Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXII. Tiberius Krygstogten tegen de Germaanen.Sedert werdt, door Augustus, het hoogbewind des Germanischen Krygs aan Druzus Broeder Tiberius, omtrent ten tyde van Kristus geboorte, opgedraagen. Deeze bestierde zyne zaaken zo gelukkiglyk, dat, indien men sommige HistorieschryversGa naar voetnoot(x) gelooven mag, hy eerlang alle de deelen van Germaniezo zeer onder bedwang bragt, dat hy 'er byna èen schatting geevend Wingewest des Roomschen Ryks van maakte. Tiberius zelf sprak naderhand egter met meer zedigheid van zyne Germanische Krygstogten, en verklaardeGa naar voetnoot(y), dat hy 'er, meer door beleid dan door geweld, in verrigt hadt. Ga naar margenoot+ Ondertusschen kreeg Tiberius gelegenheid, om ook het Eiland der Batavieren met eene Romeinsche Vloot te bezoeken. De Kaninefaaten, een volk, van gelyken oorsprong, taal en dapperheid als de Batavieren; doch merkelyk kleiner in getalGa naar voetnoot(z), hadden zig, waar door, weet men nietGa naar voetnoot(8), de ongenade | |
[pagina 63]
| |
der Romeinen op den hals gehaald. Tiberius besloot zyne benden tegen hen aan te voeren: 't welk van dien uitslag was, dat hy dit dapper volk t'eenemaal overwonGa naar voetnoot(a). De kryg en overwinning is zeker genoeg, choon de oorzaak des krygs onzeker is. Een oud Gedenkstuk, voor eenige jaaren, merkelyk verbeterd, in 't licht gegeven, maakt gewag van eenen Scheepstogt der Romeinen, ten tyde van Keizer Augustus, van den mond des Ryns af, oostwaards aan, tot aan de grenzen der Kimbren en andere Germanische Volkeren; die, door hunne Gezanten, de vriendschap des Keizers en des Romeinschen Volks zogtenGa naar voetnoot(b), en ook schynen verkreegen te hebbenGa naar voetnoot(c). 't Is ten hoogsten waarschynlyk, dat men deezen Scheepstogt, tot den tyd, van welken wy spreeken, brengen moetGa naar voetnoot(d). Niet zo wel slaagde de Krygstogt van TiberiusGa naar margenoot+ opvolger, Quintilius Varus. Deeze hadt zig, door zyne geilheid en trotsheid, by | |
[pagina 64]
| |
de Germaanen gehaat gemaakt, en zy, die, volgens 't getuigenis van geloofwaardige Historieschryvers, wel bevogten; maar geenszins onder 't juk gebragt waren, hadden, onder 't bevel van Arminius, Legerhoofd der Cheruscen, de wapenen tegen hem opgevat. 't Kwam tot eenen veldslag, waar in Varus de nederlaag kreeg. Drie Romeinsche Keurbenden sneuvelden 'er, nevens alle de hulpbenden en derzelver Bevelhebbers. Varus zelf benam zig uit wanhoop het levenGa naar voetnoot(e).Ga naar margenoot+Dit gebeurde, in 't agtste jaar van de gemeene Tydrekening der Kristenen, welke wy voortaan volgen zullen. |
|