Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIV. Civilis rust eene vloot toe tegen de Romeinen, die niets uitregt.Civilis werdt midlerwyl van de begeerte bekroopen, om eene Krygsvloot tegen de Romeinen uit te rusten. Al wat 'er van twee- en enkelriemige Galeien voorhanden was, vult hy met manschap. Daar werdt eene groote menigte van roeischuiten bygevoegd. Dertig of veertig hadt hy 'er, op deGa naar voetnoot(9) Liburni- | |
[pagina 179]
| |
sche wyze toegerust. De genomen' schuiten behielpen zig met veelkleurige wapenrokjes, in plaats van zeilen, 't welk niet onaartig stondt. Civilis bragt deeze vloot ter plaatse, daar de Ryn den stroom der Maaze ontvangt, en in zee stort, alwaar ruimte genoeg tot eenen Scheepsstryd was. Ook hadt hy voor, den toevoer, die de Romeinen uit Gallie kreegen, te onderscheppen. Cerialis zondt 'er eene vloot tegen, die kleiner van getal; doch van ervaarener roeijers en stuurluiden voorzien was, en ook uit grooter schepen bestondt. Civilis vloot hadt voor wind; die der Romeinen voor stroom. Men dreef malkanderen eenig werpgeweer toe; waar na de vlooten van een scheiden. Civilis week over den Ryn naar Germanie, zonder iets te durven onderneemen. Cerialis viel in hetGa naar margenoot+Eiland der Batavieren, 't welk hy vyandlyk plonderde, laatende egter, volgens eene bekende list der Legerhoofden, de hoeven en akkers van Civilis ongeroerd. Doch terwyl hy hier vertoefde, werdt het laag en moerassig Eiland, met den keer van den Herfst, door het vallen van slagregens, en vooral door den overstroomenden Ryn met water bedekt, en gelyk als tot een' poel gemaakt. De Romeinen, die in de vlakte gelegerd waren, werden herwaards en derwaards verspreid; terwyl het hun ontbrak aan toevoer en schepenGa naar voetnoot(a). Toen hadden | |
[pagina 180]
| |
de Germaanen de Keurbenden konnen verdelgen. Ook waren zy 't van zins geweest; doch door Civilis omgezet. Ten minsten zogt hy zelf dit, sedert, den Romeinen te doen gelooven. |
|