweld bedwongen konnen worden. Ligtelyk is het te denken, dat de | |
[pagina 202]
| |
kragten des Ryks hier door geweldig geknakt geworden zyn. Ook gaf het verscheiden' onbeschaafden volkeren, by de Romeinen met den naam van Barbaaren betekend, aanleiding, om de grenzen des Ryks, aan verscheiden' oorden, te ontrusten. De Roomsche Wingewesten leeden den eersten aanval, en in 't byzonder Gallie; 't welk door de Germaanen overstroomd en deerlyk verwoest werdt. By deeze gelegenheid, zyn ook, naar veeler gedagtenGa naar voetnoot(x), de FrankenGa naar voetnoot(4) in het Eiland der Batavieren gevallen. Zeker is het, | |
[pagina 203]
| |
ten minsten, dat het Eiland, omtrend dertig jaaren laater, reeds van verscheiden' Frankische volkeren bezeten werdtGa naar voetnoot(x). Zy hebben het veele jaaren lang in bezit gehad. En schoon men den netten tyd, noch omstandig heeden van hunnen inval niet weet, kan men egter, uit het gene men, hier en daar, aangetekend vindt, opmaaken, by welke gelegenheid, zulks geschied zy. Zie hier, wat wy 'er van hebben konnen opspooren. Valeriaan, in eenen slag tegen Sapor, KoningGa naar margenoot+ der Persen, gevangen genomen zynde, bleef het Ryksbewind in handen van zynen Zoon Gallieen, die, verzoopen in wellust en vadzig uit der aart, tot niets minder dan | |
[pagina 204]
| |
tot regeeren bekwaam was. Geen wonder, dat 'er, aan alle oorden, Keizers tegen hem opgeworpen werden, en dat het een Wingewest na het ander van hem afviel: rampen egter, van welken hy de eerste tyding spottende plagt aantehoorenGa naar voetnoot(y); zo weinig werks maakte hy van 's Ryks welstand. Toen Valeriaan na 't Oosten trok, hadt Gallieen ondernomen, de Gallische Volkeren, die langs den Ryn woonden, onder welken men de Batavieren ook schynt te moeten rekenen, voor de kwellingen der Overrynsche Germaanen, die geduurig in hunne landen vielen, te beveiligen. Zelf omtrent den Ryn gekomen, was het hem ook somtyds gelukt, den Germaanen den overtogt met geweld te beletten. Doch alzo hy zyne magt te klein vondt, om tegen de geweldige menigte der Germaanen eenen slag te waagen, hadt hy zig genoodzaakt gezien, om met sommigen hunner Koningen een verbond aan te gaan; terwyl hy de anderen, door bedreigingen, van het trekken over den Rynstroom poogde af te schrikkenGa naar voetnoot(z). Vermoedelyk is het, dat den Germaanen, by dit verbond eenige landen in Gallie, moogelyk wel in het Eiland der Batavieren, of in het gedeelte der vaste kust van Gallie, 't welk deezen bezaten, zyn afgestaan. Zy zullen zig, daar tegen, verpligt hebben, om geen verdere invallen in de Romeinsche Wingewesten te doen, en om de Romeinen met de wapenen by te staan. Zo veel nog | |
[pagina 205]
| |
hadt Gallieen konnen doen, in den aanvang zyner Regeeringe. Minder deedt hy, toen hem 't Ryksbewind alleen in handen gekomen was. Het Stedehouderschap over Gallie en de Overrynsche grenzen des Ryks was al door Valeriaan opgedraagen aan Junius Posthumus, man van geringe afkomst, doch van eenen standvastigen en kloekmoedigen aart, en deftig van gedragGa naar voetnoot(a). Gallieen, met zyn Leger uit Gallie vertrekkende, om een Leger van Barbaaren, die in aantogt naar Rome waren, te keer te gaan liet zynen jongen Zoon Saloninus in het Wingewest, om, onder 't opzigt van Posthumus, de Regeering, uit zynen naam, waar te neemenGa naar voetnoot(b). |
|