Verzamelde gedichten
(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd[p. 1793] | |
Verantwoording en aantekeningen | |
[p. 1794] | |
[p. 1795] | |
Als eerste deel van het verzameld werk van Hendrik de Vries verschijnt Verzamelde gedichten, onder redactionele verantwoordelijkheid van Wim Koops, Dick Leutscher, Jan van der Vegt en Willem Wilmink. In deze uitgave zijn alle oorspronkeijke en door De Vries vertaalde gedichten opgenomen die tijdens het leven van de dichter zijn gepubliceerd, met inbegrip van enkele voor kinderen geschreven versjes en van de berijmde kritieken en polemieken. Het voornemen deze Verzamelde gedichten te publiceren ontstond reeds in 1986, kort na de viering van de negentigste verjaardag van Hendrik de Vries. Toen dit plan aan de dichter werd voorgelegd, stemde hij daar graag mee in, en hoewel hij van een deel van zijn oudere werk zoveel afstand had genomen dat hij niet bereid was het afzonderlijk te laten herdrukken, was hij het eens met de zienswijze van de redactie dat een uitgave van zijn Verzamelde gedichten àl zijn poëziepublikaties zou moeten bevatten. Daarom is ook het jeugdwerk Het gat in Mars en het Milagrat opgenomen, evenals sommige rijmkritieken en -polemieken die van een uitgesproken tijdelijk of plaatselijk belang waren. De redactie meende dat het niet haar taak was te schiften in dit soort werk, dat kwalitatief niet vergelijkbaar is met het beste uit het oeuvre van Hendrik de Vries, maar dat anderzijds wel karakteristiek mag heten voor zijn opvattingen over het dichterschap. De redactie heeft ervan afgezien de oorspronkelijke en vertaalde gedichten in afzonderlijke afdelingen onder te brengen, omdat het - met name bij de bewerkingen van Spaanse volkspoëzie - niet altijd mogelijk is een duidelijke grens tussen beide te trekken. Van de Spaanstalige bundel Cantos Extraviados del español groninguense is een vertaling van de hand van Hub. Hermans en Ard Posthuma aan de Verzamelde gedichten toegevoegd. Ongepubliceerde gedichten zijn in overleg met de dichter niet opgenomen. De redactie gaf er de voorkeur aan een selectie uit dit omvangrijke materiaal te zijner tijd afzonderlijk te laten verschijnen. | |
[p. 1796] | |
De bundels zijn in chronologische volgorde geplaatst, gerekend naar de verschijning van de eerste druk. Van alle bundels, behalve van Copias, is de tekst van de eerste druk opgenomen. De meeste bundels van Hendrik de Vries zijn niet afzonderlijk herdrukt. Dit is wel het geval met Spaanse volksliederen, Copias, Atlantische balladen, Tovertuin en Goyescos. In de heruitgaven van Spaanse volksliederen en Atlantische balladen waren geen wijzigingen aangebracht. In de herdrukken van Copias heeft de dichter zetfouten, slordigheden in interpunctie en verkeerde lezingen verbeterd en daarom heeft de redactie in dit geval de laatste versie van deze bundel opgenomen. Omdat het hier om vertaalde gedichten gaat, zou het niet te verdedigen zijn voor de tekst van de eerste druk te kiezen. Van de bundel Tovertuin is de tweede druk anders van samenstelling dan de eerste. Er zijn negen gedichten weggelaten, terwijl één gedicht aan de bundel is toegevoegd. In de volgorde is geen andere wijziging aangebracht dan de verplaatsing van het gedicht met de beginregel ‘Een vorstin, plichtgetrouw en liefdevol’ (zie hiervoor de aantekeningen bij de bundel). De redactie heeft ervoor gekozen de eerste druk van Tovertuin in de Verzamelde gedichten op te nemen, en het toegevoegde gedicht in een afzonderlijke afdeling ‘Tovertuin, 2e druk’ te plaatsen. Hierdoor kan men deze bundel in zijn oorspronkelijke samenstelling lezen, terwijl aan de hand van de aantekeningen eenvoudig is vast te stellen op welke plaats het toegevoegde gedicht in de tweede druk is opgenomen, en welke negen gedichten zijn weggelaten. Dat Hendrik de Vries twee hiervan in 1962 alsnog een plaats gaf in de afdeling ‘Romancen’ van zijn verzamelbundel Keur uit vroegere verzen, was voor de redactie mede een argument bij deze beslissing. Kennelijk hebben ook andere dan kwalitatieve overwegingen bij de wijziging in de samenstelling van Tovertuin een rol gespeeld. Ter wille van de consequentie is bij de bundel Goyescos, waarvan eveneens bij de tweede druk de samenstelling werd gewijzigd, dezelfde handelwijze gevolgd. De redactie heeft de drie gedichten die Hendrik de Vries in 1986 bij de herdruk ter | |
[p. 1797] | |
vervanging van drie oorspronkelijke ‘Goyescos’ opnam alsmede de twee ‘copias’ die hij aan de bundel toevoegde, een plaats gegeven in een afzonderlijke afdeling ‘Goyescos, 2e druk’. Ook in dit geval is in de aantekeningen beschreven op welke wijze de samenstelling van de bundel gewijzigd is. De tweede druk van Goyescos vertoont bovendien enkele varianten in de teksten, wat bij de oorspronkelijke gedichten van Hendrik de Vries zeer ongebruikelijk is. De dichter heeft één kennelijk foutieve lezing hersteld, welke correctie door de redactie is overgenomen, maar hij heeft ook op twee plaatsen de tekst inhoudelijk gewijzigd. Deze varianten zijn in de aantekeningen beschreven. De redactie wil hierbij nog opmerken, dat toen Goyescos in 1971 gepubliceerd werd, dit tot een hernieuwde belangstelling voor het werk van Hendrik de Vries leidde, wat aan de bundel in de oorspronkelijke vorm een zekere literair-historische betekenis geeft. Twee maal heeft Hendrik de Vries in een verzamelbundel een keuze uit zijn eerdere werk gepubliceerd: in Nergal (1937) en in Keur uit vroegere verzen (1962). De redactie heeft Nergal integraal in de Verzamelde gedichten opgenomen, ondanks het bezwaar dat hierdoor een aantal gedichten twee keer wordt afgedrukt. Zij heeft daartoe besloten, omdat in Nergal een keus uit het eerder verschenen oorspronkelijke werk in combinatie met zestien niet tevoren gebundelde gedichten in een geheel nieuwe rangschikking werd gepubliceerd, wat Hendrik de Vries later omschreef als een ‘afrekenen met het verleden’*. In de aantekeningen wordt de samenstelling van Nergal volledig beschreven. De Keur uit vroegere verzen is daarentegen niet integraal opgenomen, omdat deze bundel niet hetzelfde karakter als Nergal heeft. Weliswaar kan men ook de eerste twee afdelingen ervan beschouwen als een nieuwe rangschikking van ouder werk, maar daar staat tegenover dat in de Keur van de 144 gedichten (meer dan het dubbele van Nergal) slechts drie niet | |
[p. 1798] | |
eerder door Hendrik de Vries gebundeld waren, en dat deze latere verzamelbundel bovendien een integrale, ongewijzigde herdruk van Atlantische balladen bevat, alsmede een omvangrijke selectie uit Tovertuin. De redactie zag hierin voldoende redenen om Keur uit vroegere verzen niet op dezelfde wijze te behandelen als Nergal. De drie niet eerder gebundelde gedichten zijn als een afzonderlijke afdeling onder de titel ‘Keur uit vroegere verzen’ opgenomen, en in de aantekeningen wordt ook de samenstelling van de Keur-bundel beschreven. Onder de verspreide gedichten die gepubliceerd zijn in dagen weekbladen, tijdschriften, jaarboeken en dergelijke, nemen de fragmenten van de onvoltooide ‘Levensroman’ een opval-ende plaats in. Hendrik de Vries heeft deze berijmde autobiografie, toen hij haar in 1953 met een ‘Epiloog’ afrondde, ‘on-voltooibaar’ genoemd. De redactie is van mening dat dit bijzondere werk, dat zeer verhelderend is voor het oeuvre van De Vries, beter tot zijn recht komt als de verspreide fragmenten ervan in één afdeling bij elkaar geplaatst zijn. De dichter heeft slechts één compleet hoofdstuk uit deze autobiografie in een afzonderlijk verschenen bundel opgenomen: het ‘Preludium voor een levensroman’, dat in 1950 in De Gids verscheen, staat onder de titel ‘Reflectief’ in Gitaarfantasieën. De redactie heeft dit betrekkelijk korte stuk niet opnieuw geplaatst bij de ‘Fragmenten uit een onvoltooide levensroman’. Een ander fragment dat, niet zonder wijzigingen, eveneens in Gitaarfantasieën is opgenomen, werd wèl in het oorspronkelijke hoofdstuk van de levensroman gehandhaafd. Een en ander wordt in de aantekeningen beschreven. De afdeling ‘Fragmenten uit een onvoltooide levensroman’ wordt geopend met ‘Voor vijftig jaren’, dat als ondertitel draagt: ‘Fragmenten uit een onvoltooid verhaal’. De redactie heeft zich gerealiseerd, dat Hendrik de Vries deze fragmenten niet onder de noemer ‘Levensroman’ heeft gebracht, en dat hij ze ook niet vermeldt in zijn aantekening bij de ‘Epiloog’ (zie hiervoor p. 1737). Maar omdat ‘Voor vijftig jaren’ wat inhoud en stijl betreft heel duidelijk op de ‘Levensroman’ vooruit- | |
[p. 1799] | |
loopt, heeft de redactie besloten deze fragmenten, die mogelijk de kiem voor de ‘Levensroman’ bevatten, toch in deze afdeling op te nemen. De verschillende hoofdstukken en fragmenten van de ‘Levensroman’ zijn geplaatst volgens de chronologie van de publi-katie, die niet overeenkomt met de inhoudelijke chronologie. Ook de overige verspreide gedichten die de redactie heeft bijeengebracht, zijn in volgorde van publikatiedatum opgenomen; om bij elkaar passende gedichten ook op elkaar te laten aansluiten, heeft de redactie zich hierbij echter enkele vrijheden van ondergeschikt belang veroorloofd. Bij verscheidene bundels en verspreide gedichten plaatste Hendrik de Vries voorwoorden, toelichtingen, commentaren of naschriften. Deze teksten zijn in een afzonderlijke afdeling ‘Toelichtingen en naschriften door Hendrik de Vries’ ondergebracht; bij verwijzingen naar gedichten is steeds stilzwijgend de paginanummering aangepast. De voetnoten die in enkele gevallen bij de gedichten staan, zijn van Hendrik de Vries zelf.
Het oeuvre van Hendrik de Vries werd gepubliceerd in een periode van zeventig jaar, van 1917 tot 1986, onder verschillende spellingregimes. Het handhaven van de oorspronkelijke spelling zou een chaotisch beeld opleveren, wat in een leeseditie als deze ongewenst is, en zou bovendien in strijd zijn met de opvattingen van de dichter zelf, die in heruitgaven van zijn werk (bijvoorbeeld in Keur uit vroegere verzen) steeds de spelling aan de gangbare regels heeft aangepast. De redactie heeft daarom alle gedichten en prozateksten afgedrukt in de nu geldende voorkeurspelling. Maar omdat klank en ritme in de poëzie van Hendrik de Vries van groot belang zijn, is nergens ingegrepen waar het volgende in het geding was: 1e. De naamvals-n is gehandhaafd in de enkele gevallen waarin hij voorkwam. 2e. De afwijkende spellingwijze in de woorden ‘plafon’, ‘hempje’ en ‘panser’ bleef ongewijzigd, omdat ze typerend is | |
[p. 1800] | |
voor Hendrik de Vries. De dubbele k in ‘doofstommerikken’ (p. 631) werd niet gecorrigeerd in verband met het rijm. De spelling van het woord ‘millioenen’ is niet gewijzigd in ‘miljoenen’, omdat het voor De Vries een vier-lettergrepig woord is. ‘Somstijds’ wisselt af met de correcte vorm ‘somtijds’. 3e. In het eigenzinnig en soms inconsequent gebruik van de tussenklanken n en s is niet regulerend ingegrepen, omdat het duidelijk is dat het gehoor van de dichter hier prevaleert boven de spellingregels. Daarom zijn vormen als ‘oorlogzucht’ en ‘poppekast’ blijven staan. 4e. Evenmin is ingegrepen waar het duidelijk is dat het Groningse taalgevoel van Hendrik de Vries de spelling bepaalt, bijvoorbeeld waar de dichter de vorm ‘beiden’ gebruikt als het ‘beide’ moet zijn. In het gebruik van apostrofs is de redactie evenmin regulerend te werk gegaan, zodat inconsequenties als ‘onuitblus'lijk’ naast ‘bosduivlen’ zijn gehandhaafd, en de apostrof bij de genitief-s er soms wel en soms niet staat. Waar Hendrik de Vries bij elisies in de aanvoegende wijs geen weglatingsteken gebruikt, is dit ook niet door de redactie aangebracht; bijvoorbeeld in: ‘Wee wie de knuppel werp.’ (p. 1504) De redactie tekent in dit verband nog aan, dat bij het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden ‘hen’ en ‘hun’ De Vries zich eerder door de conventies van de gesproken taal heeft laten leiden dan door de grammaticale regels; uiteraard heeft de redactie hier nergens een ‘correctie’ aangebracht. Alle gevallen waarin het wel nodig was de tekst te verbeteren, zijn in de aantekeningen vermeld, zo nodig met een toeichting. Bij correcties in de Spaanstalige gedichten heeft de redactie het advies gevolgd van de hispanist prof. dr. Hub. Hermans. Doordat de bundels van Hendrik de Vries in zo'n lange periode zijn gepubliceerd, is de typografie ervan volgens uiteenlopende opvattingen verzorgd. Vanzelfsprekend moest in deze Verzamelde gedichten naar eenheid worden gestreefd. De redactie heeft niettemin in overleg met Kees Nieuwenhuijzen, | |
[p. 1801] | |
die de vormgeving van het boek op zich nam, ervoor gekozen de typografie van de oorspronkelijke bundels zoveel als moge-ijk was in stand te houden. De gedichten konden in een dun-druk-editie zoals deze, niet gezet worden uit de vette letter waarvoor Hendrik de Vries in samenhang met zijn karakteristieke handschrift, een voorkeur had. Het is bekend dat de dichter - hoe belangrijk de klank van poëzie ook voor hem was - eveneens waarde hechtte aan het visuele aspect van een gedicht. Daarom is niet alleen de typografische vormgeving van expressionistische verzen, zoals die in de bundel Vlamrood, nauwkeurig overgenomen uit de oorspronkelijke publikatie, maar is in 't algemeen ook het inspringen van kortere versregels gehandhaafd. Maar er is van afgezien de typografie te volgen die gebaseerd was op het centreren op de pagina van strofen en afzonderlijke versregels. Die is destijds vooral toegepast in de bundel Copias, doch hierbij kan worden aangetekend dat een dergelijke typografie niet voorkomt in de andere copla-ver-zamelingen van Hendrik de Vries, zoals Spaanse volksliederen en Distels en aloë's. De redactie memoreert nog de bijzondere typografische verzorging van bundels als Tovertuin (door Henri Friedlaender) en Iberia (door Helmut Salden), In de oorspronkelijke editie van Tovertuin spiegelden soms gedichten elkaar op even en oneven pagina's, niet alleen inhoudelijk maar ook typografisch. Deze eenheid van vorm en inhoud zou alleen in een facsimile-herdruk opnieuw tot haar recht kunnen komen.
Tenslotte wil de redactie ook haar erkentelijkheid betuigen voor het vele werk dat door Engelien van der Vegt en verschillende anderen is gedaan, in het bijzonder bij het zoeken naar verspreide gedichten, bij de samenstelling van het register en bij de correctie van de proeven. |
|