Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVI. De Batavieren helpen de Romeinen eerst Mona, en daar na Britanje overmeesteren.Het leedt ondertusschen niet veele jaaren, of de Batavieren bevonden zig wederom onder de hulpbenden des Romeinschen Legers. Zy waren, naar alle waarschynlykheid, dat puik der hulpelingen, ervaaren in 't zwemmen, en kundig van de ondieptens, 't welk, onder 't beleid van Julius Agrikola, het Eiland Mona in Britanje andermaal hielp overmeesterenGa naar voetnoot(m). Doch daar waren ook andere Germaanen in Britanje in Romeinschen dienst. En onder deezen, bevondt zig eene bende Uzipiërs,Ga naar margenoot+of Uzipeeten; van welken men iets gedenkwaardigsGa naar margenoot+verhaald vindt. Den Honderdman en de Romeinsche Soldaaten, die, om hun de krygskunde te leeren, onder de rotten vermengd waren, omgebragt hebbende, maakten zy zig meester van drie Liburnische vaartuigen,Ga naar margenoot+en dwongen de Stuurluiden, met hen van land te steeken. Doch eenen van de drie zig t'zoek maakende, krygen zy agterdenken op de twee anderen, die terstond van kant geholpen werden. 't Was midden in den zomer, des waagen zy 't, zee te kiezen, eer 't schelmstuk | |
[pagina 184]
| |
rugtbaar wierdt; en schuimende langs de kusten van Britanje, raakten zy dikwils in gevegt met de Britannen, nu met voor- dan met tegenspoed. Eerlang vervielen zy tot zulk eene armoede, dat zy eerst de zwaksten onder hen, toen de genen, op welken 't lot viel, van 't leven beroofden, en opaten. Britanje omgestevend zynde, 't welk, ten dien tyde, voor eenen gevaarlyken togt gehouden werdt, en de schepen, door onkunde van 't stuuren, verlooren hebbende, werden zy, eerst van de SuevenGa naar voetnoot(2), toen van de Friezen onderschept en als zeeroovers opgebragt. Eenigen voor slaaven verkogt, en by wisseling van koopers, aan den Rynkant gekomen zynde, hebben hun zonderling geval, onder de Romeinen, bekend gemaaktGa naar voetnoot(n). Ga naar margenoot+ Niet lang hier na, onder de regeeringe van Domitiaan, wien, na de dood van Vespaziaan zynen Vader en Titus zynen Broeder, het Ryk in handen gevallen was, hebben de Batavieren de volkomen' nederlaag der Britannen helpen bevorderen. Deezen waren, met veel hevigheid, op het Leger van Agrikola aangevallen, en hy hadt, daar op, drie benden Batavieren en twee benden Tongren afgezonden, om hun 't hoofd te bieden, en 't werk tot handgemeenschap te brengen: waar in zy, door langen krygsdienst, zonderling geoefend waren. De vyanden daarentegen, die | |
[pagina 185]
| |
kleine schilden en groote zwaarden zonder punt voerden, waren onbekwaam, om, in een gedrongen gevegt, te stryden. De Batavieren vongen dan den stryd aan, stieten met de Schildpennen en schonden de aangezigten der Britannen. Eerst verdreeven zy die genen, welken hun in de vlakte tegengestaan hadden; daar na beurden ze de spits tegen de heuvels op: wanneer de andere benden, hun byspringende, eerlang eene geweldige slagting onder de Britannen hielpen veroorzaakenGa naar voetnoot(o). De nagt maakte een einde van 't gevegt, en men telde tien duizend verslaagenen van 's Vyands zyde, terwyl 'er van de Romeinen of derzelver Bondgenooten maar drie honderd en veertig bleevenGa naar voetnoot(p). Agrikola, sedert door Domitiaan t'huis ontbooden, werden, om deeze overwinning, alle de eertekens der zeegepraal toegekeurd. |
|