Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
menten, die zig, van 't Land der Lingoonen af, by Valens Leger gevoegd hadden, begonden zig hoe langer hoe trotser aan te stellen. Langs de Tenten der Keurbenden liepenze stoffen, hoe zy 't waren, die de Veertiendelingen ingetoomd, Nero van Italie beroofd en 't gantsch geluk des Oorlogs in hunne hand hadden. Hard viel dit smaalen den Soldaat en den Veldheer, terwyl de tugt, door kyven en twisten, bedorven werdt. Valens begon zelfs te vermoeden, dat 'er, onder deeze ongebondenheid, heimelyke ontrouw schoolGa naar voetnoot(b). Wel te pas werdt hemgeboodschapt, hoe Otho's Vloot eene Vleugel der Treviren enGa naar voetnoot(4) Tongeren verjaagd hadt, en hoe 't Narbonenzer GallieGa naar margenoot+vast omringd werdt. Hier heenen beveelt hy een gedeelte der onrustige Batavieren te trekken, zo 't heette, om deeze Volken, die met Vitellius verbonden waren, by te springen; doch inderdaad, om de oproerige Regementen te verspreiden en hunne magtGa naar margenoot+dus te verdeelen. Doch naauwlyks was dit bevel rugtbaar geworden, of hunne Medgezellen begonden te klaagen; en de Keurbenden zelven sloegen aan 't morren, dat men hen van den bystand dier allerdapperste Mannen beroofde; dat die oude Krygsluiden, Overwinnaars in zo veele Oorlogen, nu men den Vyand voor zig zag, gelyk als uit de spits weggeleid werden. Zo het Gallisch Wingewest van | |
[pagina 109]
| |
meer belang was, dan Rome en de behoudenis des Ryks; men mogt hen allen derwaards zenden: doch zo de ziel der zeege aan 't overmeesteren van Italie hing, dan moest men de sterkste Leden niet van het Lighaam des Legers afscheurenGa naar voetnoot(c). Valens, die hen dit forsselyk hoorde uitslaan, beval zyne trauwanten, op hen los te gaan, en het gemor te stillen. Doch hier door nog meer ontsteken, randen ze hem aan, en smyten met steenen. Hy neemt de vlugt; dochGa naar margenoot+zy zetten hem agter na; roepende, dat hy den roof der Gallien, en 't loon van al hunnen arbeid agter de hand hieldt. In zyne Legertent gekomen, rukken ze de pakken los, en doorwroeten de aarde met schigten en spietsen. Valens hadt zig ondertusschen, in 't gewaad van eenen Slaave, by eenen Tiendeman der ruiteren verborgen. DeGa naar margenoot+Legermeester Alfenus Varus, ziende dat de muitery een weinig begon te bedaaren, bediende zig van deeze List, om dezelve nog verder te stillen. Hy verboodt den Honderdmannen ronde te doen, en deedt de Trompetten zwygen. De muiters, die dit niet gewoon waren, stonden als versuft, en zagen malkanderen met verbaasdheid aan, merkende dat hen nu niemant regeerde. 't Leedt niet lang, of zy verzogten, eerst met zwygen en berouw, en eindelyk met bidden en traanen om vergiffenis van den gepleegden moedwil. Toen kwam Valens, dien zy verlooren waanden, wanhavenig en schreiende te voorschyn, en verwekten zo veel erbar- | |
[pagina 110]
| |
ming, gunst en vreugde in de gemoederen der Krygsknegten, dat zy hem, omringd van Arenden en Legertekenen, aljuichende naar den Spreekzetel voerden. Hy gedroeg zig zeer gemaatigd, en heeft 'er slegts weinigen beschuldigd en niemant ter straffe gevorderd; waar mede deeze gevaarlyke oproer gelukkiglyk gestild werdtGa naar voetnoot(d). Terwyl Valens zyn Leger by Pavie nedersloeg, ontving hy de tyding van Cécina's ongelukkig gevegt. 't Scheelde weinig, of de pas gedempte muitery was by deeze gelegenheid wederom ontsteken, want de Soldaaten begonden te morren, dat zy, door 't bedrog en sukkelen van Valens, uit den stryd gebleven waren. Nu haddenze rust noch duur, maar rukken, zonder den Veldheer aftewagten, voor de Legertekens heenen, en vervoegen zig by Cécina's heirGa naar voetnoot(e). De vereenigde Legers beslooten den kryg tegen Otho's aanhang met alle kragt voort te zettenGa naar voetnoot(f). |
|