Opmerkingen en toelichtingen
Pagina 637-640:
Deze ‘Nagekomen Opdrachten’ werden geplaatst in het mede door Du Perron geredigeerde Forum. ‘Du Perron spreekt’ was blanco ingeleverd, met bijvoeging: ‘Desverkiezend in te vullen’. De wijze waarop Du Perron invulde toont aan, dat hij de strekking niet geheel begreep: niet hij, maar Coster werd vergeleken met een stier. De laatste regel van het voorafgaande doelt op zijn uitvaren tegen Jan Engelman; de twee voorlaatste regels op Ter Braak's aanval op Anton van Duinkerken. In het volgend Forum-nummer deed Vestdijk de hier overgenomen ‘Klacht’ verschijnen; het daaropvolgende bevatte mijn ‘Troostwoord’.
Het onderschrift van Du Perron's portret (parodie op een onderschrift voor een portret van Wigbolt van Ewsum) ziet op een scherp antwoord van Du Perron, toen Den Doolaard hem een pak slaag beloofde. Du Perron schreef dit niet te vrezen al had hij niet alleen vermoedelijk meer spieren, maar, blijkens gepubliceerde foto, zelfs een paar ribben meer. - Nijhoff had verklaard, een dergelijke weerzin tegen Uren met Dirk Coster te voelen, dat hij het onmogelijk had kunnen lezen. Hij kon het boek dus niet beoordelen, alleen hartgrondig afraden.
Een later door mij gedichte, nooit verschenen rijmkritiek luidde:
En blijkbaar is er dus nog één prul meer-
Wij willen 't wel geloven. Maar, mijnheer,
Is dat een reden om een boek te vullen?