Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXIII. Cerialis en de Romeinsche vloot worden, van de Germaanen, by nagt, overvallen.Cerialis, weinige dagen hier na, naar Novesium en Bonna gereist zynde, om de Legersteden te bezigtigen, die aldaar, tot overwintering der Keurbenden, opgeregt werden, keerde te scheep wederom, begeleid van een' verspreiden hoop volks, die langs den oever trok, en zorgelooze wagt hieldt. De Germaanen, dit verneemende, koozen eenen pekdonkeren nagt uit, en kwamen den stroom af, zonder iemants belet, tot binnen den vyandlyken Legerwal. De touwen der tenten afgesneeden hebbende, lieten zy dezelven op de slaapende Soldaaten nedervallen; welken, in de uiterste bedremmeldheid wakker geworden, ligtelyk afgemaakt werden. Een andere hoop overviel de vloot, en wierp touwen uit, om de schepen op 't drooge te sleepen. In 'teerst hadden zy zig stil gehouden; doch toen de slagting begonnen was, stelden zy | |
[pagina 178]
| |
alles met schreeuwen in rep en roer. De Romeinen, door de bekomen' wonden opgewekt, liepen te wapen, en streefden de wegen langs, de meesten ongeharnast, met het kleed om den arm geslingerd, en bloote zwaarden in de hand. Cerialis, half slaapende, en byna naakt, werdt door eene dooling der aanvalleren behouden.Ga naar margenoot+Want zy, waanende dat hy zig op zyne hoofdgalei bevondt, die door haare vlag uitstak, sleepten die weg. Ondertusschen hadt hy den nagt elders, en, zo de meesten geloofden, by Claudia Sacrata, een Ubiër wyf, doorgebragt. De waakers verschoonden hunne onagtzaamheid met de schande des Bevelhebbers; want om zyne rust niet te stooren, was 't hun bevolen geweest te zwygen, en zy, mids nu 't geeven der leuze en 't roepen ophieldt, zelve in slaap gevallen. Hoe 't zy,Ga naar margenoot+toen 't hoog dag was, voeren de Germaanen met de genomen' schepen te rug. De galei van Cerialis sleepten zy, langs de Lippe, tot een geschenk aan VelledaGa naar voetnoot(z). |
|