Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1784] Allebi razend (Las dos rabiosas) * - ‘Waarom, moeder, zou ik zwichten? Mij slavin maken van die man? Je weet toch dat ik hem afwijs. Nooit waagt hij mij te zeggen Dat ik met hem bekocht ben: Hij kiest de vrouw van een ander! De dood kan aantrekkelijk zijn En het leven verschrikkelijk. Je hebt mij het leven gegeven. De dood mag mij ten deel vallen. Wie zou tegen zo'n boom leunen? Wie zou een booswicht strelen? Wil jij dat ik voor hem een weg Tussen weitje en tuintje laat? Wel: laat hem met jou maar spotten! Laat mij buiten al je twisten! Ik vlucht wel ergens in de bergen Naar een verlaten stukje grond Met distels, woestenij en wolken Opdat de meester van daarboven Mij welkom heet met zijn gevolg En met feestgedruis onthaalt!’ - ‘Domme gans, dwaze kletskous! Daarboven wacht je heus geen kroon! Niets! Je wordt omgord met ijzer! Huwelijkszang zal niet klinken. Bij dronken dansen zul je zingen, Draaiend om je eigen as, Om een wazig, flakkerend vuur; Tot je in een rivier belandt, [p. 1785] Gevuld met afzichtelijk slijk Die je meesleurt en doet stikken.’ Vorige Volgende